Home De vooruitgang: `De meeste ruziënde ouders hielden rekening met hun kinderen’

De vooruitgang: `De meeste ruziënde ouders hielden rekening met hun kinderen’

  • Gepubliceerd op: 4 juli 2002
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Geertje Dekkers

Proefschriften, lezingen of artikelen kunnen ons beeld van het verleden ingrijpend veranderen. Dini Helmers laat in haar proefschrift zien dat scheiden ook in de achttiende eeuw goed mogelijk was.


Scheiden was in de achttiende-eeuwse Republiek alleen mogelijk wanneer overspel bewezen was, of als een partner de ander `kwaadwillig verlaten’ had. In alle andere gevallen waarin echtelieden van elkaar af wilden, zochten ze informele oplossingen. Dini Helmers onderzocht de uitwegen uit mislukte huwelijken. Helmers promoveerde onlangs op `Gescheurde bedden’. Oplossingen voor gestrande huwelijken, Amsterdam 1753-1810. `Officieel waren de mogelijkheden beperkt, maar er viel van alles te regelen, ook door vrouwen.
        Elke keer dat ik dacht dat ik grip op de materie had, ontschoot die me weer. Elk geval in mijn studie was uniek; alle echtparen pakten hun problemen anders aan. Er kon veel geregeld worden. Als een echte scheiding er niet in zat, was scheiding van tafel en bed een mogelijkheid. Soms werd een partner die zich ernstig had misdragen tijdelijk opgesloten in een werkhuis. En voor mannen was er in Amsterdam altijd de mogelijkheid om de zee op te gaan. Maar in extreme gevallen liepen de conflicten ook wel eens uit op moord of zelfmoord. Ik heb geprobeerd recht te doen aan de verscheidenheid van oplossingen die ruziënde paren vonden.
        Toch zijn er patronen. Zo waren het vaak vrouwen die rechtszaken aanspanden – vanwege kwaadwillige verlating, bijvoorbeeld. Officieel waren vrouwen in deze periode handelingsonbekwaam en mochten ze geen zaken beginnen. Dat ze dat wel deden, betekent dat ze in de praktijk meer mogelijkheden hadden dan wij vaak denken.
        De taakverdeling tussen mannen en vrouwen was in deze periode minder strikt dan hij in de negentiende eeuw is geworden. Dat zie je aan het huwelijk van Jean Malherbe – de hofviolist van stadhouder Willem V – en Christina van Steensel, van wie ik de briefwisseling heb bestudeerd. Als hij in 1795, na het vertrek van Willem V naar Engeland, zijn geluk gaat beproeven in Amsterdam, regelt zij de verkoop van hun huis in Den Haag. En als zij overspannen is en een tijdje buiten de stad woont, zorgt hij voor de kinderen.
        Na een scheiding doen veel vaders moeite om hun kinderen te blijven zien. Ze willen vaak omgangsregelingen, ook als ze van huis zijn weggelopen. Vaders waren in deze tijd meer bij de opvoeding betrokken dan in de negentiende eeuw. De meeste ruziënde ouders hielden sterk rekening met hun kinderen. Het lijkt erop dat sommige ouders bij elkaar bleven vanwege de kinderen: scheidingen vonden meestal vroeg in het huwelijk plaats, of juist laat, als de kinderen groot waren. Volgens mij blijkt uit dergelijke voorbeelden dat ouderliefde in de vroeg-moderne tijd wel degelijk bestond. Dat is soms ontkend, omdat er in brieven bijvoorbeeld weinig over wordt gesproken.
        Echtelieden hadden wel andere verwachtingen van het huwelijk dan wij. Wij willen ons ontplooien en gelukkig worden. In de achttiende eeuw moesten echtparen vooral samen in hun onderhoud voorzien. Dat zie je heel duidelijk bij de echtelieden Maria Reissenberg en Alexander de Vroom, die samen een kaarsenmakerij hadden. Die twee hebben elkaar diverse keren laten opsluiten. Ze beschuldigden elkaar ervan te veel te drinken en te veel geld uit te geven, en verzochten schepenen de ander twee jaar in het werkhuis te plaatsen.
        Toch vroegen ze allebei telkens weer om vervroegde vrijlating van hun echtgenoot, omdat ze elkaar nodig hadden om de zaak draaiende te houden. Binnen een halfjaar stonden ze weer buiten. Ze waren tot elkaar veroordeeld. Opsluiting kon helpen om even de druk te verminderen in een onhoudbare situatie. Degene die om opsluiting verzocht kon even laten zien dat hij niet met zich liet sollen.
        Een belangrijke bron voor dit onderzoek waren boeken van notarissen. Echtparen die uit elkaar gingen lieten daar hun afspraken over de kinderen, over alimentatie en over de verdeling van bezittingen vastleggen. Die notarisboeken zijn nog te weinig onderzocht, waarschijnlijk omdat het er te veel zijn. Alleen in Amsterdam al staat tweeënhalve kilometer archief. Volgens mij is er nog veel interessante informatie in te vinden.’

GESCHEURDE BEDDEN. OPLOSSINGEN VOOR GESTRANDE HUWELIJKEN, AMSTERDAM 1753-1810, door Dini Helmers. 426 p. Verloren, 30,-

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.