Home De Vooruitgang

De Vooruitgang

  • Gepubliceerd op: 15 juli 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Martijn Lak

De Tweede Engels-Nederlandse Oorlog (1665 1667) is vooral bekend geworden door Michiel de Ruyters beroemde tocht naar Chatham. Historici beschrijven dit conflict traditioneel als een zeeoorlog tussen Engeland en de Republiek. Die verklaring is onvolledig, meent Gijs Rommelse: de oorlog beïnvloedde de Europese politieke constellatie voor de komende decennia.

Na jaren van oplopende spanning breekt in 1665 de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog uit. Ruim tien jaar eerder zijn Groot-Brittannië en de Republiek ook al met elkaar in de slag geweest, met een voor laatstgenoemde desastreus resultaat. In de jaren daarna blijven spanningen de relatie tussen beide landen overheersen. De hevige concurrentie op de wereldzeeën om de dominantie in de wereldhandel speelde daarin volgens veel historici een centrale rol, en was een van de belangrijkste oorzaken van het uitbreken van de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog.

Dat is een onvolledige verklaring, meent Gijs Rommelse, die onlangs promoveerde op The Second Anglo Dutch War (1665 1667). Raison d’état, Mercantilism and Maritime Strife. Natuurlijk speelde handelsconcurrentie een grote rol, maar daarnaast ging er een gecompliceerd politiek besluitvormingsproces vooraf aan de daadwerkelijke oorlogsverklaring. Jonge politici in Engeland meenden dat ze politiek en economisch konden profiteren van een nieuwe oorlog met de Republiek. Zij vormden samen met koopliedenfacties een krachtige lobby vóór oorlog. Rommelse: ‘Voordat de oorlog daadwerkelijk kon worden verklaard, moesten de belangengroepen van kooplieden hun commerciële punten op de agenda zien te krijgen.’

De Republiek had weinig te winnen met een oorlog, maar raadpensionaris Johan de Witt wilde en kon niet toegeven aan de eisen van de Engelsen. Het Engelse parlement had een scheepvaartwet aangenomen waarin het de Engelse kolonies werd verboden om rechtstreeks bepaalde goederen zoals tabak, suiker en katoen uit te voeren naar niet-Engelse klanten. Daarmee werd de handelsvloot van de Republiek zwaar getroffen. Rommelse: ‘Een confrontatie met Engeland, hoe gevaarlijk ook, was te verkiezen boven toegeven.’

Aan de andere kant van het Kanaal werd het uitbreken van de oorlog met groot enthousiasme begroet. De publieke opinie was fel anti-Nederland en de hooggeplaatsten in Albion waren ervan overtuigd dat Engeland opnieuw een eenvoudige overwinning zou behalen. Dat bleek een misvatting. Toen in 1667 de Vrede van Breda werd getekend, hadden de Engelse handel en (oorlogs)vloot enorme schade opgelopen. Het verdrag bevestigde de status van de Republiek als grote mogendheid en besliste veel handelstwisten in haar voordeel.

De oorlog tussen Engeland en de Republiek kende echter nog een grote winnaar: Frankrijk. Zowel Engeland als de Republiek probeerde tijdens hun onderlinge strijd Frankrijk te paaien. Zo had de Republiek de steun van de Fransen ingeroepen om de bisschop van Munster uit het oosten van de Republiek te verdrijven. Lodewijk XIV was zich bewust van zijn machtspositie en begon die de jaren daarna uit te spelen. ‘De Tweede Engels-Nederlandse Oorlog schiep de politieke constellatie die de komende decennia zou bestaan, die zou leiden tot de coalitieoorlogen van de zeventiende en achttiende eeuw en waarin Frankrijk het politieke middelpunt was. Engeland en de Republiek moesten in het vervolg bij hun politiek rekening houden met het Franse beleid,’ aldus Rommelse.

Gijs Rommelse, The Second Anglo Dutch War (1665 1667). Raison d’état, Mercantilism and Maritime Strife. 231 p. Verloren, € 25,00.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.