Home De vooroordelen in koloniale kringen

De vooroordelen in koloniale kringen

  • Gepubliceerd op: 28 januari 2025
  • Laatste update 28 jan 2025
  • Auteur:
    Ewout Klei
  • 2 minuten leestijd
De vooroordelen in koloniale kringen

Het christendom is superieur aan de islam. Zo beweert een Indo-Europese dame in een reisverhaal, dat is heruitgegeven. Het biedt een uniek inzicht in de vooroordelen en het dagelijks leven in koloniale kringen. 

In 1897 maakte Dé-Lilah, pseudoniem van de Indo-Europese schrijfster Lucy van Renesse-Johnston, een reis door de Britse kolonie Maleisië. Haar avonturen stelde ze op schrift in Mevrouw Klausine Klobben bij de Overburen, dat 125 jaar na dato is uitgegeven onder de titel Een Indische vrouw in Maleisië

Meer recensies lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Het verhaal wordt verteld door Klausine Klobben, een fictief personage. Net als Dé-Lilah zelf is mevrouw Klobben Indo-Europees en met een witte man getrouwd. Ze is een nogal jaloerse vrouw, die besluit op reis te gaan uit woede: haar man heeft te veel oog voor de knappe meisjes van de tingeltangel, een Indonesisch variététheater. Dé-Lilah wilde de lezer met haar verhaal vermaken, vandaar dat mevrouw Klobben zich soms gedraagt als een karikatuur van de schrijfster zelf. 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Dé-Lilah was geen literaire hoogvlieger. Haar roman Madame Caprice werd door de recensenten gekraakt, waarop haar uitgever besloot geen boeken meer van haar te laten verschijnen. Toch is het een goede zaak dat haar vlot geschreven reisverhaal alsnog is uitgebracht, omdat het een uniek perspectief biedt op het koloniale verleden. Dé-Lilah is een onafhankelijke vrouw en staat tussen twee culturen in. Ze spreekt Nederlands en Maleis. Ze ontmoet witte kolonialen, maar ook veel inheemse mensen. Ze komt op plekken waar anderen niet snel zullen komen. Ze heeft oog voor sociaal onrecht. En last but not least doet ze scherpe observaties. Zo vindt ze het maar vreemd dat witte Britse vrouwen op een bloedhete middag tennissen in hun Europese jurken, terwijl de inheemse bevolking in de schaduw van haar rust geniet.  

Maar wie Dé-Lilah ziet als een progressieve vrouw komt bedrogen uit. Ze denkt juist heel koloniaal. Zo levert ze kritiek op het Britse koloniale beleid, dat volgens haar te weinig onderscheid maakt tussen verschillende rassen. Ook pest ze een islamitische koetsier door een stukje varkensvlees naar hem te gooien.  

Voor Dé-Lilah is het christendom immers superieur aan de islam. Tijdens een bezoek aan een lokale vorst en zijn hof komt Christiaan Snouck Hurgronje ter sprake, de Nederlandse arabist die zich tot de islam had bekeerd om Mekka te kunnen bezoeken. Dé-Lilah is verbaasd dat ze aan het hof van hem hebben gehoord, maar ook dat ze geloven dat zijn bekering oprecht was. Een christen zal zich volgens haar nooit tot dit minderwaardige geloof bekeren.  

Een Indische vrouw in Maleisië. Een onbekend reisverhaal van Dé-Lilah uit 1897
Rick Honings e.a. (red.)
496 p. Walburg Pers, € 44,99 

Een Indische vrouw in Maleisië door Rick Honigs

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 2 - 2025