Home Dossiers Tachtigjarige Oorlog Hans Goedkoop over 80 Jaar Oorlog

Hans Goedkoop over 80 Jaar Oorlog

  • Gepubliceerd op: 25 september 2018
  • Laatste update 26 mrt 2024
  • Auteur:
    Ollie Peijnenburg
  • 3 minuten leestijd
Hans Goedkoop over de Tachtigjarige Oorlog
Cover van
Dossier Tachtigjarige Oorlog Bekijk dossier

‘Het nationale verhaal over de Tachtigjarige Oorlog klopt niet.’ Dit zegt historicus Hans Goedkoop. Voor de NTR maakte hij de zevendelige televisieserie 80 Jaar Oorlog. Historisch Nieuwsblad sprak met hem. ‘Deze serie poogt kanttekeningen te plaatsen bij het klassieke, nationale narratief waarin het kleine maar dappere Nederlandse volk de Spaanse overweldiger verdreef.’

Wat mogen kijkers van deze serie verwachten?
‘Als ik niet-historici spreek over die Tachtigjarige Oorlog, dan weten ze ruwweg nog dat er een Spaanse koning was. Sommigen weten ook nog dat hij Filips II heette en hij heel vervelend was tegen ons. Vervolgens hebben wij, de Nederlanders, hem afgezet als vorst. Dat is het verhaal dat de meesten kennen. Toegegeven, dit is niet helemaal ónwaar, in die zin dat het Spaanse gezag verdwenen is. Maar dat Spaanse gezag werd hier vertegenwoordigd door allemaal lokale mensen die net als de koning het katholieke geloof hadden. De Tachtigjarige Oorlog was dus niet alleen een strijd tussen Spanje en de Republiek, maar vooral tussen de katholieke en protestantse bevolking, tussen mensen híer in Nederland zelf. De oorlog was een burgeroorlog.’

Meer lezen over de Tachtigjarige Oorlog? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Klinkt die strijd door in het heden?
‘Jazeker. De erfenis van die verdeeldheid in die oorlog zien we nog steeds terug. Mensen uit katholieke delen van Nederland kijken heel anders tegen die oorlog aan dan bijvoorbeeld mensen uit Amsterdam of Delft. Je mocht dan wel katholiek zijn in de Republiek, maar je mocht dat niet publiekelijk laten zien. Er mochten bijvoorbeeld geen processies gehouden worden. De kerken waren er wel, maar uit het zicht van de autoriteiten. Er was een tweederangs bevolkingsgroep met een tweederangs geloof. Niettemin vertegenwoordigde dit wel de meerderheid van de Nederlandse bevolking. Dus mensen met een zachte g, die overwegend katholiek zijn, beleven die geschiedenis anders. Wat je dan ziet is dat die verschillende regio’s in Nederland, die verschillende geschiedenissen hebben gehad, ook nog steeds op verschillende manieren tegen ons land aankijken.’

Geef eens een voorbeeld?
‘Ik ben wel eens rondgeleid in Huis Ten Bosch in Den Haag. Daar heb je de Oranjezaal; een enorme pronkzaal van de Oranjes die net na de oorlog is gemaakt. Hier is te zien wat de Oranjes wel niet allemaal hebben gedaan. Op een van die panelen zie je een naakte jonge vrouw die voortgeduwd wordt door de rapieren en de spiesen van soldaten. De gids vertelde dat die jonge vrouw Brabant voorstelde en de soldaten daarachter de troepen van de Republiek. Voor mij was dat een goed voorbeeld van protestants triomfalisme. Juist dat heeft in het nationale verhaal eigenlijk altijd stand gehouden. Toen het Wilhelmus in de jaren 30 eindelijk het volkslied werd kwam er flink protest van katholieke kant. Begrijpelijk, want dat lied bezingt hun eigen vernedering. Zo zie je dat die sentimenten soms eeuwen standhouden. Nu, anno 2018, lijken we daar eindelijk overheen.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.