Home De Varusslag: bindmiddel voor de Duitsers

De Varusslag: bindmiddel voor de Duitsers

  • Gepubliceerd op: 28 januari 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Annemarie Lavèn

In het jaar 9 leed het Romeinse leger een gevoelige nederlaag toen de Germaanse aanvoerder Arminius drie legioenen genadeloos in de pan hakte. Deze Varusslag is lang gezien als een keerpunt in de geschiedenis. ‘Hermann’ werd de bevrijder van Duitsland genoemd, en zijn tegenstander Varus was synoniem met elke mogelijke vijand van het Duitse volk.

Het moet een indrukwekkend gezicht zijn geweest: de lange colonne Romeinse soldaten die in september van het jaar 9 door de Germaanse wouden marcheert. Drie legioenen zijn op weg naar het winterkamp. Naast de ongeveer 15.000 infanteristen bestaat het leger uit cavaleristen, ondersteunend personeel en een groot aantal niet-Romeinse hulptroepen. Ossen trekken tal van zwaarbeladen wagens en ook vrouwen, kinderen en slaven lopen mee. Met meer dan 20.000 man vormt de stoet een kleine volksverhuizing. De colonne is meer dan tien kilometer lang en slingert zich traag door het heuvellandschap.

De omgeving is verre van ideaal voor een leger van die omvang. In deze verre uithoek zijn geen geplaveide wegen. Het pad is zo smal dat de infanteristen met slechts zes man naast elkaar kunnen lopen. Modderpoelen en moerasgrond maken het moeilijk begaanbaar voor de wagens. De voorhoede moet meer dan eens omgevallen bomen weghakken.

De stoet slingert langs een steil gebergte met aan de andere kant van het pad een moeras, wanneer plotseling duizenden speren door de lucht suizen. Paniek slaat toe onder de soldaten; hordes Germanen stormen vanuit een hinderlaag tevoorschijn. Er is op het smalle pad geen ruimte voor de soldaten om zich in de superieure Romeinse slagorde op te stellen. Paarden slaan op hol, soldaten komen onder de wielen van de kantelende wagens.

De achterhoede van de optocht marcheert in eerste instantie nog door, waardoor de stoet in elkaar wordt geschoven en de ruimte om te manoeuvreren nog kleiner wordt. De Germanen lijken uit alle richtingen te komen en boren hun speren, pijlen, zwaarden en dolken in elke Romein die ze onder ogen krijgen. Hun aanvoerder is een man van nog geen zevenentwintig jaar oud: Arminius, leider van de Cherusken.

De Romeinse houwdegens zijn te zwaar bewapend om zich in de nauwe engte te kunnen verdedigen. De Germanen hebben de val vakkundig voorbereid en een aarden wal aangelegd aan de voet van de berg. Duizenden krijgers verbergen zich hierachter totdat de Romeinen arriveren, als makke schapen voor de slachtbank. Hun scherpe speren gaan dwars door de Romeinse wapenrusting heen. Vluchten is geen optie, want aan alle kanten loert verraderlijke moerasgrond. De drassige bodem is doordrenkt met bloed. Overal liggen dode en stervende Romeinen. Wanneer de bevelhebber van de Romeinen Varus de omvang van de catastrofe beseft, stort hij zich op zijn zwaard. Zijn officieren volgen dit voorbeeld – ze verkiezen een eervolle zelfmoord boven Germaanse folteringen.

De verliezen zijn verschrikkelijk. Na een strijd van drie dagen zijn drie legioenen van het legendarische Romeinse leger door Germaanse strijders afgeslacht. Een klein aantal soldaten weet te vluchten en meer dan duizend man worden levend door de Germanen afgevoerd. Hun lot is niet beter dan dat van hun vermorzelde collega’s, want slavernij wacht of, nog erger, het offermes. Als Nero Claudius Germanicus jaren later de plek des onheils bezoekt, ligt de grond nog bezaaid met door de zon gebleekte beenderen. Overlevenden wijzen hem de plek waar Varus zelfmoord heeft gepleegd en waar de Germanen hun wrede offers uitvoerden. Schedels hangen met spijkers aan de bomen genageld.

Wespennest
De woeste volkeren ten noorden van de Rijn komen voor het eerst in het zicht van de Romeinen wanneer het onder Caesars gezag staande Noord-Italië bedreigd wordt door Germaanse stammen uit het noorden van Gallië. In acht jaar tijd onderwerpt Caesar Gallië en trekt met zijn troepen op tot aan de Rijn. Gedurende de burgeroorlog tussen Caesar en Pompeius raakt Rome zijn nieuwe provincie Gallië kwijt aan Germaanse stammen en is de Rijngrens niet meer onder Romeinse controle. Na een flinke nederlaag tegen de Germanen in 16 v.Chr. stuurt Augustus, de eerste Romeinse keizer, een groot deel van zijn legermacht naar het Rijngebied en bouwt militaire posten langs de Rijn.

Anders dan bij de Galliërs is er van een eenheid onder de Germanen geen sprake. De losse stammen zijn niet georganiseerd. Dat maakt het moeilijk voor de Romeinen om gericht aan te vallen. Van de Germaanse stammen zijn vooral de machtige Cherusken de Romeinen een doorn in het oog. Hoewel de stam-elite nauwe banden aanknoopt met de Romeinse veroveraars, voeren Cheruskische strijders telkens aanvallen uit.
Pas wanneer Tiberius, de latere keizer, opnieuw met een grote legermacht tot diep in Germania trekt, lijkt de regio onder controle. Zijn tactiek is niet louter militair. Met diplomatie weet hij in het jaar 7 de gunst van de stammenleiders te winnen. Germania, het land tussen de Rijn, Elbe en Donau, staat sindsdien te boek als ‘overwonnen’ en onder controle. Niemand kan vermoeden dat een grootschalige samenzwering van Germanen het Romeinse leger twee jaar later een gigantische slag zal toebrengen.

De Varusslag is genoemd naar de grote verliezer, gouverneur Publius Quinctilius Varus. Het dramatische verloop van de strijd is zijn reputatie niet bepaald ten goede gekomen. Een tijdgenoot, soldaat en historicus Velleius Paterculus, zet de man neer als een stupide en incompetente machthebber. Toch heeft Varus een behoorlijke staat van dienst. Niet voor niets benoemt Augustus hem tot de man die het Germaanse wespennest moet besturen. Varus zit dicht op de politieke elite in Rome en heeft zich in de jaren 7 en 6 v.Chr. bewezen als competente bestuurder. Hij is gouverneur van Afrika geweest en later van Syrië. Daar voerde hij het gezag over verschillende koninkrijkjes, met even diverse heersers. Diplomatiek talent is voor deze positie vereist.

In het jaar 7 treedt Varus aan als gouverneur van Germania. Hij krijgt de leiding over de legioenen aan de Rijngrens en zet de diplomatieke onderhandelingen van Tiberius voort. Tegelijkertijd voert hij het Romeinse recht in en legt de Germanen belastingen op. Volgens de historicus Cassius Dio behandelt hij de Germanen als slaven en voert de Romeinse mores snel en stringent door, wat de haat van de Germanen aanwakkert.
Zoals gebruikelijk is, rekruteert het Romeinse leger onder jonge mannen uit onderworpen provincies, zelfs wanneer de gebieden nog niet volledig beheerst zijn, zoals Germania. Deze rekruten behoren tot de ‘hulptroepen’, eenheden van tussen de vijfhonderd en duizend man. Ze staan doorgaans onder het commando van hun eigen stammenleider. Omdat ze goede terreinkennis hebben, dienen ze in onbekend gebied vaak als verkenners. Dienst in het befaamde Romeinse leger brengt status en welvaart met zich mee; Rome betaalt goed.

Varus heeft goede ervaringen met de Germaanse soldaten. Een jonge man uit de elite van de Cherusken blinkt uit als talentvolle aanvoerder van een van de hulptroepen. Deze Arminius heeft in Rome een gedegen opleiding gekregen en spreekt Latijn. Hij krijgt het Romeins burgerschap aangeboden, een privilege dat wordt toegekend aan aanvoerders die Rome een buitengewone dienst hebben bewezen. Later ontvangt hij ook de eretitel ‘ridder’. Jarenlang vecht hij met de Romeinse legioenen; hij weet precies wat de sterke en zwakke punten van de Romeinse oorlogvoering zijn.

Arminius en Varus hebben ogenschijnlijk een goede verstandhouding en zitten regelmatig samen aan het diner. Als de gouverneur een waarschuwing krijgt dat de Germaanse edelman een complot tegen hem smeedt, besteedt Varus dan ook weinig aandacht aan de verdenking. Des te beter luistert hij naar het bericht van Arminius dat zich op enige afstand van het leger een opstandige Germaanse stam bevindt. Als het leger op weg naar het winterkamp een kleine omweg zou maken, kan het deze bedreiging voor de Romeinse overheersing gemakkelijk uit de weg ruimen. Arminius rijdt vast vooruit met zijn troepen en Varus, vertrouwend op zijn aanvoerder, wijkt van de voorgenomen route af.

Bevrijder
Arminius is de geschiedenis in gegaan als een held. Die status kreeg hij echter pas in de zestiende eeuw, toen de Annalen van de Romeinse historicus Tacitus werden ontdekt. Voor die tijd was de slag vrijwel onbekend. Tacitus noemt Arminius ‘de bevrijder van Germania’, de man die de Romeinen moedig en glansrijk overwon. In 1520 werd ook het werk van een andere historicus gepubliceerd: Velleius Paterculus. Hij was een tijdgenoot van Arminius en Varus, en heeft waarschijnlijk beiden gekend. De teksten gingen dankzij de uitvinding van de drukpers als een lopend vuurtje door Europa.

Vooral voor de Noordelijke humanisten kwam de ontdekking van de geweldenaar Arminius op een geschikt moment. Het verhaal bewees dat ten noorden van de Alpen niet alleen barbaren leefden. Al snel groeide de overwinning van Arminius in populariteit. Zijn ster rees ver voorbij Hannibal, Alexander de Grote of Caesar; Arminius was de held voor iedereen in het Duitse taalgebied. Zoals hij zoveel eeuwen eerder had gevochten voor vrijheid en eenheid, zo streden de zestiende-eeuwse Duitsers voor precies hetzelfde: bevrijding van de paapse overheersing enerzijds en geografische en politieke eenheid anderzijds.

Nu is de naam Arminius niet bepaald Duits, dus toen de reformatoren de germanisering ‘Hermann’ introduceerden, nam iedereen in het Duitse spraakgebied, Luther voorop, de naam gretig over. De overwinning van Hermann was niet zomaar een veldslag, maar werd gezien als een keerpunt in de wereldgeschiedenis. De Hermann-cultus was geboren.

Hermann bleek de figuur bij uitstek om in de volgende eeuwen een heel scala aan heldenrollen te vervullen. Vanaf de achttiende eeuw zijn niet minder dan tweehonderd toneelstukken en opera’s rond het heldenepos geschreven. Ook de politiek kon Hermann goed gebruiken. Toen na de verpletterende nederlaag tegen Napoleon in 1806 het moreel onder de Duitse bevolking tot het minimum gedaald was, was Hermann een goed bindmiddel voor de verschillende klassen en standen. Arminius had alle Germanen verbonden in één strijd, nu kon hij alle Duitsers verbinden. Tijdgenoten bejubelden de nieuwe Hermannschlacht.
Met de ontdekking van het werk van Tacitus begon ook een koortsachtige zoektocht naar de werkelijke plek waar de Varusslag had plaatsgevonden, die tot op de dag van vandaag voortduurt. Tacitus is immers de enige historicus die de plaats noemt waar de strijd is gestreden: dicht bij de rivieren de Ems en de Lippe in het ‘Saltus Teutoburgiensis’. Vanaf de zeventiende eeuw noemde men het bos bij de Lippe dan ook het Teutoburgerwald. In 1841 verrees hier het fundament voor een gigantisch monument, dat pas in 1875 af kwam. Hoog torent het standbeeld van Arminius boven de heuvels uit, en het is niet toevallig dat zijn getrokken zwaard in de richting van Frankrijk priemt.

Oercommunisten
Toen in 1871 het Duitse Rijk werd gesticht, stond de Germaanse stammenleider centraal in de ontstaansmythe van Duitsland. ‘Arminius heeft ons eenheid geschonken,’ zo luidde het devies. Varus was synoniem met elke mogelijke vijand die het Duitse volk tegenover zich zag. De Hermann-mythe wist zelfs de andere kant van de oceaan te bereiken, want rond het midden van de negentiende eeuw exporteerde een groep Duitse migranten en hun nazaten hun heldenepos naar Amerika. De vereniging noemde zich ‘Zonen van Hermann’ en bestaat nog steeds. Hermann de Cherusker transformeerde in Herman the German.

Toen de Eerste Wereldoorlog Duitsland niet de gehoopte overwinning bracht, was het niet gedaan met de Arminius-mythe. Demonstranten protesteerden bij het Hermann-monument tegen het ‘Dictaat van Versailles’. Het is niet verbazingwekkend dat de nationaal-socialisten er vervolgens met de Hermann-mythe vandoor gingen. De Germaanse oer-Ariër streed immers tegen de infiltratie van de Romeinen in de Germaanse samenleving. De geschiedenisboekjes werden herschreven, en in 1933 lazen schoolkinderen dat dankzij Hermann het Duitse bloed zuiver was gebleven. Enig probleem was wel dat Italië niet voor het hoofd gestoten mocht worden. Een bezoek van Benito Mussolini aan het Hermann-monument werd bij nader inzien toch maar uit het programma geschrapt.

Arminius wist zelfs de dodelijke smet van de nazi-ideologie te overleven, want in de jonge DDR kreeg hij een nieuwe identiteit. Arminius was de man die eenheid had gebracht onder de Germaanse stammen en streed tegen de decadente en kapitalistische Romeinse slavenhouders. Bovendien paste de Germaanse leefwijze goed in de socialistische doctrine. Bij de Germanen was grond gemeenschappelijk bezit, en in de Germaanse volksvergadering stonden alle kameraden op gelijke voet. Zodoende waren de Germanen oercommunisten en was Amerika het nieuwe Rome.

Het leek erop dat de mythe van Arminius nu echt tot de laatste druppel uitgemolken was. Maar in 1987 haalde hij opnieuw de wereldpers toen een Britse officier en amateurarcheoloog bij het plaatsje Kalkriese, 32 kilometer van het Teutoburgerwoud vandaan, een spectaculaire opgraving deed. Archeologisch onderzoek wees uit dat daar in het begin van onze jaartelling een enorme slag heeft plaatsgevonden. In 2002 verrees op de plek een groot museum, en claimde Kalkriese te zijn wat talloze andere plaatsen eerder pretendeerden: de ware plaats van de Slag bij het Teutoburgerwoud.

Wraakacties
Keizer Augustus komt de schok van het verlies van zijn legioenen nooit meer te boven. Wanneer hij het door de Germanen afgehakte hoofd van Varus gepresenteerd krijgt, plengt hij bittere tranen. Direct ontslaat hij elke Germaan die zich in zijn ruiterwacht bevindt. Hij scheurt zich de kleding van het lijf en laat maandenlang zijn haar en baard groeien. Suetonius, zijn biograaf, tekent op dat de keizer de jaren daarop rouwt op de verjaardag van de slag. Herhaaldelijk roept hij uit: ‘Quinctilius Varus, geef mij mijn legioenen terug!’

De gevolgen van de slag zijn groot. Tiberius trekt opnieuw de Germaanse binnenlanden in en versterkt de militaire bases. Bij diverse wraakacties moet het Germaanse volk het ontgelden. Germanicus neemt in het jaar 13 het bevel over en voert acht legioenen aan, bijna eenderde van de hele Romeinse strijdmacht. Diverse veldslagen volgen, met aan beide zijden grote verliezen. Een jaar later roept Tiberius, ondertussen tot keizer benoemd, zijn veldheer terug. De pogingen om Germania te onderwerpen worden gestaakt. De Romeinen zien niet veel heil meer in het ondoordringbare en moerassige land.

In het Germaanse kamp heeft de strijd tegen de Romeinse overheersing Arminius veel prestige opgeleverd. Het is hem gelukt een leger te smeden van minstens elf stammen. Na de overwinning sluiten ook andere stammen zich bij hen aan. Een tijdlang gelden de Cherusken als aanvoerders van de Germanen. Groeiende rivaliteit tussen Arminius en Maroboduus, leider van de Marcomannen, maakt echter al snel weer een einde aan de broze eenheid van de diverse volkeren. In 21 wordt Arminius door een lid van zijn eigen Cheruskenstam vermoord. Hij zou te veel macht naar zich toe hebben willen trekken.

De Varusslag is de geschiedenis in gegaan als beslissend moment. Door de enorme overwinning van Arminius zouden de Romeinen genoodzaakt zijn de Rijn als noordgrens van het Romeinse Rijk te behouden en niet verder door te stoten tot aan de Elbe. Maar net nu het jubileumjaar aanbreekt, gooit een archeologische vondst roet in het eten. Begin december van het afgelopen jaar presenteerden archeologen een nieuwe spectaculaire opgraving die uitwijst dat er rond het einde van de tweede eeuw een grote strijd tussen Germanen en Romeinen is gevoerd, diep in het Germaanse binnenland.

Het onderzoek naar dit nieuwe en tot nog toe onbekende slagveld staat nog in de kinderschoenen, maar dreigt de theorie dat het jaar 9 beslissend was op losse schroeven te zetten. De ‘Hermannschlacht’ wordt door de ontdekking mogelijk gereduceerd tot een belangrijke, maar niet doorslaggevende militaire operatie. Precies tweeduizend jaar na zijn heldhaftige optreden blijkt Arminius vooral een figuur van mythische proporties te zijn.

MEER INFORMATIE

Boeken
Recent zijn tal van boeken gepubliceerd over de Varusslag. Eind 2008 verscheen het meest recente: Der Tag, an dem Deutschland Enstand. Geschichte der Varusschlacht, van de journalist en historicus Tillmann Bendikowski. Helder en kritisch behandelt hij de mythevorming rond de Varusslag.

Peter S. Wells is de auteur van het vlotte The Battle that Stopped Rome. Emperor Augustus, Arminius, and the Slaughter of the Legions in the Teutoburg Forest (2003). Vooral bij het beschrijven van het strijdtoneel laat hij zijn fantasie soms wel heel erg de vrije loop.

Tony Clunn, de Britse officier die bij Kalkriese de plaats van de slag zegt te hebben gevonden, schreef over zijn archeologisch avontuur: De zoektocht naar de verloren legioenen (2005). In 2007 verscheen een bijzondere uitgave van Archäologie in Deutschland, geheel gewijd aan de Varusslag: Die Varusslacht. Wendepunkt der Geschichte?

Musea
In Bramsche-Kalkriese staat het Varusschlacht im Osnabrücker Land Museum und Park Kalkriese. Van 7 januari tot 14 mei is het museum echter gesloten, vanwege de voorbereidingen voor de ambitieuze jubileumtentoonstelling Imperium, Konflict, Mythos. 2000 Jahre Varusschlacht. Deze tentoonstelling wordt samen met het Lippische Landesmuseum Detmold en het Römermuseum in Haltern am See georganiseerd.

Websites
Op de site van Der Spiegel staan verschillende artikelen over de Varusslag. Vul als zoekterm ‘Arminius’ of ‘Varus’ in. De officiële site voor het jubileumjaar is www.hermann2009.de. Een van de artiesten die het festijn opluistert is niemand minder dan onze eigen Herman: Herman van Veen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.