Home Dossiers Eerste Wereldoorlog De sluipmoordenaar van de Eerste Wereldoorlog

De sluipmoordenaar van de Eerste Wereldoorlog

  • Gepubliceerd op: 14 februari 2018
  • Laatste update 20 feb 2023
  • Auteur:
    Mirjam Janssen
  • 11 minuten leestijd
De sluipmoordenaar van de Eerste Wereldoorlog
Cover van
Dossier Eerste Wereldoorlog Bekijk dossier

Begin 1918 kregen de eerste soldaten uit de Eerste Wereldoorlog koorts en een onschuldige keelpijn, een halfjaar later was de ‘Spaanse griep’ veranderd in een dodelijke pandemie. Een op de drie aardbewoners werd ziek. Hoe kon het virus zo om zich heen grijpen?

Bij het oorlogsgeweld voegde zich in 1918 nog een vijand: een onvoorspelbare ziekte die grote delen van de wereldbevolking te pakken nam. De Duitse generaal Erich Ludendorff riep achteraf zelfs dat de Spaanse griep hem de overwinning had gekost. Hoewel dat een makkelijk excuus was, heeft het virus wel een rol gespeeld in de strijd. In maart van dat jaar stonden de centralen er goed voor: ze hoefden niet meer aan het oostfront te vechten nu er vrede was met Rusland; hun offensief in het westen was succesvol, en het moreel aan geallieerde kant was ingestort. Maar in april brak er een griep uit die hun soldaten velde. Ook aan geallieerde zijde sloeg het virus toe, dus Ludendorffs klacht lijkt op het eerste gezicht onterecht. Waarschijnlijk bleef de griep wel langer actief in Oostenrijk-Hongarije en hebben de centralen er meer last van gehad – in die zin had Ludendorff een punt.

Meer historische context bij het nieuws? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

50 tot 100 miljoen mensen sterven

Eerst nog geen paniek

De ziekte kan zijn begonnen in het voorjaar van 1918 in de Verenigde Staten. Op 4 maart meldde een kok in Camp Funston in Kansas zich ziek. Hij had een zere keel, hoofdpijn en koorts. In de loop van de dag klaagden steeds meer mannen over dezelfde symptomen. Veel van hen waren afkomstig van het Amerikaanse platteland. Ze werden klaargestoomd voor de loopgraven en zouden worden verscheept naar Europa. Via deze militairen bereikte de ziekte het westelijke front in Frankrijk – en reisde verder. Het virus volgde niet alleen de soldaten, maar ook een groep krijgsgevangenen die door Duitsland aan Rusland werd teruggegeven. En het sprong over op de gewone bevolking: van Spanje tot China begonnen mensen te hoesten.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.


Alle militairen van het 39ste regiment dragen mondkapjes op doortocht door Seattle.

Toch was er dat voorjaar nog geen sprake van paniek. Velen werden ziek, maar niet ernstig. De sfeer veranderde in augustus, toen de griep een dodelijk karakter aannam. Bij de symptomen voegde zich een longontsteking en de patiënten kregen roestbruine vlekken in het gezicht, die steeds donkerder werden. Ze kleurden blauw, hun handen en voeten werden zwart, ze kregen een delirium van de koorts, soms vielen hun haren en tanden uit. Hun borstkas zwol abnormaal op doordat hun longen aangetast raakten, en uiteindelijk verdronken ze in hun eigen longvocht en bloed. De ziekte – die zich kenmerkte door een speciale geur – gedroeg zich als een sluipmoordenaar. Het ene moment leek er nog niets aan de hand, het volgende was de patiënt reddeloos verloren. Razendsnel vloog het virus over de wereld: Noord- en Zuid-Amerika, Afrika, Europa en Azië vielen eraan ten prooi. Zelfs zeer afgelegen gebieden bleven niet gespaard.

Tegengestelde adviezen

Achteraf is duidelijk dat al die miljoenen ziek werden van hetzelfde virus, maar in 1918 begreep niet iedereen dat. Sommige artsen dachten dat het tyfus was. Die ziekte wordt overgebracht via luizen en is niet besmettelijk van mens tot mens. Andere artsen gingen ervan uit dat er sprake was van een pestepidemie of misschien zelfs van biologische oorlogvoering. De media droegen bij aan de verwarring door met verschillende theorieën en tegengestelde adviezen te komen.

Overheden waren niet goed voorbereid. Hun rapportagesystemen waren vaak alleen berekend op aandoeningen als tuberculose en cholera, maar niet op griep. Het gevolg van alle onduidelijkheid was dat maatregelen om de ziekte in te dammen dikwijls niet effectief waren. De beste wapens tegen het overspringende virus waren quarantaine van zieken en goede hygiëne. Sommige autoriteiten grepen daarom streng in: scholen en theaters gingen dicht, er mochten geen grote bijeenkomsten worden gehouden, het openbaar vervoer werd beperkt, vreemde schepen mochten de havens niet in en patiënten werden geïsoleerd in ziekenhuizen.

Elke massabijeenkomst is een feest voor het virus

Maar lang niet overal trad de overheid voortvarend op. In Frankrijk bijvoorbeeld wilden de lagere autoriteiten bijeenkomsten niet verbieden, omdat ze bang waren dat de bevolking zich zou gaan vervelen. In Amerika verschilde de aanpak van stad tot stad, met een wisselend aantal slachtoffers tot gevolg. New York werd dankzij strikte maatregelen relatief licht getroffen, in Philadelphia vielen 11.000 doden.

Geen geschikte medicijnen

In minder ontwikkelde gebieden zochten de mensen hun toevlucht tot duivelsuitdrijvingen en rituelen. Gelovigen dachten dat het einde der tijden was aangebroken en dromden samen in kerken om te bidden. Of ze troffen elkaar op begrafenissen van de griepslachtoffers. Elke massabijeenkomst was een feest voor het virus. Elementaire vormen van hygiëne als handen wassen en niezen met een hand voor het gezicht waren nog geen algemeen gebruik.


Twee verpleegsters van het Amerikaanse Rode Kruis vervoeren een grieppatiënt.

De artsen wisten niet waar ze moesten beginnen. Er waren nog geen geschikte medicijnen. Hier en daar probeerden artsen te vaccineren, maar dat gebeurde niet systematisch en veel mensen wilden er bovendien niets van weten. Die dachten dat ze er juist ziek van zouden worden. Patiënten gebruikten aspirine en kinine, en experimenteerden met huismiddeltjes. De ene geneesheer adviseerde een flinke borrel ter ontsmetting, terwijl de andere dat beslist afwees. In hun radeloosheid waren er zelfs dokters die teruggrepen op ouderwetse aderlatingen.

Bijbelse straffen

De schrik onder de bevolking groeide ook door de onbegrijpelijkheid van de ziekte. Soms vaagde het virus hele dorpen en families weg – zo stierven in een gehucht in Alaska 76 van de 82 inwoners -, om zich even verderop tot een lichte griep te beperken. Hoe kon dat? Voor een deel lag dat aan de omgeving: armen in behoeftige omstandigheden werden vaker getroffen. Maar pas recent is er ook een ander antwoord gekomen: sommige mensen blijken genetisch extra kwetsbaar voor griep. Dat zou verklaren dat groepen verwanten stierven en anderen niet of nauwelijks ziek werden. Voor tijdgenoten leken het ondertussen Bijbelse straffen.

Het virus doodde niet alleen zwakkeren als baby’s, bejaarden en zwangere vrouwen, maar ook veel mensen in de kracht van hun leven. Bij een normale epidemie zouden twintigers en dertigers juist overeind blijven. Een theorie daarover is dat iedereen in zijn jeugd in aanraking komt met griepvirussen en daar weerstand tegen opbouwt. Maar virussen veranderen voortdurend, en het Spaanse griepvirus was voor deze generatie nieuw. Het kon daardoor ook jonge, gezonde volwassenen treffen die er nog niet mee te maken hadden gehad. Iets ouderen en kinderen stierven minder massaal; mogelijk hadden zij wel enige immuniteit ontwikkeld tegen deze variant.


Spotprent over de Spaanse griep in De Nieuwe Amsterdammer, juli 1918.

Wetenschappers nemen aan dat de Spaanse griep begon als een gewone influenza die vermengd raakte met een vogelgriep en zo heel gevaarlijk werd. Maar waar vond die mutatie plaats? Zoals hierboven uitgelegd was Amerika mogelijk het beginpunt. Jonge mannen van het platteland kwamen er samen in militaire kampen, op doortocht naar de Europese slagvelden. Onder hen waren ook jongens uit Haskel County, een gebied waar begin 1918 velen ziek werden en waar gevogelte en varkens werden gefokt. Dat zou de eerste infectiehaard kunnen zijn.

Een andere kandidaat is Shansi in China. Daar hadden in de winter van 1917 veel mensen griep, en een aantal van hen kwam terecht aan het westfront. Dat zat zo: China was tijdens de Grote Oorlog aanvankelijk neutraal, maar steunde het laatste jaar de geallieerden door bijvoorbeeld te helpen met de aanleg van loopgraven. Tijdens het vervoer daarnaartoe via de Verenigde Staten en tijdens het werk zelf kwamen de Chinezen in aanraking met anderen, die zij mogelijk besmetten.

Ergste pandemie

Toch is het volgens Laura Spinney, die een grondig boek schreef over de Spaanse griep, ook mogelijk dat het virus al eerder in Europa is ontstaan. Aan het westfront zaten 2 miljoen mensen opeengepakt in een krappe hoek van Noord-Frankrijk. In 1916 had daar al een akelige griep geheerst: de patiënten werden blauw in het gezicht en hadden aangetaste longen. Begin 1917 had deze aandoening zich ook in Engeland voorgedaan. Aan het front heersten de ideale omstandigheden voor dit virus om zeer boosaardig te worden. De soldaten waren hongerig en niet fit. Velen hadden al last van blaarvorming in de longen doordat er mosterdgas werd gebruikt in de strijd. Dat gas kon bovendien leiden tot genetische veranderingen in levende organismen, inclusief virussen.


Er bestaan geen medicijnen tegen de Spaanse griep. Zieken experimenteren met kininetabletten.

Spinney neigt naar de derde optie, maar echte zekerheid dat de eerste patiënt uit Europa kwam is er niet. De vraag is ook nog steeds of het virus meteen via vogels naar mensen is overgesprongen of dat er nog een andere diersoort tussen zat. Vaststaat dat in elk geval dat in dezelfde periode ook veel paarden van de cavalerie griep hadden.

De Spaanse griep was niet de enige, maar wel de ergste pandemie die de wereld ooit heeft getroffen. Het gevaar daarvoor heeft de mensheid over zichzelf afgeroepen. Door steeds dichter op elkaar te wonen en dieren te domesticeren zijn mensen kwetsbaarder geworden voor besmettelijke ziektes. In de negentiende eeuw ontstond de ideale omgeving voor epidemieën. Door de toenemende verstedelijking en de slechte leefomstandigheden van veel arbeiders konden virussen makkelijk toeslaan. In 1889 had een gemene ‘Russische griep’ nog aan een miljoen mensen het leven gekost. De oorlogssituatie begin twintigste eeuw leidde tot het verdere ‘succes’ van de griep: grote groepen reisden kriskras over de wereld en op veel plaatsen zaten ondervoede, angstige mensen bij elkaar.

In dezelfde periode hebben ook veel paarden griep

Na de Duitse capitulatie op 11 november keerden honderdduizenden militairen terug naar hun thuisland, waar ze in de armen vielen van hun familieleden en vrienden – en hen besmetten. Ze droegen bij aan de derde golf van de Spaanse griep, die zwakker was, maar toch nog slachtoffers maakte.

Bijdrage aan Tweede Wereldoorlog?

Het virus speelde ook nog een rol bij de vredesonderhandelingen in Versailles. In het voorjaar van 1919 werden veel diplomaten en politici ziek. Ook de Amerikaanse president Woodrow Wilson, die al een slechte gezondheid had, door de griep nog zwakker werd en een beroerte kreeg. Volgens Spinney waren de herstelbetalingen die Duitsland moest opbrengen misschien milder uitgepakt als hij de hele tijd bij de onderhandelingen aanwezig had kunnen zijn. Nu legden de andere Europese landen eisen op aan de verslagenen die later tot wrok leidden. Zo heeft de Spaanse griep volgens haar mogelijk indirect bijgedragen aan de Tweede Wereldoorlog.


Alfred Kubin tekent in 1920 hoe het virus iedereen neermaalt.

Toen de griep in 1920 eindelijk was uitgeraasd, was bijna een op de drie aardbewoners ziek geweest: dat wil zeggen 500 miljoen mensen op een wereldbevolking van 1,8 miljard. Van de zieken zijn er naar schatting 50 tot 100 miljoen overleden. Ter vergelijking: elk jaar vallen er door gewone griep 250.000 à 500.000 doden.

Het Spaanse griepvirus heeft in elk geval meer slachtoffers geëist dan de Grote Oorlog, en misschien zelfs meer dan beide wereldoorlogen samen. Toch herstelde de bevolking zich snel. Na de vreselijke veldslagen, de bombardementen, de honger en de griep gingen de overlevenden met volle energie verder: er volgde wereldwijd een babyboom.

Meer weten

Pale Rider. The Spanish Flu of 1918 and How It Changed the World (2017) door Laura Spinney. Verschijnt in maart in het Nederlands als De bleke ruiter.
The Great Influenza. The Story of the Deadliest Pandemic in History (2004) door John M. Barry.
We Heard the Bells. The Influenza of 1918 (2010) documentaire door Lisa Laden.
De Spaanse Griep (2001) aflevering van VPRO-programma Andere Tijden.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 2 - 2018