Home De Russische interventie in de Spaanse Burgeroorlog

De Russische interventie in de Spaanse Burgeroorlog

  • Gepubliceerd op: 7 juni 2002
  • Laatste update 25 mei 2023
  • Auteur:
    Gijs Versteegen
  • 10 minuten leestijd

De Spaanse Burgeroorlog is altijd met de nodige achterdocht bekeken. Terecht, blijkt nu. De recente opening van de Russische archieven werpt licht op de ware motieven van Stalin. `Spanje was niet meer dan een pion in zijn buitenlandse politiek.’

In 1936 breekt in Spanje een burgeroorlog uit, na een opstand van het leger onder leiding van generaal Franco tegen de republikeinse regering. Die regering is begin 1936 aan de macht gekomen door een ruime verkiezingsoverwinning van het Volksfront, een links verbond tussen socialisten, communisten en syndicalisten. De strijd tussen de regering en het opstandige leger duurt voort tot 1939. In deze burgeroorlog steunen Italië en Duitsland de rebellerende generaals; de Sovjet-Unie verdedigt de Spaanse democratische republiek. Vrijwilligers uit uiteenlopende landen sluiten zich aan bij de communisten en andere linkse partijen in de Internationale Brigades.

Over de rol van de Sovjet-Unie in de Spaanse Burgeroorlog is veel gespeculeerd, maar Stalins werkelijke drijfveren bleven een goed bewaard geheim. Tot begin jaren negentig de archieven in Moskou opengingen. De duizenden rapporten en telegrammen die Moskou uitwisselde met zijn informanten in Spanje brengen aan het licht wat Stalin met zijn interventie in de burgeroorlog wilde bereiken. De Sovjet-Unie is altijd gerespecteerd vanwege haar verdediging van de Spaanse republiek, die werd beschouwd als een heroïsche strijd tegen het oprukkende fascisme in Europa. Maar haar inmenging is ook met de nodige achterdocht bekeken. Dat wantrouwen blijkt na archiefonderzoek gerechtvaardigd. Stalin had zo zijn eigen opvattingen over democratie en pluraliteit.

Matroesjka’s

De Spaanse politicoloog Antonio Elorza vertrok na de opening van de archieven begin jaren negentig met zijn echtgenote, historica Marta Bizcarrondo, naar Moskou om onderzoek te doen naar de relatie tussen de Spaanse communistische partij (PCE) en de Komintern. De Komintern was de organisatie die de communistische activiteiten vanuit Moskou internationaal coördineerde om zo de wereldrevolutie tot stand te brengen. Ook in Spanje was zij vertegenwoordigd. Handelde de PCE gedurende de burgeroorlog autonoom, vroegen Elorza en zijn echtgenote zich af, of werd zij via de Komintern vanuit Moskou gedirigeerd? Was Stalin in staat om invloed uit te oefenen in Spanje? En wat beoogde hij met zijn militaire steun aan de republiek?

Hun onderzoek in de Komintern-archieven resulteerde in het boek Queridos Camaradas (Beste kameraden), dat in 1999 verscheen. Ook de Amerikaanse historici Mary Habeck en Ronald Radosh zijn na de opening van de archieven naar Moskou afgereisd om de invloed van Stalin in Spanje tijdens de burgeroorlog op te helderen. Zij bestudeerden er documenten van het sovjetleger en publiceerden vorig jaar het boek Spain betrayed, waarin belangrijke bronnen volledig zijn opgenomen, voorzien van commentaar.

Niet alle archieven mochten worden geraadpleegd; gevoelig materiaal over spionage en de financiering van de Komintern-activiteiten bleven buiten bereik. Maar rapporten en telegrammen maken veel duidelijk over de informatie die uit Spanje kwam en de daaropvolgende besluitvorming in Moskou. Zowel Elorza als Habeck concludeert dat Stalins inmenging in de burgeroorlog niet los te zien is van de buitenlandse politieke belangen van de Sovjet-Unie.

Stalin was als de dood dat de burgeroorlog zou ontaarden in een arbeidersrevolutie. Een revolutionair Spanje zou zijn relatie met Frankrijk en Engeland aanzienlijk compliceren. Stalin zocht de steun van deze landen in zijn strijd tegen het zich steeds sterker manifesterende fascisme, aartsvijand van het communisme. Maar Frankrijk en vooral Engeland zouden een communistische staat in Spanje evenzeer als een bedreiging zien voor de politieke stabiliteit in Europa.

Stalin wilde daarom dat de communisten zich vooralsnog beperkten tot het verdedigen van de republiek tegen de fascistische agressie. Na de overwinning moest de PCE geleidelijk haar hegemonie vestigen binnen het Volksfront, ten koste van de overige linkse partijen. Het doel was uiteindelijk een soort volksdemocratie, zoals de communisten later in de Oost-Europese landen zouden instellen – voor een dictatuur van het proletariaat naar Russisch model waren de omstandigheden in West-Europa volgens Moskou niet geschikt. Maar voorlopig wilde Stalin elke indruk vermijden dat het hem om meer te doen was dan de verdediging van de Spaanse republiek. De PCE moest zich koest houden.

Stalin controleerde de Spaanse communistische partij via de vertegenwoordiger van de Komintern in Spanje, de Argentijn Victorio Codovilla. Codovilla moest Stalin nauwkeurig op de hoogte houden van de situatie in Spanje. Hij kreeg vanuit Moskou instructies mee hoe de PCE zich in de burgeroorlog moest opstellen. Het was Codovilla – en niet partijkopstukken als La Pasionaria en José Díaz – die eigenlijk de dienst uitmaakte binnen de PCE.

Elorza vergelijkt de machtsstructuur met matroesjka’s, de Russische holle houten poppetjes waarin steeds weer een ander poppetje schuilt. De nationale communistische partij is het buitenste poppetje; daarin bevindt zich de matroesjka van de Komintern, die op zijn beurt weer de Communistische Partij van de Sovjet-Unie in zich draagt. De werkelijkheid was echter gecompliceerder. Codovilla kon enige speelruimte creëren door Moskou niet, of slecht te informeren. En daarover maakte Moskou zich algauw zorgen.

Anarchisten

Moskou staat meteen paraat als er in Spanje op 17 juli 1936 rebellie uitbreekt. Nog op de dag van de opstand stuurt Moskou een telegram naar het politieke bureau van de Spaanse communistische partij. Het is geschreven door Dimitri Manuilski en Georgi Dimitrov, de politiek leiders van de Komintern. Vanwege de `alarmerende situatie die voortkomt uit de fascistische samenzwering’ geven de Komintern-leiders de opdracht maatregelen te nemen. Op de eerste plaats moet de partij `tegen elke prijs de rijen binnen het Volksfront sluiten, omdat elke scheur in het Volksfront door de fascisten gebruikt zal worden in hun strijd tegen het volk’. De communisten mogen dus geen conflicten aangaan met andere linkse groeperingen. Ze moeten eendrachtig samenwerken met de rest van de Volksfront-regering om te voorkomen dat de rebellie slaagt.

Twee dagen later volgt opnieuw een nerveus schrijven: `Bevestig ontvangst van ons lange telegram. We verwachten onmiddellijk informatie over gebeurtenissen. Werken de partijen van het Volksfront solidair samen om de fascistische putsch te bezweren? Hoe is de situatie binnen het leger?’ Op 20 juli schrijft Codovilla: `Militaire opstand onder controle. Autoriteit onze partij, dankzij heroïsche strijd communisten, enorm vergroot. Nu proberen we victorie in goede banen te leiden en voordelen te bewerkstelligen voor de volksmassa’s.’

Codovilla is alvast bezig de buit te verdelen en blijkt geen enkel oog te hebben voor de werkelijkheid. De opstand is weliswaar mislukt, maar zeker niet definitief neergeslagen. Moskou reageert vermanend: `Raak niet bedwelmd door de eerste successen. We herhalen eens te meer: het belangrijkste is het Volksfront overeind te houden en te versterken.’ Vermoedelijk omdat berichten uit de internationale pers een ander beeld geven van de strijd in Spanje, volgt de dag erna opnieuw een telegram van het Komintern-secretariaat. Dimitrov wil van Codovilla serieuze informatie over de feiten. En hij herhaalt: `Raak niet in vervoering over plannen voor na de overwinning.’

De voorzichtige strategie van Stalin om de partijen van het Volksfront tot eendrachtige samenwerking te manen verandert in 1937. Dan wordt de tolerantie ten opzichte van andere linkse partijen minder. Op 3 mei breken in Barcelona zelfs bloedige straatgevechten uit tussen het leger, dat wordt gedomineerd door de communisten, en anarchisten en aanhangers van de revolutionaire marxistische partij Partido Obrero de Unificación Marxista (POUM). De anarchisten en POUM-leden, sterk vertegenwoordigd in Catalonië, zijn van mening dat de oorlog alleen kon worden gewonnen door het realiseren van een arbeidersrevolutie. Daarna zouden zij vanzelf de overwinning behalen op de fascisten. Die visie ging recht in tegen de strategie van de communisten; een sociale revolutie zou immers de buitenlandse politieke belangen van de Sovjet-Unie in gevaar brengen.

Radosh en Habeck suggereren dat de communisten het conflict in Barcelona hebben uitgelokt om de machtspositie van de radicale POUM en de anarchisten te breken. De historici citeren een rapport van een vertegenwoordiger van de Komintern in Barcelona. Daarin maakt hij de linkse tegenstanders van de communisten uit voor `fascisten, of semifascisten’, die eigenlijk hopen op `een overwinning door de vijand’. De vertegenwoordiger schrijft twee weken voor de 3e mei dat de communisten hebben besloten een crisis `te verhaasten en indien nodig uit te lokken’. Dit is geen direct bewijs dat de strijd in Barcelona door de PCE is uitgelokt, maar het resultaat komt de communisten wel goed uit: er wordt een nieuwe regering gevormd die de POUM ontbindt.

Paranoia

Het neerslaan van de arbeidersrevolutie in Catalonië past binnen de buitenlandse politiek van Stalin. Maar in Spanje wekt de steeds intolerantere houding van de communisten veel ergernis bij de andere linkse partijen. De spanning tussen het streven van de communisten om enerzijds de democratie te verdedigen en anderzijds een communistische dominantie te bewerkstelligen binnen het Volksfront wordt steeds groter. En vanaf 1937 krijgen de zuiveringsprocessen tegen de trotskisten in Moskou hun weerslag in Spanje.

‘In de hitte van de zuiveringen stuurt Stalin de beestachtige Bulgaarse Komintern-vertegenwoordiger Stepan Minev Ivanov, bijgenaamd Stepanov, naar Spanje. Stalin ziet in Moskou overal trotskisten en verraders, en Stepanov ziet hier hetzelfde. Stepanov vertelt wat Stalin wil horen en Stalin laat zich daar nog eens door opjutten. Het gevolg is authentieke paranoia. Stalin wilde de democratie in Spanje verdedigen, maar het is de vraag of het stalinisme in staat was tot een democratische politiek,’ aldus Elorza.

De pogingen van de communisten om ook in Spanje zuiveringsprocessen te starten en de activiteiten van de geheimagenten van de Sovjet-Unie, die POUM-leider Andrés Nin vermoorden, leiden tot een politiek isolement van de communisten. Dit betekent overigens niet dat zij hun invloed binnen de regering verliezen. De communisten hebben in het leger een sterke positie verworven; bovendien garanderen ze de militaire steun van de Sovjet-Unie aan de Spaanse republiek.

Volgens Elorza heeft Stalin in februari 1938 genoeg van zijn Spaanse avontuur, dat militair een verloren zaak lijkt. Het land is in de ogen van de dictator een spionnennest geworden. In 1938, na de Anschluss van Oostenrijk bij Duitsland, raadt Moskou de PCE aan `de drukkerij te verlaten’ – codetaal voor het advies uit de regering te stappen. Stalin zoekt toenadering tot Engeland in het licht van de groeiende agressie van het fascisme. Hij is bang dat de fascisten de communistische aanwezigheid in de regering zullen aangrijpen om Engeland te wijzen op de alarmerende verspreiding van het communisme in Europa. Maar als het er niet naar uitziet dat een pact met Engeland mogelijk is, besluit hij toe te geven aan de PCE, die in de regering wil blijven. Daarmee blijft het avontuur voortduren tot 1939, als het leger van de rebellen de overwinning behaalt.

Habeck en Radosh concluderen dat Stalin Spanje uiteindelijk heeft verraden. Habeck: `Hij kwam zogenaamd de republiek verdedigen, maar in feite zouden zijn plannen voor een stalinistische volksrepubliek de democratie hebben vernietigd en hebben geleid tot een autoritaire politiestaat.’ Stalin gebruikte zijn militaire hulp als chantagemiddel. Die zou hij intrekken als zijn pogingen om de politieke situatie in Spanje onder controle te houden op tegenstand zou stuiten van de republikeinse regering.

Elorza spreekt liever van manipulatie: `Stalin verdedigde de democratische republiek vanuit een praktisch oogpunt, omdat dat uitkwam in zijn internationale politiek. Op den duur had hij de democratie in Spanje opgeblazen. Maar Spanje zelf interesseerde hem uiteindelijk niet zoveel. Het land was niet meer dan een pion in zijn strategie.’

Gijs Versteegen is correspondent van Historisch Nieuwsblad in Madrid.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.