Wat dreef Josef Mengele? De zwart-witfilm Das Verschwinden des Josef Mengele probeert deze ‘Engel des doods’ te doorgronden, maar slaagt daar slecht in. De verfilming van de non-fictieroman van Olivier Guez blijft aan de oppervlakte.
De Russische regisseur Kirill Serebrennikov wilde ‘de camera in het brein van Mengele zetten en zijn motivatie laten zien’. Hij week vijf jaar geleden uit naar het Westen en het ontbreekt hem duidelijk niet aan ambitie. De film opent met beelden van een groep medische studenten in 2023, die in een instituut in São Paulo het skelet van Mengele onderzoeken. De zwarte ironie zal niemand ontgaan: Mengele is nu zelf voorwerp van medisch onderzoek geworden.
Wat volgt is een film die Mengele – snorretje, zonnebril en hoed – volgt op zijn jarenlange vlucht voor arrestatie in Zuid-Amerika. De film toont hem in 1956 in Buenos Aires, in 1959 in Paraguay en in 1977 in Brazilië. Tussendoor zien we hem in 1956 – ongelofelijk – op geheim bezoek bij zijn familie in Duitsland. Wat de film goed laat zien is dat Mengele uit angst voor arrestatie altijd in onzekerheid leeft. Op straat houdt hij alles en iedereen in de gaten en ook op onderduikadressen is hij nooit op zijn gemak.
Maar de film slaagt er niet in duidelijk te maken hoe ‘het brein’ van Mengele werkt. Hij bleef tot aan zijn dood een overtuigde nazi, maar opmerkingen als ‘de Duitse spirit zal weer rijzen’ en ‘dood en moed gaan altijd hand in hand’ klinken als onbeholpen samenvattingen van Mengeles gedachten. Ook het beeld van de verhouding met zijn zoon, die hem in 1977 in Brazilië opzoekt, is van dik hout zaagt men planken. Mengele scheldt hem uit voor ‘sissy’ en tiert dat hij voor hem een ‘nobody’ is. Toch bevat de film één verpletterende sequentie. Een geluidloze flashback toont Mengele in 1943 in Auschwitz bij een van zijn medische experimenten. De gruwelijke, gespeelde scènes blijven lang hangen.

