In 1937 schilderde Henri van de Velde het monumentale schilderij De Nieuwe Mensch, dat uitdrukking gaf aan het nationaal-socialistische gedachtegoed. Het werk eindigde in Musserts werkkamer, en werd tijdens de bezetting de oorlog ingezet als propagandamiddel. Vanaf 2009 is het te zien in de opstelling over de twintigste eeuw van het nieuwe Rijksmuseum.
In 1937 kreeg Henri van de Velde (1896-1969) – niet te verwarren met de gelijknamige Belgische architect en schilder – de opdracht een schilderij van monumentale afmetingen te maken met een verbeelding van De Nieuwe Mensch of, zoals Van de Velde het in 1946 omschreef: ‘een schilderstuk welke uitdrukking gaf van het Nationaal-Socialisme.’ Zowel de opdrachtgever, mr. Louis Elise
Van de Velde had zich in 1933 bij de NSB aangesloten, geïnspireerd door de relatie tussen fascisme en kunst tijdens een verblijf in Italië. De kunstenaar behoorde tot de stroming van de realisten, wat in zijn geval een uitgesproken keuze betekende tegen het abstracte werk van die tijd. In zijn techniek probeerde Van de Velde terug te keren tot de oude meesters. De nadruk op het ‘métier’ van de kunstenaar vormde een belangrijk facet van zijn werk en was tevens een reden om het werk van de abstracten af te keuren.
Van de Velde kwam uit een relatief welgestelde familie en was verwant met bankier en directeur van de Nederlandse Handel Maatschappij C.J.
Het schilderij trok de nodige aandacht van de pers. Kasper Niehaus beschreef het in
Dat hij De Nieuwe Mensch desondanks exposeerde,
Salon-communistisch gewauwel
De kunstenaar en de opdrachtgever van De Nieuwe Mensch kenden elkaar doordat zij behoorden tot een kleine kring van families die door koloniale banden en familiebanden met elkaar verknoopt waren. Louis van Leeuwen Boomkamp (geboren in 1903) was in de jaren dertig lid van de Adviescommissie Indische Zaken van de NSB. In 1935 vergezelde hij Anton Mussert op diens reis naar Nederlands-Indië. Mede daardoor werd hij Musserts vertrouweling; de Indische reis werd door Mussert als in een roes beleefd en vervolgens gekoesterd als een prachtige herinnering.
Politiek gezien radicaliseerde de NSB in de jaren 1937-’38, wat nauw samenhing met de ontwikkelingen in Duitsland en de verkiezingsnederlaag van de NSB in 1936. Termen als ‘Joodse wereldmacht’, ‘Brits-Joodse propaganda’ en ‘Joods-communistische kringen’ vloeiden steeds makkelijker uit Musserts pen. In oktober 1938 sloot hij de NSB voor Joden. In april 1940 vertrok
Vervolgens verliezen we het schilderij enkele jaren uit het oog, totdat het opduikt op propagandistische affiches, die in januari 1943 de voorpagina van de krant haalden. De affiches werden waarschijnlijk al in 1942 gemaakt, vanwege de tentoonstelling Herlevend Nederland die in 1942 en 1943 door Nederland reisde. Bij de tentoonstelling verscheen een ansichtkaart van De Nieuwe Mensch met een oproep de affiches te kopen en thuis op te hangen: ‘een sieraad voor uw kamer.’ Ze moeten zijn geproduceerd door of in nauw overleg met Van de Velde; kort na de oorlog werd de lithografische steen voor het drukken van de affiches bij hem thuis in beslag genomen.
Van de Velde behoorde in 1942 en ’43 tot degenen die door de machthebbers gezien werd als een goede kunstenaar. Juist toen werd de toon over foute en goede kunstenaars buitengewoon fel. Frans Hannema, die De Nieuwe Mensch in januari 1943 lovend besprak in het Handelsblad, haalde in juli 1942 een aantal kunstenaars genadeloos door het slijk in een stuk getiteld ‘Cultuur-bolsjewisme in Amsterdam’. ‘Het mag echter niet langer plaats vinden, dat zulke wilde en volkomen volksvreemde producten ons als serieuze “kunst” worden voorgezet. Dit met salon-communistisch gewauwel, Amerikaansche snob-mentaliteit en aziatisch raffinement geïnfecteerd gedoe dient uit ons kunstleven radicaal te worden geweerd.’
De felle toon had alles te maken met de oorlogssituatie. Na de Blitzkrieg was de Duitse oorlogsmachine voor het Kanaal, in Noord-Afrika en in Rusland tot stilstand gekomen en deels al op de terugtocht. Duitsland kwam in het defensief nadat Rusland en de Verenigde Staten zich bij de geallieerden gevoegd hadden. In
Mystificatie
In de begeleidende teksten van de ansichtkaart en de affiches komen twee opmerkelijke fouten voor: het schilderij zou geschilderd zijn in opdracht van Mussert, en het zou niet in 1938-’39 maar in 1933 zijn vervaardigd. Het is verleidelijk hierin een bewuste mystificatie te zien, die past in
De behoefte om loyaliteit aan de nationaal-socialistische revolutie uit te drukken en die loyaliteit terug in de tijd te projecteren, was groot. Met dit schilderij konden Mussert en Van de Velde naar voren treden als figuren die al aan het begin van de nationaal-socialistische revolutie het licht zagen. Zoals Hannema het in januari 1943 verwoordde: ‘Het is wel opmerkelijk, dat de kunstenaar de politieke ontwikkeling, zooals die zich in onze dagen afteekent, juist blijkt te hebben vervoeld.’
Van de Velde was in het voetspoor van Mussert meegegaan van
Een jaar later, in juli 1943, sloot Van de Velde een contract met makelaar Pieter van den Hoek, waarbij deze hem beloofde te helpen bij
Van de Velde zal na de oorlog nog lange tijd met gemengde gevoelens op de oorlogsjaren teruggekeken hebben. Terwijl ‘foute’ kunstenaars als Raoul Hynckes en Pyke Koch dat verleden van zich af konden schudden en vaak eufemistisch werden aangeduid als ‘vermeende fascist’, blijft aan Van de Velde tot op heden het etiket ‘fout’ kleven. Instellingen ontdeden zich van zijn schilderijen of gaven zijn werk een plaats in het depot. Op veilingen worden zijn schilderijen voor weinig geld verkocht.
Door Van de Veldes keuze voor het nationaal-socialisme kwam hij tegenover zijn zus Elisabeth en haar man Carel van Lier te staan. In het voorjaar van 1941 stond Van Lier bloot aan scherpe kritiek. Het SS-blad De Storm schreef op 18 mei 1941 naar aanleiding van een tentoonstelling bij Van Lier over de ontaarde kunst die bij deze ‘joodsche kunsthandelaar’ getoond werd. Een jaar later volgde de ‘arisering’ van de Kunstzaal.
Eind maart 1943 vond de aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister plaats onder leiding van kunstenaar Gerrit van der Veen. Een van de andere deelnemers was schilder en schrijver Willem Arondeus. Na diens arrestatie trof men bij hem een notitieboekje aan waarin Van Liers naam stond. Van Lier werd opgepakt en verbleef bijna een jaar in Kamp Westerbork. In 1944 werd hij op transport gezet naar Polen. Na verschillende omzwervingen overleed Van Lier in februari of maart 1945 aan uitputting en honger in het kamp Neuengamme.
Kees Zandvliet is hoofd geschiedenis van het Rijksmuseum Amsterdam.
‘Het communisme en kapitalisme zijn de werkelijke vijanden’
De propaganda-affiches uit 1942-’43 met het schilderij De Nieuwe Mensch zijn, waarschijnlijk door Van de Velde zelf, of door iemand die in nauw contact met hem stond, voorzien van een verklarende tekst:
De heldenfiguur met het vlammende zwaard heeft datgene ter aarde geworpen, wat Europa anderhalve eeuw als koning heeft geregeerd: het rationalisme, afkomstig uit de Fransche revolutie. Het bleek dat de koningsfiguur, hoewel uiterlijk gaaf en voorzien van kroon en scepter, reeds uitgeteerd was tot een geraamte [onder het skelet liggen de uit handen geslagen boeken van Marx, Darwin en Voltaire].
Opziende naar het licht, vragende om bezieling en rein inzicht, worden hem nu de werkelijke vijanden, die hij te bestrijden heeft, voor oogen geplaatst: aan zijn linkerhand het kapitalisme, aan zijn rechterhand het communisme.
Het kapitalisme is
Het communisme wordt uitgebeeld door den bolsjewiek [Lenin] met revolver en zweep, die zich op een kar laat voorttrekken, de dood loert om zijn schouder; het wijf heeft de kerk in brand gestoken, zij steekt de tong uit tegen het Christusbeeld: de priester ligt vermoord voor het altaar. Duisternis blijft daar, waar de bolsjewiek is geweest. Het volk trekt, naakt uitgeschud, de kar. Hoe harder het trekt des te eerder is het in het moeras verzonken.
Kortom, de nieuwe, fascistische mens vertrapt het gedachtegoed van de Verlichting en trekt, het kapitalisme en communisme bestrijdend, op naar een nieuwe maatschappelijke orde. Deze tekst is van 1942-’43, maar de betekenisgeving dateert natuurlijk van vier jaar eerder, toen Van de Velde het werk schilderde en de NSB radicaliseerde.
Dit artikel is exclusief voor abonnees