Home Dossiers Rusland ‘De NAVO heeft niets te zoeken in de voormalige Sovjet-Unie’

‘De NAVO heeft niets te zoeken in de voormalige Sovjet-Unie’

  • Gepubliceerd op: 23 juni 2009
  • Laatste update 03 nov 2022
  • Auteur:
    Maurice Blessing
  • 4 minuten leestijd
‘De NAVO heeft niets te zoeken in de voormalige Sovjet-Unie’
Cover van
Dossier Rusland Bekijk dossier

‘De NAVO heeft niets te zoeken in de voormalige Sovjet-Unie’

Anton van Hooff, docent klassieke cultuurgeschiedenis aan de Universiteit Nijmegen

‘Ik ben het daar niet mee eens. De drie Baltische staten zijn een aantal jaren geleden volwaardig lid geworden van de NAVO. Dat was niet alleen gunstig voor die landen zelf, maar ook voor de wereld. De NAVO kan daarom ook de deur openen voor Georgië en Oekraïne.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Ik zie dat niet als een aantasting van Russische rechten. Georgië en Oekraïne zijn autonome staten die volledig vrij zijn om hun eigen bondgenoten te kiezen. Het is de kerntaak van de NAVO om het Noord-Atlantische grondgebied – en dus niet Afghanistan – te verdedigen. Een streven naar strategische diepte is daarbij legitiem. De NAVO hoeft zich niet door Rusland te laten voorschrijven met wie men een relatie kan aangaan.

Rusland is de laatste jaren assertiever geworden. Ik zag op televisie dat tijdens de laatste 8 mei-parade in Moskou de hamer en sikkel weer werden meegedragen. Veel Russen dromen nog steeds van de oude macht van de Sovjet-Unie, en Poetin heeft de ineenstorting van dit rijk “de grootste geopolitieke ramp van Rusland” genoemd. Tegenover deze toenemende Russische assertiviteit moet de NAVO zich niet halfzacht, maar zelfbewust opstellen. Dat zal ook de democratische krachten binnen Rusland ten goede komen, die het nu zwaar te verduren hebben.’

Ruth Oldenziel, Amerika-deskundige en hoogleraar aan de Technische Universiteit van Eindhoven

‘Toen in 1989 de Muur viel, maakte men zich bij de NAVO ernstige zorgen over het voortbestaan van de organisatie. Tegelijk met de communistische regimes in Oost-Europa leek immers ook de bestaansgrond van de organisatie te verdwijnen. Sindsdien is de NAVO op zoek gegaan naar nieuwe opdrachten. Maar men is er nooit helemaal in geslaagd een nieuwe taak te formuleren. In feite is er geen grens meer aan de activiteiten van de NAVO. En dat baart zorgen, want het is geen VN-achtige organisatie.

Hoewel de NAVO ooit is opgericht om West-Europa te beschermen tegen bedreigingen uit het oosten, is deze geleidelijk uitgegroeid tot een buitenlands politiek instrument van de Verenigde Staten. Dat zie je terug in de interesse van de NAVO voor een mogelijk lidmaatschap van Georgië. Dit heeft niets te maken met het bevorderen van democratie in de regio. Het is weinig meer dan een ordinaire strijd met Rusland om macht en invloedssferen.

Georgië ligt in een strategisch belangrijk grensgebied – controle over dit gebied kan de Russische energiepolitiek dwarsbomen. Het biedt daarnaast toegang tot de strategisch belangrijke olie- en gasvoorraden in het Midden-Oosten. Via pijpleidingen door Georgië kunnen die voor het Westen worden veiliggesteld. Ik begrijp daarom de zorgen van Poetin.’

James Kennedy, hoogleraar Nederlandse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam

‘Ik ben net in de Baltische staten geweest. Je ziet daar nog duidelijk de angst voor het traditionele Russische imperialisme. Rusland meent immers een historisch recht op de Baltische staten te kunnen laten gelden. Dit leidt tot een voortdurende latente dreiging. In hun EU-lidmaatschap zien de Balten te weinig waarborgen tegen hernieuwde Russische agressie. Vandaar dat men sterk hecht aan een door Washington geleid militair bondgenootschap.

De omstandigheid dat een land ooit tot de Sovjet-Unie heeft behoord mag dan ook nooit doorslaggevend zijn voor de vraag of dat land lid mag worden van de NAVO. Er moet slechts worden beoordeeld of een natie in staat is – en de bevolking ervoor voelt – deel uit te maken van een in oorsprong militair trans-Atlantisch bondgenootschap. Dat zal van land tot land verschillen.

Zo brengt een toekomstig lidmaatschap van Oekraïne en Georgië, landen waar de democratie nog niet is uitgekristalliseerd, risico’s met zich mee. Bij Oekraïne komt daar nog de omstandigheid bij dat een groot deel van de bevolking niets voelt voor een westers bondgenootschap. In deze landen moet de NAVO voorzichtig opereren. Het lijkt me daarom verstandig dat Georgië enkel op langere termijn een lidmaatschap wordt voorgehouden. Mits van uitstel niet automatisch afstel komt.’