Eind november verschijnt De legende van Vleermuisvechter, een vertaling van een Indonesisch stripverhaal uit 1990. In deze satirische comic strijden Indonesische vrijheidsstrijders tegen de VOC. De helden van het verhaal lijken op de Gallische stripfiguren Asterix en Obelix, maar in plaats van de Romeinen nemen zij het op tegen de Nederlanders.
‘Een strip leent zich goed voor moeilijke onderwerpen als de koloniale geschiedenis,’ vertelt initiatiefnemer Tom van der Geugten. Samen met zijn dochter Jolien van der Geugten liet hij het beeldverhaal vertalen en maakte hij er lesmateriaal bij voor het onderwijs. ‘Stripverhalen zijn makkelijk te begrijpen; ze zijn concreet en heel direct. Bovendien is het verhaal niet zwaar of beschuldigend dankzij de humor in de strip. De tekenaar uit wel kritiek op de VOC, maar er wordt niet met een beschuldigende vinger naar het Nederland van nu gewezen.’
Meer historisch nieuws lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Het verhaal speelt zich af op Java aan het begin van de zeventiende eeuw, als de VOC haar macht in Batavia uitbreidt. De Indonesische helden Vleermuisvechter en Na’ief verzetten zich tegen de manschappen van Jan Pieterszoon Coen, die is getekend met de scherpe gelaatstrekken van een schurk. ‘Het kan bijna niet anders dan dat deze strip gebaseerd is op Asterix en Obelix,’ denkt Van der Geugten. ‘In een van de tekeningen kaffert Coen zijn soldaten uit op een manier die doet denken aan de Asterix-strips.’
Hoe kwamen jullie op het idee om deze strip te vertalen?
Tom: ‘Ik kwam het stripboek toevallig tegen en zag er Nederlandse woorden in staan. Dat vond ik ongelofelijk, net als het feit dat bijna niemand in Nederland weet dat deze strip aan de andere kant van de wereld verschenen is. In Indonesië was de reeks over Vleermuisvechter namelijk bijzonder populair. Kinderen lazen het zoals wij hier de Donald Duck lezen.’
Jolien: ‘In mijn dagelijkse werk ben ik bezig om mensen een stem te geven op het gebied van gezondheid. Ik zag raakvlakken met het vertalen van deze strip, want hiermee geven we het Indonesische perspectief een stem. Die wordt nu nog nauwelijks gehoord in Nederland.’
Is een stripverhaal een goede manier om het koloniale verleden bespreekbaar te maken?
Tom: ‘Zeker, want een strip is laagdrempelig. Het verhaal is niet beschuldigend naar de Nederlanders toe; ze worden op een luchtige manier voor aap gezet. Daarnaast zitten er zowel goede als slechte Nederlanders in het verhaal, net als goede en slechte Indonesiërs. Het is een beladen onderwerp dat op een onbeladen manier aan de orde wordt gesteld.
Volgens mij is het een eye-opener dat Indonesië in een strip zo luchtig doet over deze geschiedenis. In veel andere boeken en media wordt benadrukt dat de Nederlanders slecht waren en dat Indonesië slachtoffer was van de koloniale geschiedenis. Deze Indonesische strip laat goed zien dat er ook anders over gedacht en geschreven werd.’
Waar liepen jullie tegenaan bij het vertalen?
Tom: ‘De Nederlandse teksten vallen vaak langer uit dan de Indonesische, maar ze moesten wel in de ballonnetjes passen. Waar bijvoorbeeld letterlijk stond “Hij is een geit met vooruitgestoken lippen”, hebben wij er “Hij heeft een geitenbek” van gemaakt. Bij sommige uitdrukkingen was bovendien uitleg nodig, zoals bij bepaalde Indonesische planten en vruchten. We hebben ook discussie gevoerd over de Chinese uitspraak van de “R” en de “L” in het verhaal. In de originele strip spreken Chinese figuren de “R” namelijk als een “L” uit, en Jolien stelde dat ter discussie.’
Jolien: ‘We vroegen ons af waarom de stripmaker daarvoor had gekozen. We hebben een logopedist geraadpleegd die ons uitlegde dat die uitspraak te maken heeft met het feit dat de R- en L-klanken in het Mandarijn weinig verschillen, waardoor het voor Chinezen lastig is om de R- en de L-klanken van andere talen verschillend uit te spreken. Dat wisten we niet.’
Tom: ‘We hebben het uiteindelijk laten staan zoals in het origineel, maar achterin wel een uitleg toegevoegd. We wilden geen zelfcensuur toepassen, zoals bij boeken van Roald Dahl is gebeurd. Dit stripalbum moet een authentiek cultureel product uit het Indonesië van 1990 zijn.’
Is de Indonesische humor goed te begrijpen voor Nederlandse lezers?
Tom: ‘Ja hoor. Net als in Asterix en Obelixzitten er veel grappige anachronismen in. Zo wordt er een wasbordje als skateboard gebruikt en wordt er kritiek geleverd op moderne verkeerswetten in Jakarta. De Nederlanders worden op grappige wijze gestereotypeerd, net als bij de Romeinen gebeurt in Asterix. Een van de Nederlandse figuren heet bijvoorbeeld “Marietje van der Bloemkool”, en bij een van de gevechten is een Nederlandse administratiemedewerker het aantal afgevuurde kogels aan het tellen, omdat Nederlanders zo zuinig zijn.’
Er zitten ook veel verzinsels in de strip. Is voor lezers duidelijk wat feit en wat fictie is?
Tom: ‘Ook daarover hebben we achterin het een en ander uitgelegd. In de strip wil Jan Pieterszoon Coen een steen met heilige inscriptie vernietigen om zijn stad uit te breiden, dat is overduidelijk fictie. Maar het is wel een feit dat hij Jacatra verwoestte en Batavia stichtte, en dat hij vanuit daar de koloniale macht heeft geconsolideerd. Die steen met inscriptie bestaat overigens wel echt en ligt in een Indonesisch museum. Dat laat zien hoe nationalistisch dit stripverhaal is.’
Gaat de vertaalde strip ook op scholen gebruikt worden?
Jolien: ‘In mijn schooltijd kwamen er in de les wel eens stripboeken voorbij waarbij ik al snel merkte: “dit is gemaakt om ons iets te leren”. Dan haakte ik vrij snel af. We hebben daarom lesmateriaal gemaakt bij enkele bladzijden over een spannend deel van dit authentieke verhaal. Aan de hand daarvan leren leerlingen het Indonesische perspectief herkennen.’
Wat willen jullie verder met de strip bereiken?
Jolien: ‘We hopen dat het de discussie over het koloniale verleden en de verschillende perspectieven daarop aanzwengelt. Dat is bij mij al gebeurd. Als het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen voorbijkwam in het nieuws, zag ik dat als een onderwerp waar belangrijke historici wat over te zeggen hadden. Maar nu ik de strip heb gelezen, kan ik een beter beeld vormen van de betekenis van het standbeeld. Het is me nu duidelijk welke meningen er zijn en hoe het Nederlandse en Indonesische perspectief van elkaar verschillen. En dat ik daar iets van mag en kan zeggen.
Dankzij de strip ben ik ook meer te weten gekomen over mijn Indische roots. Ik heb het nieuws over de vertaling op mijn sociale media gedeeld, en daar kreeg ik reacties van mensen die ik al jaren ken, en van wie ik niet wist dat ze ook Indische wortels hebben. Het is een manier om met mijn eigen verleden in aanraking te komen en dat kan verbindend werken. Die bijvangst had ik niet verwacht.’
Gaan jullie nog meer Indonesische stripverhalen in Nederland uitbrengen?
Tom: ‘Dit is pas het eerste van zeven delen van Vleermuisvechter, en het eerste deel eindigt met een cliffhanger. Dus we hopen ook de volgende verhalen te publiceren. Bovendien moeten er ergens nog twee delen liggen die nooit zijn verschenen, die willen we opsporen en misschien ook in het Indonesisch uitgeven.’