Home De Grote Museum Test

De Grote Museum Test

  • Gepubliceerd op: 23 juni 2005
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Frans Smits
De Grote Museum Test

Een paar vakantiedagen over? U wilt naar een historisch museum. We zetten op een rij waar u naartoe móét en waar u beter weg kunt blijven.
De ontvangst in het Schielandhuis van het Historisch Museum Rotterdam is vriendelijk. Maar als we een blik werpen op het informatiemateriaal bij de kassa, wordt de folder van de tijdelijke tentoonstelling Schoppen tegen het gezag. Van Kaat Mossel tot Pim Fortuyn snel weggehaald.

We snappen pas later waarom. Een plattegrondje van het museum krijgen we niet mee en bewegwijzering ontbreekt. Na lang zoeken vinden we een trap naar de eerste etage, waar de tentoonstellingen beginnen.Later komen we erachter dat er ook nog een expositiekelder is. Het restaurant biedt troost. Goede bediening, heerlijke kroketten en een mooi uitzicht op de classicistische binnentuin, waar je bij mooi weer kunt zitten.


Tijd om naar Schoppen tegen het gezag te gaan. Als we vol verwachting op de vierde etage aankomen, zien we slechts dozen en lege vitrines. Twee dames die bezig zijn museumstukken in te pakken komen gegeneerd naar ons toe. 'Een misverstand,' zegt een van hen. 'Op de folder en de poster stond een verkeerde datum. De tentoonstelling liep tot eergisteren en niet tot vandaag.' We zeggen dat we ons behoorlijk bekocht voelen en de dames zijn het met ons eens. 'Wilt u die boodschap ook nog eens beneden aan de meneer achter de kassa doorgeven?'

Vorig jaar testte Historisch Nieuwsblad acht buitenlandse historische musea. In 2001, 2002 en 2003 bezochten we elk jaar tien grote historische musea in Nederland. Ook dit jaar blijven we in eigen land. We onderzoeken tien lokale en regionale musea (zie kader). Net als vorige jaren vragen we ons af: doen de musea hun best voor u? Bent u er als klant koning? Is de presentatie verzorgd? Worden er mooie verhalen verteld? Steekt u er iets op? En: wordt u er vermaakt?

Hoogzwangere vrouw
Allereerst kijken we naar de klantvriendelijkheid op basis van negen criteria: wachttijd bij de kassa, informatie (folders, catalogi), voorzieningen (toegang met rolstoel, garderobe, toiletten, zitgelegenheid), personeel (vriendelijk én geïnformeerd), kwaliteit van het restaurant, de museumwinkel en de tijdelijke exposities, en brandveiligheid. Drie musea scoren onvoldoende: het Nieuwland Erfgoedcentrum in Lelystad, het Historisch Museum Rotterdam en het West-Fries Museum in Hoorn. Twee musea zijn goed: Cultuur onder Dak Apeldoorn en het Veenkoloniaal Museum in Veendam.

Nergens hoeven we lang te wachten bij de kassa. In verschillende musea hebben we het rijk alleen. Ook in het Nieuwland Erfgoedcentrum zijn we de enigen. Maar snel binnen zijn we er niet. De gloednieuwe kassa levert problemen op en er is een ingewikkeld systeem met een hekje dat open moet als je de tentoonstelling in wilt.

De folders zijn vrijwel overal in orde. In het West-Fries Museum moet je ervoor betalen (euro 0,50). Daar staat tegenover dat de toegangsprijs laag is (euro 2,50). In het Noordbrabants Museum beweert de mevrouw achter de kassa dat er geen folders zijn – misschien in de toekomst weer wel. Als we het museum verlaten, ligt er een stapel folders bij de kassa! De brandveiligheid is overal goed, en je kunt overal komen met een rolstoel, behalve in het West-Fries Museum, waar ook erg weinig toiletten zijn.

Droevig is het gesteld met de bewegwijzering. Die voldoet maar in vier musea. In Cultuur onder Dak Apeldoorn lopen de tentoonstellingen naadloos in elkaar over. Het enige wat de bezoeker erop wijst dat hij niet meer door de aziatica-opstelling ('het Rijksmuseum op de Veluwe') loopt, maar vertoeft op de tijdelijke tentoonstelling over de Apeldoornse wijk De Parken, is dat het gehalte boeddhabeelden drastisch is gedaald.

Als je het ingewikkelde toegangshekje van Nieuwland Erfgoedcentrum bent gepasseerd, is er wel een trap, maar loop je automatisch gelijkvloers door naar achteren, want daar lokken allemaal leuke dingen. Daardoor spendeer je veel tijd in de tijdelijke tentoonstelling en de presentaties voor kinderen, terwijl je die beter kunt waarderen als je eerst de vaste opstelling hebt gezien. Helemaal bont maakt Museum Flehite in Amersfoort het. Het bordje met 'Geschiedenis tot 1000' leidt' naar een tentoonstelling over Amersfoort in bezettingstijd.

We treffen bij de helft van de musea vriendelijk én geïnformeerd personeel aan. Een medewerkster van het Zaans Museum legt ons smaakvol uit wat het 'Zaans drama' is: een boer verrichtte een heldendaad die hemzelf en zijn hoogzwangere vrouw fataal werd. Het personeel van Museum de Lakenhal in Leiden is hyperactief. Het komt ongevraagd met stiften voor de kleintjes die we hebben meegenomen, het wijst aan in welke kluisjes geen munten hoeven, het reset het computerspel, weet waar alles staat en waarom Lucas van Leyden bijzonder was. Als de kinderen een harnas uit elkaar proberen te sleutelen, komt het met alternatieven. In Zwolle gaat het heel anders. Het personeel spreekt ofwel geen fatsoenlijk Nederlands, ofwel geeft je het gevoel dat elke vraag er een te veel is.

We komen maar twee goede museumrestaurants tegen: in Historisch Museum Rotterdam en Cultuur onder Dak Apeldoorn. Elders is het bar en boos: in het Stedelijk Museum Zwolle staat een koffieautomaat waar je euro 1,30 in moet gooien. Wil je een blikje fris, dan moet je naar de balie, waar iemand wordt gebeld die het blikje komt brengen. In het Noordbrabants Museum is het assortiment veel groter, maar de kwaliteit is matig: de kippensoep is lauw en zout, en daar betalen we maar liefst euro 2,65 voor. Een heerlijk broodje Nieuwland krijgen we voorgeschoteld in het Nieuwland Erfgoedcentrum. Helaas wordt onze smaak bedorven door een enorme rioollucht die opstijgt uit een putje op het terras.

De museumwinkels zijn doorgaans in orde; ze hebben wel vaak veel te hoge prijzen. In Zwolle kun je uitsluitend wat ansichtkaarten en glaswerk bij de kassa kopen. Van de tijdelijke tentoonstellingen kon Virtuoze eenvoud. Gerrit de Blanken, pottenbakker uit Leiderdorp ons niet bekoren. Ook al niet door de malle aankondiging: 'Gerrit de Blanken oogst vooral waardering voor zijn zuiver gevormde kommen, schalen en vazen. De virtuoze dunwandigheid van zijn aardewerk is spreekwoordelijk.' De expositieruimte in het Zaans Museum staat leeg. 'Pas als er weer voldoende geld is, komt er een tijdelijke tentoonstelling,' vertelt een medewerkster droevig.

Jeugdstorm
Een goed museum is een mooi en aangenaam museum. Daarom gaat het tweede onderdeel van de test over de presentatie. Hoe is de vormgeving van de opstelling? Is de belichting in orde? Is er een goede route binnen de opstelling? Deugt het onderhoud en doen alle attracties het? En ten slotte: is de informatie goed en duidelijk?

Vijf musea scoren onvoldoende of dik onvoldoende: Cultuur onder Dak Apeldoorn, het Nieuwland Erfgoedcentrum in Lelystad, Museum Flehite in Amersfoort, het West-Fries Museum in Hoorn en het Stedelijk Museum Zwolle. Drie musea scoren goed of zeer goed: het Noordbrabants Museum in Den Bosch, het Zaans Museum in Zaandam en Stedelijk Museum de Lakenhal in Leiden.

'Neef Jan: "Zeg Wim, wanneer meld jij je eens voor de Jeugdstorm?" Wim: "Mag niet van mijn vader." Neef Jan: "Die ouwe van je toch. Ziet hij nog steeds niet in dat er ook goede dingen uit Duitsland komen?"' Tekst op een bordje in de Tweede-Wereldoorlogzaal van het Stedelijk Museum Zwolle. Kennelijk is deze opstelling voor kinderen bedoeld, maar nergens staat dat vermeld. De informatie is summier: hier en daar wat jaartallen en olijke gesprekjes op bordjes. Verder zijn er video's, maar die zijn defect of op kinderslot. Enkele video's zijn van Discovery Channel, niet vertaald, en beeld en geluid lopen niet synchroon. De presentatie in de Gouden-Eeuwzaal is even weinig boeiend. De stijlkamers – de ultieme antiquarische vorm van tentoonstellen – zijn het beste van dit museum.

Cultuur onder Dak Apeldoorn biedt onderdak aan een bibliotheek, een archief, een kenniscentrum en een museum. Het gebouw is ontworpen door Herman Hertzberger, dus veel licht en lucht en hip beton. De presentatie is ook buitengewoon hip. De historische opstelling Woudreuzen en Fluisterheggen, over de geschiedenis van Apeldoorn en de Veluwe, is bewust opgezet als een doolhof. De bezoeker moet op zoek naar zijn eigen verhaal. Geen vaste route, overal vitrines, veel objecten die soms om onverklaarbare redenen schuin staan (Moeder tegen dochter: 'Zeg, waarom staat dit hier allemaal zo scheef?') en een bombardement van beeld en geluid. De kleinste beweging is genoeg om een beeldscherm te laten aanfloepen of een geluidsfragment op te starten. Als we er zijn, is er ook een groep bejaarden die een rondleiding krijgt. Ze worden kierewiet van het lawaai en de rondleider zet de beeld- en geluidsinstallatie maar even uit.

De presentatie bevat een potpourri aan onderwerpen zonder chronologie: boeren in de steentijd, de echoput, Radio Kootwijk, Teunis Heetmeijer (een boer uit de twintigste eeuw), meisje van de wasserij, min van de koningin, Veluwse sagen. De informatie is vaak te bondig of ronduit onjuist: 'Wanneer de Romeinen weg zijn en de Middeleeuwen aanbreken, ligt Nederland er moerassig en dunbevolkt bij', 'De Christelijke kerk uit de Middeleeuwen splijt tijdens de Reformatie in de zestiende eeuw in tweeën. Er volgt een Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) die door de hervormden in hun voordeel wordt beslecht.' Cultuur onder Dak Apeldoorn zegt over zichzelf: 'CODA is meer dan een nieuw gebouw, het is een idee.' Een nog niet helemaal uitgewerkt idee, lijkt ons.

Het kan ook anders. Het Zaans Museum gaat over de geschiedenis van de Zaanstreek van de zestiende tot de twintigste eeuw. Er is een thematische opzet: wonen, werken, wind en water. De tentoonstelling is opgezet als een museumdepot: ijzeren stellages met glas ervoor. Hier en daar zijn er open plekken: het fabrieksplein, het houtplein. Er staan machines en andere objecten en er worden op grote schermen films vertoond. Bij elk onderwerp is er algemene informatie (bijvoorbeeld over huisraad); dan volgt het verhaal van een tijdgenoot (bijvoorbeeld een meubelmaker); en vervolgens kun je objecten bekijken (bijvoorbeeld een bank, een stoel, kopjes). Er is slechts één route mogelijk; heb je die doorlopen, dan heb je een prima beeld van de Zaanse geschiedenis.

Piefjes
Zomaar wat historische objecten in een zaal geplaatst, daar hebben we niks aan. Een historisch museum móét een verhaal vertellen. Een verhaal dat klopt en dat leerzaam, vermakelijk, prachtig en toegankelijk is – ook voor kinderen, allochtonen en toeristen. Het derde en belangrijkste onderdeel van de test gaat over het verhaal van de musea.

Twee musea doen het goed: het Noordbrabants Museum in Den Bosch en het Zaans Museum in Zaandam. Vier onvoldoende of dik onvoldoende: het Historisch Museum Rotterdam, Museum Flehite in Amersfoort, het West-Fries Museum in Hoorn en het Stedelijk Museum Zwolle.

Het West-Fries Museum bewaakt zijn spullen niet goed, bleek uit de grote roof enkele maanden geleden. Het stelt ze echter ook nog eens uitermate lelijk op en weigert een verhaal te vertellen. 'U kunt schilderijen, zilver, porselein en vele andere schatten uit het verleden bewonderen op het gebied van bijvoorbeeld kunst, scheepvaart en archeologie,' zegt het museum zelf. Inderdaad, maar meer ook niet.

We sjokken langs vijfentwintig kamers: van glazen uit de zeventiende eeuw naar de archeologie van Hoorn en dan weer naar de specerijen van de VOC. Grote airco's bederven het aanzien van de zaaltjes. Er zijn enorme lappen tekst (naast elkaar geplakte A4'tjes!) met algemene informatie die niet uitnodigen tot lezen. Bij objecten ontbreekt vaak informatie. Wat is dat daar, dat halfvergane schilderij? Geen bordje te vinden. Een suppoost legt uit: 'Het is een plattegrond van Batavia. Het schilderij is ooit gevonden op de zolder van het gemeentehuis en was toen al zo vergaan. Het schijnt bij Jan Pietersz. Coen op de werkkamer gehangen te hebben.' Kijk, dát willen we nou weten.

Even erg is Museum Flehite in Amersfoort: een ouderwets museum met vitrines, schilderijen en wat losse voorwerpen. Een verhaal ontbreekt. Eén zaal is totale chaos: onder negentiende-eeuwse stadsgezichten staat een motorfiets van de Amersfoortse firma Eysink, met schuin daarnaast een gemummificeerde ibispoot uit Egypte. Ook vreemd: in de zaal over de vroegmoderne tijd staat een maquette van het middeleeuwse centrum van Amersfoort, zoals dat er rond 1970 bij lag. Het museum is momenteel de opstelling aan het herschikken; wellicht dat die dan in elk geval minder chaotisch wordt. En in de zomer doet Flehite in een ziekenzaal aan living history. Dat onderdeel hebben we helaas niet kunnen testen.

De tentoonstelling in het Nieuwland Erfgoedcentrum in Lelystad begint met een bombastische film over visionair Lely in een grote blauwe doos waar het geluid zo hard staat dat je bijna tegen de achtermuur wordt geblazen. Je moet geen last hebben van claustrofobie, want de deuren gaan genadeloos dicht. Af en toe waait er een briesje en wordt er water over je heen gesproeid om het allemaal echt te doen lijken. Nieuwland heeft alle museale trucs uit de kast gehaald om de bezoeker te overdonderen. Fantastische presentaties, ook voor kinderen. Maar het verhaal verdrinkt in een overdaad aan museaal effectbejag. Ook wordt er te weinig verteld. De opstelling Op de grens van land en water draait rond personen. Maar met de informatie die er is worden zij niet tot leven gewekt. Soms is de informatie onbegrijpelijk. Op een bordje bij het Watertheater, een presentatie voor kinderen, staat: 'Met kribben kun je de rivier sturen. Als je tijd over hebt. Aan de piefjes op de bodem kun je zien hoe je het water laat kronkelen. De bedoeling van een krib schijnt vooral te zijn te zijn om het water in het midden van de rivier te houden. Waarom zou je dat eigenlijk willen?'

Stedelijk Museum de Lakenhal in Leiden heeft twintig plekken uitgezocht die illustratief zijn voor de geschiedenis van de stad. Bij elk onderdeel staat een foto van nu en afbeeldingen van lang geleden. Ook zijn er voorwerpen van toen en nu. Met teksten en filmpjes wordt verteld wat er zo bijzonder is aan de plekken. We zien de universiteit, een gracht in een arbeiderswijk en we leren iets over de textielindustrie en burgemeester Van der Werf, de held van het Leids Ontzet. De tentoonstelling is afwisselend en creatief ingericht en geeft ons een goede indruk van de geschiedenis van Leiden.

Het Noordbrabants Museum in Den Bosch had dit jaar de aardige en zeer succesvolle tijdelijke tentoonstelling Knus. Nederland in de jaren vijftig, die helaas is afgelopen. Ook de vaste opstelling mag er wezen. In acht zalen wordt chronologisch-thematisch de geschiedenis van Brabant van de zestiende tot en met de twintigste eeuw verteld. Aandacht voor de Tachtigjarige Oorlog, het alledaagse leven in de negentiende eeuw en de industrie (Philips!) in de twintigste eeuw. Met heldere informatie, veel multimedia en mooie voorwerpen toont de opstelling op boeiende wijze dat Brabant zeker niet achterlijk was en is.

Net als vorige jaren merken we heel wat misstanden op bij de historische musea. Je verdwaalt er, het personeel is knorrig. Je krijgt vieze dingen voorgeschoteld in het restaurant en je wordt opgescheept met lelijke en onbegrijpelijke presentaties. Maar niet overal. Uit onze test komt een aantal musea naar voren die zeer de moeite waard zijn: Stedelijk Museum de Lakenhal in Leiden, het Zaans Museum in Zaandam en het Noordbrabants Museum in Den Bosch, winnaar van deze vijfde Grote Museum Test.

Het testteam bestond uit Judith Amsenga, Geertje Dekkers, Jessica van Geel, Rob van Happen, Marchien den Hertog, Marianne Heyde, Bas Kromhout, Janna Laeven, Marieke Prins, Mirjam Streefkerk.

1. Noordbrabants Museum Den Bosch
Cijfer: 8
Bezoekers in 2004: 75.500
Prijs volwassene: euro 7,00


Winnaar van deze vijfde Grote Museumtest. Bezoek dit smaakvolle museum! Bewijst dat Brabant niet achterlijk is en laat zien dat Brabant niet achterlijk was. U leert ook nog de Bossche officier Leckerbeetje kennen, ooit een beroemdheid en vereeuwigd op wel vijftig schilderijen.

Pas op: neem geen soep in het restaurant, die is lauw en zout.

2. Zaans Museum Zaandam
Cijfer: 8-
Bezoekers in 2004: 20.721
Prijs volwassene: euro 4,50


Gaat over de harde werkers van de Zaanstreek: vissers, molenaars, Verkade, Bruynzeel, en natuurlijk Albert Heyn. De tentoonstelling heeft een originele vormgeving: hij is opgezet als een museumdepot. Als u meer wilt weten over het 'Zaans drama', spreek dan de dame achter de balie aan. Het museum verdient veel meer bezoekers. Dan hebben ze ook weer geld voor een tijdelijke expositie.

Pas op: kom niet met een lege maag, want er is alleen koffie en koek (Verkade!).

3. Stedelijk Museum de Lakenhal Leiden
Cijfer: 7+
Bezoekers in 2004: 32.013
Prijs volwassene: euro 2,00 (wegens verbouwing, normaal 4,00)


Vrij snel wandelt u door de geschiedenis van Leiden. U leert dat de universiteit en de textielindustrie de stad internationale allure gaven en dat de Zangeres zonder Naam er geboren is. Toont ook de nare kanten als de grote armoede van de textielarbeiders.

Pas op: sla het computerspel 'Dijkgraaf spelen' over; een druk op de knop 'Uitleg' schakelt het spel uit.

4. Cultuur onder Dak Apeldoorn
Cijfer: 6,5
Bezoekers in 2004: pas in de loop van 2004 geopend
Prijs volwassene: euro 5,00


Herbergt in een hip gebouw van Herman Hertzberger een bibliotheek, een archief, een kenniscentrum en een museum. Het museum gaat over Apeldoorn en de Veluwe. Heel veel museale trucs, maar geen verhaal. Dat moet u zelf zoeken. U kunt er rondlopen met een handcomputer: de Persoonlijke Digitale Assistent ('volstrekt nieuw voor Nederland en de landen om ons heen'), die helaas knettert als een metaaldetector.

Pas op: neem een kompas mee; dan verdwaalt u niet op de tentoonstelling.

5. Veenkoloniaal Museum Veendam
Cijfer: 6,5
Bezoekers in 2004: 20.885
Prijs volwassene: euro 4,00


Laat zien dat niet alleen in Zaandam hard gewerkt werd, maar ook in Groningen. Over turfgravers, schippers en zeelieden, noeste kartonarbeiders en boeren die toekomst zagen in de teelt van aardappelen. Ook nog over Winkler Prins, die er zijn encyclopedie schreef, en Aletta Jacobs, die er opgroeide. Won in 1994 de museumprijs van het Prins Bernhard Fonds. Oogt inmiddels ouderwets.

Pas op: vraag de suppoost niets; hij weet het ook niet.

6. Nieuwland Erfgoedcentrum Lelystad
Cijfer: 6
Bezoekers in 2004: pas in de loop van 2004 geopend
Prijs volwassene: euro 7,00


Het gebouw herbergt een archief, een onderzoekscentrum en een museum. Het museum gaat over de geschiedenis van 'de grootste polder ter wereld'. Overdondert u met allerlei effecten, maar vertelt u geen coherent verhaal.

Pas op: de kinderopstelling De Watermensen is echt erg eng.

7. Historisch Museum Rotterdam
Cijfer: 5+
Bezoekers in 2004: 70.000
Prijs volwassene: euro 3,00


Heeft twee vestingen: het Schielandhuis, een schitterend zeventiende-eeuws stadspaleis van Pieter Post, nu ingeklemd tussen glazen kantoorkolossen, en De Dubbelde Palmboom, een negentiende-eeuws pakhuis in de pittoreske binnenhaven van Delfshaven. De vaste opstelling Stad van Rotterdammers is heel flitsend, maar ook heel oppervlakkig: in vijftien minuten door de geschiedenis van Rotterdam. Boodschap: niet alleen in de Zaanstreek en Groningen, maar ook in Rotterdam wordt hard gewerkt.

Pas op: tijdelijk tentoonstellingen stoppen soms eerder dan aangekondigd.

8. Museum Flehite Amersfoort
Cijfer: 4-
Bezoekers in 2004: 41.726
Prijs volwassene: euro 5,00


Klassiek museum met vitrines, schilderijen en wat losse voorwerpen. Wel is er in de zomer living history in een ziekenzaal. De opstelling is chaotisch, informatie is te oppervlakkig en een verhaal ontbreekt. Er wordt momenteel geschoven met de opstelling. Hopelijk verdwijnt er dan iets van de chaos.

Pas op: bordjes hangen soms bij de verkeerde objecten.

9. West-Fries Museum Hoorn
Cijfer: 3,5
Bezoekers in 2004: 42.089
Prijs volwassene: euro 2,50


Over van alles en nog wat uit de geschiedenis van Hoorn en omstreken. Museum stamt uit de negentiende eeuw en het lijkt erop dat er sindsdien weinig is veranderd, behalve de installatie van foeilelijke airco's. Eén aardige zaal met zakken specerijen, die heerlijk ruiken.

Pas op: niet toegankelijk voor rolstoelers.

10. Stedelijk Museum Zwolle
3+
Bezoekers in 2004: 30.000
Prijs volwassene: euro 4,00


Een paar mooie stijlkamers. Verder twee zogenoemde educatieve opstellingen, bedoeld voor kinderen, die echter slaapverwekkend en knullig zijn. Hier hoeft u niet voor naar Zwolle.

Pas op: niet alle personeelsleden spreken verstaanbaar Nederlands.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.