Hoeveel feiten zijn bekend over William Shakespeare? Volgens rekkelijke Shakespeare-kenners iets meer dan twintig; als je streng bent minder dan tien. Hij werd geboren, trouwde, kreeg kinderen, schreef en stierf: dan heb je de belangrijkste wel gehad. Toch levert een zoektocht bij de British Library naar boeken over Shakespeare liefst 29.571 titels op. En daar komen er elk jaar honderden bij.
Geleerde mensen beweren daarin de meest buitenissige dingen over de schrijver. Dat hij een misvormd gezicht had, dat hij in het geniep het katholieke geloof praktiseerde of zelfs dat hij eigenlijk een zij was. Gebaseerd op niets anders dan een aanwijzing in een van de werken van the bard. Want dat hebben we natuurlijk wel: zijn enorme oeuvre. Hoewel we daarvan niet weten in welke volgorde het is gemaakt, of de werken autobiografisch waren en of Shakespeare alles zelf heeft geschreven.
De auteur van Macbeth is niet de enige historische figuur die uitnodigt tot absurd giswerk. De krant staat er vol mee. Amerikaanse wetenschappers beweerden onlangs dat de prehistorische beeldjes van dikke vrouwen die we overal in Europa vinden – zoals de Venus van Willendorf – propaganda waren voor een warme speklaag. Want hoe dichter bij ijskoude gletsjers de sculpturen zijn gevonden, hoe dikker. Dat in Malta een kogelrond vrouwenfiguurtje is opgegraven, lijkt ze te zijn ontgaan. Journalisten ook, – het bericht stond in alle media.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Even daarvoor waren in Pompeï twee versteende lijken ontdekt: aanleiding voor schmieren van de buitencategorie. Het waren een rijke man en zijn slaaf, zo zeiden de Italiaanse onderzoekers. De eerste man droeg namelijk een wollen mantel, een duur kledingstuk; de ander had gekneusde ribben, die had straf gehad. Geen redactie die bedacht dat het net zo makkelijk andersom kan zijn geweest. Misschien is het fossiel met de mantel juist de slaaf, die bij de uitbarsting van de Vesuvius in doodsnood op de vlucht was geslagen, het gestolen kledingstuk rond de schouders als bescherming. Dan was die ander de eigenaar, die een vuiststoot in de ribbenkast kreeg toen hij zijn bezit probeerde te verdedigen.
Zodra je dit soort luchtfietserij leest, is het woordje ‘zou’ nooit ver weg. Als in ‘dat zou betekenen dat Jezus homoseksueel was’, ook uit een recente krant. Je kunt dan het katern gelijk in de kattenbak stoppen. Deze conditionele constructie is namelijk niets anders dan opzichtige bedelarij. Naar een boekcontract, aandacht, optredens in de media. En het werkt, zo tonen bovenstaande voorbeelden aan, maar met wetenschap heeft het niets te maken. Na ‘zou’ volgt soms: ‘Verder onderzoek is nodig om deze theorie te bevestigen.’ Dan is de onderzoeker in kwestie ook nog op zoek naar de volgende ronde subsidie. Om eindelijk te bewijzen dat Shakespeare drie tepels zou hebben gehad.