Home Cruijffiaanse antwoorden op historische ‘kernvragen’

Cruijffiaanse antwoorden op historische ‘kernvragen’

  • Gepubliceerd op: 28 april 2011
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Rob Hartmans

H.W. von der Dunk
De glimlachende sfinx. Kernvragen in de geschiedenis
443 p. Bert Bakker, € 24,95

In november 1995 sierde het portret van Von der Dunk het omslag van Historisch Nieuwsblad, met als onderschrift: ‘The Godfather.’ Uit een door het maandblad verricht onderzoek naar de vijftig ‘machtigste’ historici was Von der Dunk, die toen reeds vijf jaar met emeritaat was, als nummer één uit de bus gekomen. Niet omdat hij de grootste ‘netwerktijger’ was of omdat er bij hem de meeste mensen waren gepromoveerd: Von der Dunk had zijn uitverkiezing te danken aan het feit dat honderd historici en vijftig opinion leaders hem aanwezen als de belangrijkste ‘cultuurdrager’ en de grootste ‘mediaster’ onder zijn collegae. Waarbij overigens aangetekend moet worden dat het vooral de niet-historici waren die hem de nummer-één-status bezorgden.

Zo bleek maar weer eens dat de relatie tussen prestatie en reputatie soms erg gering kan zijn. Want Von der Dunk heeft er dan nooit een geheim van gemaakt dat hij zichzelf ziet staan in de traditie van grote, beeldvormende en cultuurscheppende historici als Gibbon, Michelet, Burckhardt, Macaulay en Huizinga, een boek dat hem een terechte plek in dit rijtje bezorgt had hij in 1995 nog niet geschreven. En hoewel hij onvermoeibaar is blijven publiceren, is er sindsdien ook geen werk van dergelijk kaliber van zijn hand verschenen.

Het boek dat zijn magnum opus had moeten worden, de in 2000 verschenen tweedelige cultuurgeschiedenis van de twintigste eeuw De verdwijnende hemel, was even oeverloos als onoverzichtelijk en stond vol met eindeloze en duistere zinnen, potsierlijke vergissingen en stomme taalfouten. Ook de boeken die hij de afgelopen tien jaar publiceerde wekten niet de indruk geschreven te zijn door een groot, literair begenadigd en visionair historicus. Blijkbaar berust zijn reputatie nog altijd op zijn mediaoptredens en de vele krantenstukken van zijn hand, die in tegenstelling tot zijn boeken altijd vakkundig geredigeerd werden.

Maar wellicht maakt Von der Dunk dan nu met zijn nieuwe boek De glimlachende sfinx eindelijk zijn faam als belangrijk historicus waar. Dit boek gaat over de ‘kernvragen in de geschiedenis’, en zou dus bij uitstek geschikt moeten zijn om te laten zien dat Von der Dunk wel degelijk iets belangrijks te vertellen heeft. Maar hoewel gezegd moet worden dat het aantal vergrijpen tegen het Nederlands geringer is dan in zijn voorgaande boeken – al blijft het vreemd om te lezen dat een huis ‘geblinddoekte ramen’ heeft – liep ook ditmaal de lectuur uit op een deceptie.

Als altijd tuimelen de bizarre metaforen over elkaar heen – ‘Het verleden wordt bij het reductionisme in een hele getraptheid naar het brede publiek doorgesluisd, waarbij een door toeval, gemak en clichés bepaalde filtering plaatsgrijpt’ – en blijft het volkomen duister wat Von der Dunk nu eigenlijk met dit boek wil.

De ‘kernvragen’ die hij behandelt zijn zaken als het relativisme, de relatie tussen verhaal en werkelijkheid, de spanning tussen individualisme en collectivisme, de verklaring voor het kwaad, links en rechts in de politiek, de voor- en nadelen van de democratie, en het vooruitgangsdenken. Bij elk van deze onderwerpen herhaalt Von der Dunk wat daar door tallozen anderen over is gezegd, en strooit hij kwistig met namen, ook van auteurs die hij overduidelijk niet gelezen heeft. (Met de door hem aangehaalde ‘Suzan Neuman’ bedoelt hij overduidelijk de filosofe Susan Neiman, maar een verwijzende noot ontbreekt uiteraard.)

Omdat in het summiere voorwoord geen duidelijk vraagstelling wordt geformuleerd, bleef ik me de hele tijd afvragen waar dit boek in ’s hemelsnaam over gaat. Bij elk onderwerp komt Von der Dunk niet verder dan het belichten van de verschillende kanten van het betreffende vraagstuk, en moet de lezer blijkbaar zelf de cruijffiaanse conclusie trekken: ‘Elk voordeel heb s’n nadeel.’

Gaandeweg realiseerde ik me dat die sfinx uit de titel natuurlijk ergens in de woestijn staat. Zodoende was het niet vreemd dat ik, voortploeterend over de onbarmhartige zandduinen van Von der Dunks proza, de weg kwijtraakte, doodmoe werd en een verschrikkelijke dorst kreeg.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.