Home Commentaar

Commentaar

  • Gepubliceerd op: 16 oktober 2000
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Bas Kromhout

Dat het marktdenken oprukt zal niemand verbazen. Dat doet het al sinds de Hanze en de Venetiaanse handelscompagnies en lijkt geen reden tot ophef. Maar soms worden in een ontwikkeling mijlpalen gezet waarbij best mag worden stilgestaan. Om vervolgens rechtsomkeert te maken.

        Loek Hermans, minister van Onderwijs en Wetenschappen, plaatst momenteel zo’n nieuwe mijlpaal in de economisering van de maatschappij. Zijn plannen voor het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek, die hij bij de opening van het academisch jaar heeft toegelicht, moeten voor 1 januari door het parlement. Hermans pleit ervoor dat meer onderzoek wordt bekostigd door het bedrijfsleven. Zo kan de Nederlandse wetenschap internationaal concurreren en de economie blijven groeien. Want kennis is geld.
        De minister en zijn ambtenaren spreken in hun voorstellen amper over alpha- en gammawetenschappen. Historische of letterkundige kennis is nu eenmaal niet zo gemakkelijk in geld uit te drukken als nieuwe kloon- en communicatietechnieken. Er zijn ook opmerkelijk minder multinationals in geïnteresseerd. Toch maakt Zoetermeer geen uitzonderingen. Ook historici zullen rekening moeten houden met de bemoeizucht van de markt.
        Nu kan een beetje marktwerking ook in de geschiedkunde geen kwaad. Steeds meer uitgevers, publieksbladen en omroepen weten hoogwaardige historische kennis aan de man te brengen. Denk maar aan de boeken van Geert Mak en het tv-geschiedenisprogramma Andere Tijden. Er is dus een publiek voor geschiedenis.
        Dat stelt zijn voorwaarden. En zo haalt de wet van vraag en aanbod overgeëvolueerde historici uit hun torens van mitsen en maren en dwingt ze klare taal te spreken. De tijd is voorbij dat een wetenschapper jarenlang archieven doorbikkelde voor drie man en een paardenkop. Historisch onderzoek wordt weer actueel en onderhoudend.
        Tot zover het goede nieuws. Als geschiedenis net zo aan de markt wordt overgeleverd als de harde wetenschappen, dan wordt het moeilijk historisch onderzoek te bekostigen. Wanneer universiteiten en instituten werkelijk zelfstandige marktspelers worden, zullen zij naar goed economisch gebruik hun ‘magere’ wijnranken het eerste snoeien. En de winsten van de uitgevers en programmamakers zijn ook weer niet zo groot dat ze onderzoeksbeurzen uitdelen aan historici. Terwijl zonder het professionele historische onderzoek ook Mak en Andere Tijden weinig te melden hebben.
        Misschien lukt het de geschiedenis haar stek op de markt vast te houden. Maar wat zal ze te bieden hebben? Nadruk leggen op de vraagzijde heeft gevolgen voor de thema’s en conclusies van het onderzoek. Nu nog fungeren historici vaak als stille of luidruchtige critici, die de samenleving eraan herinneren dat nooit iets is vergeten en afgesloten. Zal in de nieuwe kenniseconomie ook ruimte zijn voor impopulaire, onverkoopbare, maar zeer relevante historische ontdekkingen?

Bas Kromhout is redacteur van Historisch Nieuwsblad

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.