‘Kritisch, maar met liefde,’ zo karakteriseert Chris van der Heijden zijn nieuwe boek, dat gaat over zijn ‘foute’ ouders. In Historisch Nieuwsblad legt hij uit wat zijn vader en moeder bezielde om zich bij de NSB aan te sluiten. ‘Ik denk dat hun intenties goed waren, maar de uitwerking hartstikke slecht.’
Met Grijs verleden. Nederland en de Tweede Wereldoorlog smeet Chris van der Heijden in 2001 een rotsblok in de vijver van de geschiedschrijving over de bezetting. Critici verweten hem moreel relativisme en het op één hoop gooien van ‘goed’ en ‘fout’. Volgens sommigen had hij zelfs een verborgen agenda, omdat zijn ouders bij de NSB hadden gezeten. ‘Altijd ging het weer over die foute vader van mij die ik zou willen verdedigen,’ zegt Van der Heijden. ‘Dus ik dacht: dan moet ik maar eens over hem schrijven.’
Nu, 24 jaar later, verschijnt Over de rand laait vuur. Mijn ouders en de oorlog, waarin hij de collaboratie van zijn vader en moeder probeert te verklaren. Beiden waren radicale jonge katholieken, die geloofden in een hiërarchische maatschappij en een herstel van de Bourgondische Nederlanden uit de Late Middeleeuwen. Voor de oorlog waren ze verbonden aan katholieke fascistische bewegingen; pas na de Duitse inval sloten zij zich bij de NSB aan. ‘Mijn vader was echt een fascist, maar geen nationaal-socialist,’ zegt van der Heijden.
De interviewers gaan met Van der Heijden in discussie over antisemitische uitlatingen van zijn ouders. ‘Omdat ze in het foute kamp zaten waar antisemitische dingen werden geroepen, dachten zij dat ze dat ook af en toe moesten doen,’ zo duidt Van der Heijden die uitlatingen. ‘Maar zo waren ze helemaal niet. Voor hen was antisemitisme überhaupt geen motivatie. Dat weet ik bijna zeker. Al kan ik het nooit bewijzen. En daarom zal ik de discussies erover altijd verliezen.’
U kunt het hele interview hier lezen als u abonnee bent.