Brieven
Mariakaakjes 2
In de laatste twee afleveringen van Historisch Nieuwsblad kwam het bekende verhaal van het mariakaakje van Drees ter sprake, met kanttekeningen van kleinzoon Willem B. Drees (2007/5, artikel Wederopbouw
In 1971 reageerde Drees op het verhaal zoals
We kunnen daaraan toevoegen dat over de verdeling van de Marshall-gelden in Parijs moeizame onderhandelingen zijn gevoerd door diplomaten van de hulpontvangende landen. Daar kwamen natuurlijk geen kaakjes aan te pas. Het informele bezoekje van een hoge Amerikaanse official aan de Beeklaan, enige tijd later, was even ongebruikelijk als onbetekenend. Dan maakt ook de vraag mevrouw Drees nu wel of niet dat befaamde mariakaakje serveerde ‘van geen belang’.
Jelle Gaemers, biograaf van Drees, Den Haag
De Geer
In Historisch Nieuwsblad 2007/6 schrijft Luc Panhuysen dat jhr. mr. D.J. de Geer, die minister-president was toen de Duitsers op 10 mei 1940 Nederland binnenvielen en toen, met de hele regering, naar Londen uitweek om na een paar maanden clandestien weer naar het bezette Nederland terug te keren, na de oorlog ‘vanwege zijn verzoenlijke politiek jegens Hitler een jaar in de gevangenis belandde’.
In het aan hem gewijde lemma in het Biografisch Woordenboek van Nederland lees ik echter dat hij in 1947 ‘werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van een jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar, met de bijzondere voorwaarde dat hij in genoemde periode zonder voorkennis van de procureur-fiscaal zich niet buiten zijn woonplaats Soest mocht begeven’. Volgens deze versie was zijn gevangenisstraf voorwaardelijk en belandde hij dus niet in de gevangenis. Wie heeft er gelijk?
J.L. Heldring, Den Haag
Naschrift redactie: In de net verschenen biografie van De Geer (
Museumtest
In de Museumtest (Historisch Nieuwsblad 2007/6) staat een fout in het stukje over het
J. Ham,
Noordervliet 1
Met bewondering las ik de column ‘Beter dan een beatmis’ van Nelleke Noordervliet in Historisch Nieuwsblad 2007/6. Het is allemaal zo waar wat er in staat. Toen ik in 1951 als niet-gelovige in
Het tijdschrift De Vrijdenker en het blad van de NVSH kwamen niet met een banderol maar in gesloten envelop. Een kennis wiens vrouw elk jaar zwanger was riep onze hulp in. Jullie zijn niet katholiek dus weten de weg naar een abortus.
Mijn man had van een stuk landbouwgrond een schitterende tuin gemaakt. Bij zijn overlijden maakte mijn jongste zoon een gedicht dat eindigde met: ‘Had deze atheïst een paradijs geschapen.’ Een predikant (een vrouw) vroeg me of mijn zoon zich wel gerealiseerd had dat hij daar gelovigen mee had gekwetst.
Mijn moeder, een overtuigd humanist, heeft haar kinderen geleerd niemand te kwetsen, zeker niet als het om geloofszaken gaat. Daar hou ik me aan. Het Historisch Nieuwsblad geef ik wel eens weg aan belangstellenden. Maar dit nummer bewaar ik.
Nelleke van Dorst-van Bockhoven, Ulvenhout
Het artikel van Menno Bos over Amsterdam in de Gouden Eeuw in Historisch Nieuwsblad 2007/6 waardeer ik als een zeer bruikbaar overzicht. Toch veroorloof ik mij twee opmerkingen. In 1578 is niet ‘het oude stadsbestuur met een bootje de stad uitgevaren’ zoals op pagina 18 wordt bericht. Het is met een heel gezelschap geestelijken in twee lichters geladen en vervolgens aan de Diemerdijk afgezet. Een ‘bootje’ zou voor het vervoer van de afgezette en ‘uitgeleide’ stadsbestuurders ook niet toereikend geweest zijn omdat zij, volgens een door mij geraadpleegd verslag vierentwintig man sterk waren.
Het op pagina 22/23 afgebeelde gebouw is niet het Zeemagazijn van de Admiraliteit maar dat van de VOC, dat in of kort na 1660 is gebouwd en in 1822 ingestort, waarna de bouwval werd afgebroken..
Ph. M. Bosscher,
Dit artikel is exclusief voor abonnees