Home Brieven

Brieven

  • Gepubliceerd op: 29 augustus 2007
  • Laatste update 07 apr 2020

Brieven





Mariakaakjes 2

In de laatste twee afleveringen van Historisch Nieuwsblad kwam het bekende verhaal van het mariakaakje van Drees ter sprake, met kanttekeningen van kleinzoon Willem B. Drees (2007/5, artikel Wederopbouw van Bas Kromhout) en zoon Willem Drees jr. (2007/6, ingezonden brief van Igor Cornelissen). Misschien is het goed om het laatste woord aan Drees senior te geven, want die was er per slot van rekening zelf bij.


In 1971 reageerde Drees op het verhaal zoals M. van der Goes van Naters het vertelde aan – aardig detail – Vrij Nederland-journalist Igor Cornelissen. Drees schreef: ‘Het [bezoek] is een beetje anders gelopen dan Van der Goes vertelt, maar dat is van geen belang. Ten onrechte echter legt hij verband met de toekenning van de Marshallhulp. We ontvingen die toen al jaren.’

We kunnen daaraan toevoegen dat over de verdeling van de Marshall-gelden in Parijs moeizame onderhandelingen zijn gevoerd door diplomaten van de hulpontvangende landen. Daar kwamen natuurlijk geen kaakjes aan te pas. Het informele bezoekje van een hoge Amerikaanse official aan de Beeklaan, enige tijd later, was even ongebruikelijk als onbetekenend. Dan maakt ook de vraag mevrouw Drees nu wel of niet dat befaamde mariakaakje serveerde ‘van geen belang’.

Jelle Gaemers, biograaf van Drees, Den Haag





De Geer

In Historisch Nieuwsblad 2007/6 schrijft Luc Panhuysen dat jhr. mr. D.J. de Geer, die minister-president was toen de Duitsers op 10 mei 1940 Nederland binnenvielen en toen, met de hele regering, naar Londen uitweek om na een paar maanden clandestien weer naar het bezette Nederland terug te keren, na de oorlog ‘vanwege zijn verzoenlijke politiek jegens Hitler een jaar in de gevangenis belandde’.

           
In het aan hem gewijde lemma in het Biografisch Woordenboek van Nederland lees ik echter dat hij in 1947 ‘werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van een jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar, met de bijzondere voorwaarde dat hij in genoemde periode zonder voorkennis van de procureur-fiscaal zich niet buiten zijn woonplaats Soest mocht begeven’. Volgens deze versie was zijn gevangenisstraf voorwaardelijk en belandde hij dus niet in de gevangenis. Wie heeft er gelijk?

J.L. Heldring, Den Haag



Naschrift redactie: In de net verschenen biografie van De Geer (De teloorgang van een minister-president) door Henk van Osch staat: Op 27 oktober werd De Geer veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf met een proeftijd van drie jaar. Hij mocht zich gedurende de proefperiode niet buiten zijn woonplaats begeven. Bovendien werd het passief kiesrecht hem voor het leven ontzegd.



Museumtest

In de Museumtest (Historisch Nieuwsblad 2007/6) staat een fout in het stukje over het Joods Historisch Museum. Dat is niet gehuisvest in de voormalige Portugese Synagoge maar in het complex van vier voormalige Hoogduitse Synagogen. De Portugese synagoge (de Snoge) is nog steeds in gebruik aan de overkant.

J. Ham, Amsterdam

          

Noordervliet 1

Met bewondering las ik de column ‘Beter dan een beatmis’ van Nelleke Noordervliet in Historisch Nieuwsblad 2007/6. Het is allemaal zo waar wat er in staat. Toen ik in 1951 als niet-gelovige in Brabant kwam wonen heb ik eerst de raad van mijn moeder opgevolgd: zoek een niet-katholieke arts, want bij een gecompliceerde bevalling is het leven van de baby belangrijker dan dat van de moeder.


Het tijdschrift De Vrijdenker en het blad van de NVSH kwamen niet met een banderol maar in gesloten envelop. Een kennis wiens vrouw elk jaar zwanger was riep onze hulp in. Jullie zijn niet katholiek dus weten de weg naar een abortus.


Mijn man had van een stuk landbouwgrond een schitterende tuin gemaakt. Bij zijn overlijden maakte mijn jongste zoon een gedicht dat eindigde met: ‘Had deze atheïst een paradijs geschapen.’ Een predikant (een vrouw) vroeg me of mijn zoon zich wel gerealiseerd had dat hij daar gelovigen mee had gekwetst.


Mijn moeder, een overtuigd humanist, heeft haar kinderen geleerd niemand te kwetsen, zeker niet als het om geloofszaken gaat. Daar hou ik me aan. Het Historisch Nieuwsblad geef ik wel eens weg aan belangstellenden. Maar dit nummer bewaar ik.

Nelleke van Dorst-van Bockhoven, Ulvenhout



Amsterdam

Het artikel van Menno Bos over Amsterdam in de Gouden Eeuw in Historisch Nieuwsblad 2007/6 waardeer ik als een zeer bruikbaar overzicht. Toch veroorloof ik mij twee opmerkingen. In 1578 is niet ‘het oude stadsbestuur met een bootje de stad uitgevaren’ zoals op pagina 18 wordt bericht. Het is met een heel gezelschap geestelijken in twee lichters geladen en vervolgens aan de Diemerdijk afgezet. Een ‘bootje’ zou voor het vervoer van de afgezette en ‘uitgeleide’ stadsbestuurders ook niet toereikend geweest zijn omdat zij, volgens een door mij geraadpleegd verslag vierentwintig man sterk waren.

           
Het op pagina 22/23 afgebeelde gebouw is niet het Zeemagazijn van de Admiraliteit maar dat van de VOC, dat in of kort na 1660 is gebouwd en in 1822 ingestort, waarna de bouwval werd afgebroken..

Ph. M. Bosscher, Den Helder









Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.