Home BOEKEN: Vingers van marsepein – Rascha Peper

BOEKEN: Vingers van marsepein – Rascha Peper

  • Gepubliceerd op: 22 juni 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Luuc Kooijmans
  • 3 minuten leestijd

Vingers van marsepein heet de roman die Rascha Peper heeft geschreven naar aanleiding van De doodskunstenaar, mijn biografie van de anatoom Frederik Ruysch (1638-1731). De titel wijst er al op: de roman gaat niet in de eerste plaats over Ruysch zelf, maar vooral over de emoties die zijn preparaten oproepen.

Frederik Ruysch was wereldberoemd vanwege de schoonheid van zijn levensechte preparaten, die in plaats van de gebruikelijke walging alom bewondering en vertedering wekten. Met zijn conserveringstechniek had Ruysch allereerst de wetenschap vooruitgeholpen, maar hij wist bovendien zijn anatomische collectie tot een bezienswaardigheid te verheffen door van zijn preparaten kleine kunstwerkjes te maken: kinderhoofdjes werden aangekleed met kanten kraagjes en mutsjes, andere lichaamsdelen werden verwerkt in driedimensionale stillevens.

De collectie werd bezocht door de groten der aarden, onder wie tsaar Peter, die getroffen bij een gebalsemd kind knielde om het te kussen. Naderhand kocht de tsaar de hele collectie en liet die verschepen naar zijn nieuwe stad, Sint-Petersburg. Daar is een deel van de preparaten nog altijd te zien, in de Kunstkamera aan de Neva, niet ver van de befaamde Hermitage. Het is dus nog altijd mogelijk de Ruysch-sensatie te ondergaan, en in Vingers van marsepein gebeurt dat ook.

De roman heeft een ander oogmerk dan de biografie. Terwijl de biograaf de hoofdpersoon in de context van zijn tijd probeert te plaatsen, verbeeldt de romanschrijver vooral zijn eigen fascinatie. De romancier heeft ook andere middelen tot zijn beschikking: hij kan verdergaan op het punt waar de historicus moet ophouden. De historicus moet zich houden aan de spelregels van de ‘wetenschap’: hij moet werken met controleerbare gegevens.

De romanschrijver heeft de vrijheid om waar zulke gegevens ontbreken zijn eigen fantasie te gebruiken. Zo krijgt de lezer van Vingers van marsepein levendige beschrijvingen van hoe het toeging in huize Ruysch, hoe het er rook, wat vader en zoon Ruysch hadden te bespreken en waarover de dienstboden in de keuken roddelden. Allemaal zaken die de biograaf zich ook tracht voor te stellen, maar niet expliciet kan opschrijven.

Rascha Peper heeft ervoor gekozen het werk van Ruysch te beschouwen vanuit het standpunt van een gefingeerd nichtje dat bij Ruysch inwoont, en door de ogen van een hedendaags jongetje wiens huis tegenover dat van Ruysch aan de Amsterdamse Bloemgracht ligt. Hij wordt bij een bezoek aan Sint-Petersburg geconfronteerd met diens preparaten.

Door nieuwsgierige kinderen als hoofdpersonen te nemen is Peper niet alleen in staat om het werk van Ruysch met een zekere onbevangenheid te benaderen, maar ook om op natuurlijke wijze allerlei zaken over het zeventiende- en achttiende-eeuwse leven uit te leggen. Uit de antwoorden die ze volwassenen laat geven op kinderlijke vragen blijkt dat ze zich grondig heeft verdiept in dat leven. Dat wil niet zeggen dat alles in de roman historisch juist is, maar dat is ook niet noodzakelijk voor wat de auteur beoogt. Het gaat immers om de verbeelding van haar eigen fascinatie.

Om de lezer daarin te laten delen is wel geloofwaardigheid nodig. Hij moet zich kunnen voorstellen dat het verhaal dat hem wordt verteld gebeurd zou kunnen zijn. En dat is het geval: Rascha Peper biedt haar lezers een inzicht in de vroegmoderne tijd dat lang niet iedere historicus weet over te brengen. Ze voert hen mee in een wereld waarin de dood voortdurend op de loer ligt, en waarin men niet zo snel opkijkt van dingen die nu als goor en luguber worden beschouwd.

Ze laat ook zien hoe praktische nuchterheid in huize Ruysch werd gekoppeld aan gevoel voor esthetiek, en ze maakt aannemelijk dat in die sfeer de wonderlijke preparaten konden ontstaan die de dood verbinden met schoonheid.

Luuc Kooijmans is auteur van De doodskunstenaar. De anatomische lessen van Frederik Ruysch (2004). Onlangs verscheen van hem Gevaarlijke kennis. Inzicht en angst in de dagen van Jan Swammerdam.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.