Eerlijk gezegd keek ik wel even verbaasd op toen ik het nieuwe boek Van dorpsplein tot cyberspace van Joris van Eijnatten in handen kreeg. Cyberspace, bestaat dat dan nog? Was dat niet een of ander veelbelovend, maar wazig idee waar mensen tien, vijftien jaar geleden veel van verwachtten en dat sindsdien geruisloos uit ons leven verdwenen is? Niets veroudert zo snel als nieuwe technologieën en voor het spreken daarover geldt dat mogelijk nog meer.
Maar wat ooit cyberspace heette, bleek uiteindelijk geen andere wereld te zijn en is gewoon een onderdeel van onze leefwereld geworden, merkt Joris van Eijnatten op. Tegelijkertijd leven we volgens hem ook nog steeds op het dorpsplein. Door moderne communicatietechnologie is dat wel veranderd, maar nog steeds is het herkenbaar. In de wereld van internet dient het dorpsplein zich trouwens in allerlei gedaanten aan. Denk aan gezellig babbelende of ruziënde twitteraars.
Alles blijft. Zo heb ik althans de boodschap van Van Eijnattens boek over de geschiedenis van de communicatie opgevat. Dat wil zeggen, er komen in de geschiedenis veel nieuwe mogelijkheden tot contact bij, maar mensen blijven ook communiceren op oude vertrouwde manieren.
Van Eijnatten biedt geen chronologische opgezette geschiedenis. Hij rafelt zijn onderwerp, dat zo ongeveer het hele sociale verkeer van de mensheid van oude tijden tot heden omvat, thematisch in allerlei aspecten uiteen. Het boek bevat bijvoorbeeld een hoofdstuk over ‘natuurlijke locomotie’, met paragrafen over ‘voeten’, ‘hoeven’, ‘wielen’, ‘pedalen’ en ‘zeilen’. Een eindje verderop begint het onderdeel over ‘gebaande wegen’ bij ‘paden’, waar die voeten, maar ook hoeven van paarden of kamelen of fietswielen, zich over voortbewogen.
Je hobbelt op die manier door de geschiedenis: ineens kun je van cyberspace zomaar bij een geïllustreerde bijbel zijn die Karel de Kale in 845 aan een groep kanunniken schonk.
Van Eijnatten voert de lezer mee over de hele wereld. Van de binnenkomt van TROS, EO en Veronica in het Nederlandse omroepbestel gaat hij over op omroepmodellen in Japan, Engeland en Australië. Over Japan heeft hij het trouwens opvallend vaak.
Dit is een boek dat de gemiddelde Amerikaanse recensent waarschijnlijk als ‘duizelingwekkend’ zou omschrijven. Dat is het ook. Het gaat over van alles en nog wat: een grabbelton vol boeiende verhalen en leuke wetenswaardigheden (aan de faxmachine werd al in de negentiende eeuw gewerkt). Alles wat er over woord, tekst, geluid en beeld te zeggen valt, komt langs. Zelfs geur – want die deelt ook iets mee – komt aan de orde. De lezer moet zich wel gewillig mee laten leiden. De indeling is vernuftig, maar de auteur vertelt en poneert meer dan dat hij problematiseert.
Kortom, dit boek is een typisch product van het internettijdperk: het gaat van het een naar het ander.
Van dorpsplein tot cyberspace. Een cultuurgeschiedenis van de communicatie
Joris van Eijnatten
592 p. Prometheus Bert Bakker, € 49,95
Dit artikel is exclusief voor abonnees