Na de bouw van Berlijnse Muur waagde Walter Ulbricht – de sterke man van de DDR – zich begin jaren ’60 aan economische en culturele hervormingen. Zo ontstond ruimte die vooral jonge schrijvers, musici en filmmakers aangrepen.
In 1965. Der kurze Sommer der DDR tekent Gunnar Decker een breed panorama van de kortstondige culturele bloei die daarop volgde. Kern van het boek zijn zeer leesbare biografische schetsen van tal van kunstenaars en een analyse van hun werk. Met compassie beschrijft hij hoe telkens de hoop opleefde en hoe dat botste dat met de rigide houding van de partij-ideologen. Die zagen jeugdcultuur als ʻSexpropaganda’ en ʻkapitalistische Unkultur’ en als een rechtstreekse bedreiging voor het zingevingsmonopolie van de partij.
De ʻBerlijnse Zomer’ was dan ook van korte duur. Een bijeenkomst van het Zentralkomitee van de communistische partij in december 1965 staat bekend als het Kahlschlagplenum. De latere partijleider Erich Honecker zuiverde er radicaal het cultuurleven. Honeckers woordkeuze kwam rechtstreeks uit het nazi-jargon en Decker vergelijkt zijn beleid zelfs met een pogrom. Teleurgesteld wendden de meeste kunstenaars zich van de partij af. Velen gingen – al dan niet vrijwillig – naar het Westen.
Dit boek is onmisbaar voor iedereen met belangstelling voor de geschiedenis van het ʻandere Duitsland’ en voor liefhebbers van Duitse cultuur in het bijzonder.
1965. Der kurze Sommer der DDR (München 2015)
Gunnar Decker
493 p. Carl Hanser Verlag € 26,00
Willem Melching is Duitslanddeskundige.
Dit artikel is exclusief voor abonnees