De Europese Unie kan leren van de geschiedenis van het Habsburgse Rijk, betoogt NRC-columnist Caroline de Gruyter. Maar wat precies wordt niet duidelijk.
In 2013 verhuist Caroline de Gruyter van Brussel naar Wenen. Ze zal er vier jaar blijven. De Gruyter komt in een stad terecht waarin alle parkeerplekken in haar straat worden bezet door een Oekraïense oligarch, want zo’n uitgeweken Dagobert Duck neemt een uitgebreide hofhouding van bodyguards met zich mee. Vrouwen dragen er weer onbeschaamd een dirndl, hoewel deze nationale klederdracht na de Anschluss met het Derde Rijk besmet was geraak – Adolf Hitler was namelijk dol op dirndls, net als op Lederhosen trouwens. Verder wordt er tijdens het balseizoen tot afgrijzen van De Gruyter nog flink gewalst in Wenen en eten de mensen er Wienerschnitzel en Apfelstrudel.
De Gruyter ontdekt iets opmerkelijks in haar nieuwe standplaats. ‘Wenen’ is net ‘Brussel’, als we voor Wenen het equivalent zien van het Habsburgse Rijk en voor Brussel de Europese Unie. Ga maar na: een multinationale kolos, waarin de verschillende volkeren ongegeneerd mopperen over de dagelijkse gang van zaken, maar er niet over peinzen het schip te verlaten zolang het niet zinkende is. Dat was het Habsburgse Rijk tot 1914. Keizer Frans Jozef II was bepaald niet de meest verlichte geest, maar hij begreep als geen ander dat je zo’n immens rijk met zachte hand moest regeren – soft power. Zijn bewind was er een van pappen en nathouden. Toen het rijk in de herfst van 1918 voorgoed uit elkaar was gespat, beseften de belangrijkste hoofdrolspelers dat de wereld van gisteren zo gek nog niet was.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Die van vandaag kent massawerkloosheid, superinflatie en de dreiging van een nieuwe broederkrijg. Het Habsburgse Rijk houdt Europa een spiegel voor. Zelfs als je niet de mooiste van het land bent, is het toch de moeite waard om te koesteren wat je hebt. Dat is althans de strekking van Beter wordt het niet, dat volgens de verantwoording tijdens de lockdown pas ‘een echt boek’ is geworden.
We herkennen wat knip- en plakwerk van eerdere columns van De Gruyter uit NRC Handelsblad. En dat is meteen de makke. Het is een verzameling bespiegelingen, anekdotes, vluchtige ontmoetingen, aanzetten tot een synthese, maar ‘een echt boek’ wil het maar niet worden. De Gruyter lijkt die kritiek op voorhand te willen pareren. Ze neemt geen stelling in, schrijft ze in haar voorwoord, maar verkent vragen. Dat is jammer. Juist in haar ondubbelzinnige pleidooi vóór Europa is ze op haar sterkst.
Eric Palmen is historicus.
Beter wordt het niet. Een reis door de Europese Unie en het Habsburgse Rijk
Caroline de Gruyter
248 p. De Geus, € 22,50
Bestel in de webshop