Home Barre tocht door Albanië

Barre tocht door Albanië

  • Gepubliceerd op: 26 april 2022
  • Laatste update 13 okt 2022
  • Auteur:
    Ivo van de Wijdeven
Barre tocht door Albanië

In het legermuseum van de Albanese stad Gjirokastër springt één foto eruit: Amerikaanse militaire verpleegsters tonen lachend hun tot op de draad versleten schoenzolen. De foto is een herinnering aan een reis vol ontberingen achter vijandelijke linies.

8 november 1943. Een Dakota-transportvliegtuig van de Amerikaanse luchtmacht steeg op van een modderig vliegveld bij het Siciliaanse Catánia. Aan boord bevonden zich dertien verpleegsters, dertien hospikken en de crew van vier piloten en technici. Hun bestemming was de Italiaanse havenstad Bari. Daar waren provisorische veldhospitalen neergezet die uitpuilden van de soldaten die gewond waren geraakt tijdens de geallieerde aanval op Italië.

Na een succesvolle invasie van Sicilië in juli 1943 leek het fascistische Italië – volgens de Britse premier Winston Churchill ‘de zachte onderbuik van Europa’ – in eerste instantie als een overrijpe appel van de boom te vallen. De Italiaanse dictator Benito Mussolini werd afgezet, waarna maarschalk Pietro Badoglio de macht overnam en zich overgaf aan de geallieerden. Maar de Duitsers bezetten snel het nog niet bevrijde deel van Italië en plaatsten Mussolini aan het hoofd van een marionettenregering. Het geallieerde offensief stuitte op taaie weerstand.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Opgetogen tonen Amerikaanse verpleegsters hun versleten schoenen.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden voor het eerst op grote schaal gewonden per vliegtuig van de frontlinie naar het achterland gebracht. Aan boord verzorgden vrouwelijke verpleegkundigen de gewonden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zouden in totaal meer dan een miljoen gewonde militairen op deze wijze worden geëvacueerd.

Door de zware gevechten op het Italiaanse vasteland was er ook werk aan de winkel voor de vrouwen en mannen van het 807th Medical Air Evacuation Transport Squadron. Ze hadden hun opleiding net afgerond en waren nu op weg naar Bari.

De Dakota belandde echter in slecht weer. Door hevig onweer en slagregens raakten de piloten gedesoriënteerd. De verkeerstoren in Bari weigerde vervolgens te helpen, omdat de piloten een cruciaal codeboek waren vergeten waarmee ze zich konden identificeren. De brandstofmeters naderden de nul toen er een bergachtige kustlijn en niet veel later ook een vliegveld opdoemden. Maar dat bleek in Duitse handen en het onbewapende transportvliegtuig kon ternauwernood ontkomen aan vijandelijk vuur. Op de allerlaatste druppels kerosine zetten de piloten de landing in bij een bergmeertje tussen ruige rotsen. Na een crashlanding aan de modderige oever waren er wonderwel alleen twee lichtgewonden.

De Dakota maakte een crashlanding op een modderige oever

De dertig Amerikanen hadden geen idee waar ze terechtgekomen waren. Uit de bossen doemde een groepje mannen op met geweren op hun rug, dolken aan hun riem, ruige wollen kleding aan en fezzen met een rode ster op hun hoofd. In gebroken Engels gaf hun aanvoerder het verlossende antwoord: de Amerikanen waren gestrand in Albanië.

Partizanen

Albanië was in 1943 nog niet zo heel lang onafhankelijk. Tot 1912 was het onderdeel van het Ottomaanse Rijk, maar tijdens de Eerste Balkanoorlog verklaarden de Albanezen zich onafhankelijk. Dat was het startsein voor een gevecht om de macht tussen verschillende familieclans. In 1921 kwam Ahmed Zogu als sterke man bovendrijven. Hij benoemde zichzelf eerst tot premier én president, en daarna liet hij zichzelf tot koning Zog I van Albanië kronen. Zog regeerde als despoot en maakte vele vijanden. Hij kon uiteindelijk alleen in het zadel blijven door zich steeds nauwer te binden aan de Italiaanse dictator Mussolini. De Italianen kregen van Zog het recht om de Albanese oliereserves te exploiteren, het Albanese leger te trainen en zelfs de Nationale Bank te beheren.

Maar voor Mussolini was dat nog niet genoeg. In april 1939 bezette het Italiaanse leger Albanië vanwege het strategisch belang. Bovendien wilde Mussolini gebiedsuitbreiding, net als Hitler, die niet lang daarvoor Oostenrijk en Tsjecho-Slowakije had geannexeerd.

Toen Mussolini na de geallieerde invasie van Italië het veld moest ruimen, nam de Duitse Wehrmacht het stokje in Albanië over. De nazi’s wilden voor alles voorkomen dat de geallieerden een springplank op de Balkan in de schoot geworpen zouden krijgen.

De Albanese koning Zog I weet zich alleen staande te houden door samenwerking met Mussolini, 21 juli 1939.

De mannen met de rode ster op hun fez behoorden tot de Nationale Antifascistische Bevrijdingsbeweging, een door de latere Albanese dictator Enver Hoxha opgerichte communistische verzetsorganisatie. Deze partizanen hadden eerder samengewerkt met het nationalistische Nationale Front (BK) tegen de Italianen, maar in 1943 collaboreerde de BK met de nazi’s. Die ondersteunden namelijk hun nationalistische droom van een Groot-Albanië, inclusief delen van het huidige Kosovo en Noord-Macedonië.

De partizanen ontfermden zich over de neergestorte Amerikanen. Nadat alles van waarde eruit was gehaald, werd de Dakota in brand gestoken en begon de groep aan een wekenlange barre tocht. Ze bevonden zich midden in vijandig gebied en moesten zo snel mogelijk naar een plek aan de Adriatische kust waar ze konden worden opgepikt door geallieerde patrouilleboten. Die route liep echter door onherbergzaam Albanees terrein.

Kou, luizen en diarree

De omstandigheden tijdens de lange mars door de bergen waren slecht. Het was een strenge winter. De verpleegsters beschikten nog over winterjassen, maar de dunnere kleding van de rest bood weinig bescherming tegen wind, regen, sneeuw en ijs. Behalve door de kou werden de Amerikanen bovendien geplaagd door luizen en diarree.

De verpleegsters fantaseerden over hamburgers en steaks, maar in werkelijkheid leefden ze op een schamel dieet van maïsbrood, uien en zurige witte kaas. Een sporadische lepel honing was een ware traktatie.

Albanezen geven de Amerikanen onderweg te eten.

Het eten hadden de Amerikanen te danken aan de inwoners van de bergdorpjes waar hun tocht hen langs voerde. Die deelden hun spaarzame voedsel hartelijk met de Amerikaanse gasten. Soms was er zelfs een uitgebreidere maaltijd van schapenkoppen, aardappelen en zelfgestookte rakija. De Amerikanen waren erg onder de indruk van de Albanese gastvrijheid. Op hun beurt maakten de verpleegsters een onuitwisbare indruk, omdat ze ondanks alle ontberingen make-up droegen.

Ondertussen wisten de Amerikanen niet of ze de partizanen volledig konden vertrouwen. De medische voorraden waren de eerste nacht gestolen en de partizanen bleven maar oostwaarts trekken in plaats van naar de kust. Het leek er soms op of ze op een propagandatour waren.

Tijdens hun tocht stuitte de groep regelmatig op gevechten tussen de partizanen en de BK. En het gevaar van ontdekking door de Duitsers lag altijd op de loer. Een week na de onfortuinlijke landing verbleven de Amerikanen in het stadje Berat toen dat werd aangevallen door de Duitsers. Het overgrote deel van de groep wist ternauwernood te ontsnappen, maar een drietal verpleegsters was ondergedoken in een wijnkelder en kon niet ontkomen. Ze bleven achter, terwijl de vijandige BK voortaan de dienst uitmaakte in Berat.

Na drie weken klauteren over geitenpaadjes waren alle schoenzolen tot op de draad versleten. Maar op 30 november leek het einde nabij toen de groep in het dorpje Lavdar ineens een Brits accent hoorde. De partizanen hadden contact gelegd met de mannen van de Special Operations Executive, ook wel ‘Churchills geheime leger’ genoemd. De SOE had na het debacle van Duinkerken van Churchill opdracht gekregen bezet Europa ‘in vuur en vlam te zetten’ door middel van sabotage- en guerrilla-activiteiten tegen de nazi’s.

Geheim agenten van de SEO krijgen les in parachutespringen, 1941.

SOE-agenten waren met zorg uitgekozen – bijvoorbeeld vanwege hun talenknobbel – en speciaal getraind in spionagetechnieken. Zo konden ze tegenstanders geruisloos doden en omgaan met explosieven. Ze moesten op alles voorbereid zijn, kregen een valse identiteit aangemeten en werden in het diepste geheim gedropt in bezet gebied. Het was levensgevaarlijk werk.

Sinds het begin van 1943 opereerde er een handjevol Britse SOE-agenten in Albanië om olievelden en chroommijnen te saboteren en de communistische partizanen te helpen in hun strijd tegen de Italianen en later de Duitsers. De partizanen kregen trainingen en wapens van de Britten.

Evacuatie te gevaarlijk

Nadat de SOE-agenten in Albanië de geallieerde hoofdkwartieren via de radio hadden laten weten dat ze de groep vermiste Amerikanen hadden gevonden, kregen ze de opdracht om hen naar huis te brengen. De Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt eiste dagelijkse briefings over hun lot. De families tastten ondertussen volledig in het duister. Op 29 november berichtten de Amerikaanse kranten voor het eerst over de vermissing, maar om de nazi’s niet op het spoor te zetten werd verzwegen waar de Amerikanen verbleven.

Een week later vertrok de groep dan eindelijk echt richting de Adriatische kust. Het doel was de geheime basis ‘Seaview’. Daar bereidde een agent van de OSS – de Amerikaanse evenknie van de SOE – hun aankomst voor. Aanvankelijk verliep de tocht voorspoedig, maar hij stokte bij Gjirokastër vanwege een groot Duits offensief tegen de partizanen.

Kerstmis vierden de Amerikanen daarom noodgedwongen in dorpjes aan de andere kant van de brede vallei bij Gjirokastër. Met een provisorische kerstboom, gebraden kip, wijn en een dienst in een Grieks-orthodoxe kerk maakten ze er het beste van.

Er zat niets anders op dan verder naar de kust te lopen

Het ongeduld bij de Amerikanen was inmiddels groot, vooral bij de piloten. Zij zagen de vallei bij Gjirokastër als ideale landingsbaan en drongen via de radio aan op evacuatie per vliegtuig. Het SOE-hoofdkwartier zag daar niets in, maar de Amerikaanse luchtmacht beantwoordde het verzoek op 28 december met een grote luchtvloot van 21 P-38-jachtvliegtuigen, twee Dakota’s en een Wellington-bommenwerper. Door aanhoudende radioproblemen wist de luchtvloot alleen niet dat de Duitsers inmiddels Gjirokastër hadden veroverd. Dat maakte evacuatie uiteindelijk te gevaarlijk. De vloot vertrok onverrichter zake weer naar Italië.

Aan het begin van 1944 zat er dan ook niets anders op dan de tocht door de bergen naar de kust lopend voort te zetten. Na een laatste afmattende week bereikte de groep eindelijk Seaview. Op 9 januari om kwart over twee ’s nachts klommen 27 vermiste Amerikanen aan boord van een Britse patrouilleboot, die hen naar Bari bracht.

Daar werd in de haven vrolijk propagandamateriaal op de gevoelige plaat vastgelegd, waaronder de foto van de verpleegsters en hun tot op de draad versleten schoenzolen die in het legermuseum van Gjirokastër te zien is. Om de activiteiten van de SOE in Albanië niet in gevaar te brengen, repte de Amerikaanse luchtmacht van een terugkeer uit Joegoslavië.

Amerikaanse artsen en verpleegkundigen oefenen voor D-day, 1944.

Op basis van de informatie van de leden van het 807ste tekenden de Amerikanen een kaart van de afgelegde route: de afstand tussen de crashsite en Seaview was hemelsbreed ongeveer 90 kilometer, maar in werkelijkheid hadden de Amerikanen een tocht door onherbergzaam gebied van bijna 1000 kilometer afgelegd. Dankzij de gezamenlijke inspanningen van Albanese communistische partizanen en Britse SOE-agenten waren de Amerikaanse verpleegsters en hospikken na 63 dagen eindelijk terug in de eigen gelederen.

Terwijl de 27 Amerikanen die op 9 januari vanuit Seaview vertrokken alweer lang en breed terug in de Verenigde Staten waren, zaten de drie verpleegsters in Berat nog steeds vast achter vijandelijke linies. De OSS-agent die de andere Amerikanen had begeleid naar Seaview, keerde terug om hen te zoeken. Na langdurig aandringen lukte het om de achtergebleven verpleegsters met hulp van de nationalisten van de BK vrij te krijgen. Op 21 maart 1944 stapten ook zij op de boot naar Italië.

Ivo van de Wijdeven is historicus en politiek analist.

 

Naoorlogse zuiveringen

De communistische partizanen kwamen uiteindelijk als overwinnaars uit de Tweede Wereldoorlog tevoorschijn. In de zomer van 1944 hadden ze de BK in het zuiden van Albanië volledig opgerold. En toen de nazi’s zich eind november terugtrokken uit Albanië, namen de communisten de macht over in de hoofdstad Tirana. Hun leider Enver Hoxha werd premier.

De geallieerden hadden samengewerkt met de partizanen en legden hun na de oorlog geen strobreed in de weg toen Hoxha en de zijnen met geweld afrekenden met hun tegenstanders en in 1946 de communistische Volksrepubliek Albanië uitriepen. Tijdens de naoorlogse zuiveringen werden ook partizanen die hadden meegeholpen aan de redding van de Amerikaanse verpleegsters veroordeeld wegens collaboratie met de kapitalistische klassenvijand.

Meer weten:

The Secret Rescue (2014) door Cate Lineberry verhaalt over de avonturen van de Amerikanen in Albanië.

The Wildest Province. SOE in the Land of the Eagle (2008) door Roderick Bailey reconstrueert de activiteiten van Britse geheim agenten in Albanië.

Albania at War 1939-1945 (1999) door Bernd J. Fischer vertelt het verhaal van de Tweede Wereldoorlog in Albanië.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 5 - 2022