Home ‘Balkenende wil zijn hachje redden’

‘Balkenende wil zijn hachje redden’

  • Gepubliceerd op: 18 juni 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Bas Kromhout

Regeringen zijn onwillig om verantwoording af te leggen na militaire missers. Dat schrijft Christ Klep in zijn proefschrift over de nasleep van onder meer het Srebrenica-debacle. Die vertoonde grote overeenkomsten met het huidige debat over het Irak-onderzoek.

In Somalië, Rwanda, Srebrenica onderzoekt Christ Klep de nasleep van drie ‘ontspoorde’ vredesmissies van respectievelijk Canadese, Belgische en Nederlandse militairen. De regeringen van deze landen stonden lang afwijzend tegenover pogingen van nabestaanden en volksvertegenwoordigers om de onderste steen boven te krijgen. ‘In geen van de gevallen werd verantwoordelijkheid genomen of afgedwongen in een mate die de spoedige en bevredigende afronding van de nasleep garandeerde,’ schrijft Klep.

Die geschiedenis herhaalt zich nu, zegt Hein van Meeteren, mede-initiator van ‘Openheid over Irak’. Dit burgerinitiatief oefent druk uit op de regering-Balkenende om zich tegenover een parlementaire-enquêtecommissie te verantwoorden voor de Nederlandse steun aan de Amerikaanse inval in Irak in 2003. ‘Balkenende lijkt er alleen in geïnteresseerd zijn hachje te redden. Door een onafhankelijke onderzoekscommissie in te stellen heeft hij zich handig uit de gevarenzone gemanoeuvreerd.’

Klep beschrijft tactieken en argumenten waarmee autoriteiten hun verantwoordelijkheid probeerden te ontlopen. Zo noemde de Nederlandse regering haar beslissing om lichtbewapende soldaten naar Srebrenica te sturen in de toenmalige omstandigheden verdedigbaar. Het zou ongepast zijn kritiek te leveren met kennis achteraf. ‘Dat horen we in de Irak-discussie ook, maar het is het meest onzinnige argument dat er bestaat,’ zegt Van Meeteren. ‘Verantwoordelijkheid nemen doe je altijd achteraf. Als ik een bekeuring krijg is dat omdat ik te hard gereden heb, niet omdat ik van plan ben dat te doen.’

Een andere tactiek om de aandacht van eigen falen af te leiden was volgens Klep te wijzen naar de echte slechteriken in het verhaal, zoals de Hutu’s en de Serviërs. Als dat niet hielp, dan waren er altijd nog coalitieafspraken die parlementair onderzoek verhinderden. Ook dat ziet Van Meeteren terug. ‘Het is overigens onduidelijk hoe hard de blokkade door het CDA van een Irak-onderzoek in de coalitieonderhandelingen was. Bos zegt dat hij heeft gevochten als een leeuw, volgens medeonderhandelaar Klaas de Vries was het een mineur punt.’

‘Openheid over Irak’ verzamelde in 2007 137.000 handtekeningen vóór een parlementaire enquête. Een soortgelijk onderzoek over Srebrenica werd gefrustreerd doordat buitenlandse hoofdrolspelers niet voor de commissie wilden verschijnen. Is Van Meeteren niet bang voor herhaling? ‘Nee, want Balkenende zegt dat Nederland inzake Irak een “eigenstandige” afweging heeft gemaakt. De enquêtecommissie zou dus hoofdzakelijk Nederlanders oproepen.’

Volgens Van Meeteren is essentieel dat een parlementaire-enquêtecommissie getuigen onder ede kan verhoren. De commissie-Davids heeft die mogelijkheid niet. ‘Van echte openheid is nog steeds geen sprake. Balkenende heeft ons allemaal een beetje bedonderd.’

Christ Klep, Somalië, Rwanda, Srebrenica. De nasleep van drie ontspoorde vredesmissies 385 p. Boom, € 25,00

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.