Home Audiovisueel: ‘In Amerika waren de straten met goud geplaveid’

Audiovisueel: ‘In Amerika waren de straten met goud geplaveid’

  • Gepubliceerd op: 17 november 2000
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Shirley Haasnoot

Tien kinderen had Albert Zuiderhof uit het Groningse Grootegast begraven, toen hij met zijn vrouw, vier zoons en drie dochters per schip uit de haven van Rotterdam vertrok. Zijn boerderij, familie en bekenden; alles liet hij achter op weg naar een beter leven in Amerika. Zes maanden na aankomst in de haven van New York stierf hij aan tyfus. Documentairemaker Cherry Duyns (1944) vond zijn naam op de passagierslijst derde klas van de SS Potsdam, het stoomschip dat op 17 mei 1900 zijn eerste reis naar Amerika maakte, met 2200 passagiers en 210 bemanningsleden aan boord.

        Wie zouden het geweest zijn, vroeg Duyns zich af toen hij de lijst onder ogen kreeg in het Rotterdams Gemeentearchief. Hoe zagen ze eruit? Waarom gingen ze weg? Hoe zien hun nazaten eruit? Voor de VPRO maakte hij de documentaire De overtocht. Het is het verhaal van de stoker en drie passagiers van de SS Potsdam. Maar ook van Ellis Island, waar twaalf miljoen mensen door de immigratiehal gingen. Daar werden ze gekeurd voordat ze Amerika werden binnengelaten. ‘Naar Amerika gaan was een ongelofelijk avontuur’, zegt Cherry Duyns in de montagekamer in Hilversum, waar hij met editor Jan Langeveld uit tien uur filmmateriaal een verhaal van een uur samenstelt. ‘Je maakt een reis die je maar een keer in je leven zult maken. Je gaat naar een land, zo groot en zo anders, en daar moet je zien te aarden. Het was een afscheid voor eeuwig.’
        Francis Zuiderhof woont in Hendersonville, North Carolina en heeft zijn grootvader nooit gekend. Hij heeft zelfs geen foto. ‘Mijn opa had, geloof ik, een baard.’ Van zijn Nederlandse familieverleden weet hij weinig. Hij is Amerikaan, zegt hij. Hij heeft altijd hard gewerkt, is trucker en taxichauffeur geweest. Duyns vraagt waarom de familie uit Nederland vertrok. Zuiderhof : ‘Ze waren erg arm, leefden in Nederland op de rand van het bestaan. Zoals iedereen droomden ze ervan naar Amerika te gaan. De straten waren geplaveid met goud in Amerika.’
        Het toeval wil dat ook Nick Steenstra, gepensioneerd hoofdonderwijzer, in Hendersonville woont. Hij kent Zuiderhof niet. En ook hun beide grootvaders hebben elkaar waarschijnlijk nooit ontmoet, hoewel ze met hetzelfde schip in Amerika aankwamen. Want Klaas Stienstra, die zijn naam veranderde in Nicholas Steenstra, had een kaartje tweede klas. Hij stierf drie jaar voor de geboorte van zijn kleinzoon. Nick leerde van zijn grootmoeder wat Friese en Nederlandse woordjes. En hij hoorde verhalen over zijn grootvader: ‘Hij was een serieus man, geïnteresseerd in academische zaken.’ De cameraman zoomt in op een foto: Een jonge, ernstige, knappe man met een grote snor kijkt in de lens.
        Dat Stienstra in het Friese Beetgum aan het einde van de negentiende eeuw een bevlogen socialist en een niet onbekende schrijver was, wist zijn kleinzoon niet. Ook niet dat hij waarschijnlijk naar Amerika emigreerde nadat drie mannen op beschuldiging van diefstal onschuldig achter de tralies verdwenen. Stienstra wist wie de echte daders waren maar deed zijn mond te laat open, waarmee hij zich voorgoed onmogelijk maakte in de dorpsgemeenschap. Over deze beroemde affaire-Hoogerhuis maakte Pieter Verhoeff zijn speelfilm, getiteld De Dream (1985).
        Ook Roelf Abbingh Alingh uit Drenten staat op de namenlijst van de SS Potsdam. Hij ging op bezoek bij zijn zoon Albert die zeven jaar eerder was geëmigreerd en zich in het Amerikaanse Sioux City had gevestigd. Hij reisde eerste klas, at aan een smetteloos gedekte tafel, speelde piano of zat in de prachtige bibliotheek. Zijn bediende droeg zijn koffertje, weten zijn achterkleinkinderen Jantina en James. Duyns: ‘Je had gigantische klasseverschillen op het schip. De derde klas passagiers moesten de aardappels schillen voor de eerste klas.’
        29 mei 1900 kwam het schip aan in New York. De immigratiedienst controleerde de eerste en tweede klas controleerde aan boord. Maar Zuiderhof moest door de strenge keuring op Ellis Island, zoals alle arme sloebers van over de hele wereld. In een kort zwart-wit filmfragment komen ze plotseling tot leven, drommen mensen in een enorme hal, met vermoeide gezichten en lange jassen. Waarschijnlijk hun beste kleren. Niemand lacht.
        Het is belangrijk om geschiedenis te vangen in beelden, vindt Duyns.
‘Bij sommige films moet je feitelijk zijn maar met De overtocht valt het verleden bijna niet meer aan te raken. Je kunt een jaar research doen en dan een film maken over de successen of juist de moeilijkheden van Hollanders. Ik koos voor één reis.’ En daarmee gaf Duyns de namen een gezicht.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.