Home De Atlantikwall

De Atlantikwall

  • Gepubliceerd op: 1 juli 2016
  • Laatste update 08 sep 2023
  • Auteur:
    Bas Kromhout
  • 10 minuten leestijd
De Atlantikwall

Langs 5000 kilometer kust, van de Noordkaap tot aan de Pyreneeën, bouwden de nazi’s een keten van bunkers, tankgrachten en mijnenvelden. Deze ongenaakbare Atlantikwall moest een geallieerde invasie voorkomen.

 ‘Zeg, weet u het al? De Atlantikwall, die staat pal!’ De Nederlandse bevolking hoefde zich geen illusies te maken over de kans van slagen van een Brits-Amerikaanse invasie, wilde de bedenker van dit rijmpje maar zeggen. Het werd tijdens de Duitse bezetting verspreid via de ‘foute’ en gelijkgeschakelde pers.

De geallieerden hadden de Duitsers in het defensief gedrongen, zowel aan het oostfront als in Noord-Afrika. Veel Nederlanders hoopten dat zij nu spoedig een ‘tweede front’ in Europa zouden openen. Misschien waren ze wel van plan op de eigen Hollandse kust te landen. Dit soort verwachtingen kon er in de ogen van de bezetter slechts toe leiden dat de bevolking zich minder coöperatief opstelde. Daarom bazuinden de Duitsers rond dat hun kustversterkingen onneembaar waren.

Achter al dat beton en staal voelden de Duitsers zich ten onrechte veilig

Op het oog was de Atlantikwall inderdaad ongenaakbaar. Langs 5000 kilometer kust, van de Noordkaap tot aan de Pyreneeën, hadden de Duitsers een keten gelegd van bunkers, tankgrachten, mijnenvelden en andere obstakels. Zware kanonnen moesten vijandelijke schepen en vliegtuigen op afstand houden. Havens waren omgebouwd tot ware vestingen, voorzien van vliegvelden en permanent bemand door flinke aantallen soldaten. Landinwaarts was een brede strook ontruimd en tot militair gebied verklaard. Achter deze muur van beton en staal konden de Duitsers zich met recht veilig voelen, zo leek het.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Monsterkanonnen

Toch was de Atlantikwall eerder een teken van zwakte dan van kracht. De statische fortificaties lieten pijnlijk duidelijk zien dat Hitlers offensief in het westen was gestopt aan de Kanaalkust. In de zomer van 1940 hadden de Duitsers nog plannen gemaakt om zelf de zee-engte over te steken en de Britse eilanden in te nemen. Wat zij toen aan vestingwerken aanlegden op de West-Europese kust had te maken met deze operatie Seelöwe.

De Atlantikwall was eerder een teken van zwakte dan van kracht

Op sommige plaatsen bouwden ze zwaar beveiligde duikbootbases. Bij Calais en Cap Gris Nez verrezen monsterkanonnen die de Engelse kust konden beschieten. Havensteden kregen versterkingen tegen mogelijke aanvallen van de Royal Navy, die de opbouw van de Duitse invasiemacht konden verstoren.

Met een grootschalige landingspoging door de Britten hoefden de Duitsers nog geen rekening te houden. Behalve op de meest strategische plekken deden zij daarom nauwelijks moeite om de kusten in staat van verdediging te brengen. Hooguit kregen soldaten opdracht zelf eenvoudige loopgraven aan te leggen.

Bunkercomplexen

De Duitsers verloren de luchtoorlog om Groot-Brittannië, en op 17 september 1940 gelaste Hitler operatie Seelöwe voor onbepaalde tijd af. Maar nog steeds hoefde hij niet te vrezen voor een tegenoffensief van de Britten. Hun leger was te klein en te slecht bewapend om het op het vasteland op te nemen tegen de Wehrmacht. Dus maakten de Duitsers geen haast met de versterking van de kusten. Behalve die van de Britse Kanaaleilanden, die zij eind juni 1940 hadden bezet zonder een schot te lossen. Voor Hitler hadden de eilanden grote strategische en propagandistische waarde. Daarom liet hij er in de zomer van 1941 enorme bunkercomplexen bouwen.

De beslissing voor het aanleggen van de Atlantikwall had alles te maken met de toestand aan het oostfront

Maar het besluit om ook de rest van de Atlantische kust te veranderen in een ‘onneembare’ vesting nam de Führer pas een halfjaar later, op 14 december. Dit besluit had alles te maken met de toestand aan het oostfront. Toen het Duitse leger op 22 juni 1941 de Sovjet-Unie binnenviel, verwachtte Hitler dat Stalins ‘verrotte bouwwerk’ snel zou instorten.

En als de Russen eenmaal waren verslagen, zouden de Britten inzien dat het voor hen geen zin meer had om door te vechten, zonder bondgenoot op het Europese vasteland. Ook van de Amerikanen, die zich ondanks hun formele neutraliteit steeds nadrukkelijker met het conflict bemoeiden, was dan niets meer te vrezen. Zij zouden beseffen dat alle hulp te laat kwam. Dan was de oorlog voor Duitsland gewonnen.

Stoomwals

Het liep anders. De Wehrmacht raasde aanvankelijk als een stoomwals door Wit-Rusland en Oekraïne, maar kwam vlak voor de poorten van Moskou tot stilstand. De Duitsers moesten in Rusland overwinteren. Het uitgeputte leger had dringend behoefte aan verse soldaten, en die konden alleen uit de bezette landen in West-Europa worden gehaald. Daardoor zou het westfront worden verzwakt, juist op het moment dat de Verenigde Staten definitief in het strijdperk waren getreden.

De Wehrmacht kwam vlak voor de poorten van Moskou tot stilstand

Op 7 december hadden de Japanners namelijk de vlootbasis Pearl Harbor aangevallen, en vier dagen later verklaarde Hitler de Amerikanen de oorlog. Om de toegenomen dreiging in het westen het hoofd te bieden en tegelijkertijd zo veel mogelijk soldaten naar het oostfront te kunnen sturen, gaf hij het bewuste bevel voor de bouw van een Neue Westwall, beter bekend als Atlantikwall.

Vertraging

Het plan kreeg pas in de loop van 1942 concrete vormen. In maart verdeelde Hitler de verantwoordelijkheden. Hij gaf aan veldmaarschalk Gerd von Rundstedt de supervisie over het belangrijkste gedeelte van de Atlantikwall, dat de Franse, Belgische en Nederlandse kust omvatte. Overigens achtten de Duitse deskundigen een geallieerde landing in Nederland onwaarschijnlijk, omdat de afstand tot de Britse kust relatief groot was en het vlakke achterland de Duitsers in staat zou stellen snel een tegenaanval te lanceren.

De Duitsers zeld hadden in de zomer van 1940 aangetoond dat geen enkele vesting onneembaar was

De legertop geloofde dat een bewegingsoorlog te verkiezen was boven een statische verdedigingslinie. Had de vijand deze op één plaats doorbroken, dan was de rest van de linie immers in één klap nutteloos. De Duitsers zelf hadden in de zomer van 1940 aangetoond dat geen enkele vesting, hoe sterk ook, onneembaar was. De beroemde Franse Maginotlinie hadden ze eenvoudigweg omtrokken. Zij wilden dat hun eigen Atlantikwall een eventuele invasie vooral vertraagde, zodat tijd werd gewonnen om een tegenoffensief te organiseren dat de vijand terug de zee in zou werpen.

De Duitsers waren druk bezig hun plannen uit te werken, toen de geallieerden twee keer aanvielen op een schaal die niet eerder was voorgekomen. In de nacht van 26 maart 1942 voer een konvooi kleinere Britse marineschepen naar Saint-Nazaire. Hier bevond zich het enige droogdok aan de Franse kust dat groot genoeg was voor het gevreesde Duitse slagschip Tirpitz. Dat dok moest kapot.

In de maling genomen

Bij het naderen van de havenstad hesen de Britten de hakenkruisvlag. Voordat de Duitsers doorhadden dat ze in de maling werden genomen, waren honderden Britse commando’s aan land. Hun schepen werden in brand geschoten, dus een weg terug was er niet. In het nachtelijke gevecht kwamen de meeste commando’s om of werden gevangengenomen.

Ondertussen had een Britse torpedobootjager zich in de sluisdeuren van het droogdok geboord. In de neus zaten explosieven, die de volgende ochtend tot ontploffing kwamen. Tientallen nieuwsgierige Franse burgers werden hierbij gedood. De missie was geslaagd: het dok kon voor de rest van de oorlog niet meer worden gebruikt.

Toen ze de havenstad naderden, hesen de Britten de hakenkruisvlag

Nog grotere indruk maakte de geallieerde landing in Dieppe, op 19 augustus 1942. Dit ondanks het feit dat de aanval, die was bedoeld om de Duitse kustverdediging en de eigen kracht te testen, uitliep op een grote mislukking. De 1000 Britse en 5000 Canadese soldaten die ’s ochtend vroeg werden ontscheept op het zandstrand van de Noord-Franse havenstad, liepen recht in het spervuur van Duitse mitrailleurs en mortieren.

Toen ze om elf uur bevel kregen terug te trekken, bleven 1400 mannen dood achter en waren er bijna 2000 krijgsgevangenen. Ondanks de succesvolle verdediging van Dieppe begrepen de Duitsers dat ze niet op hun lauweren konden rusten. Deze landingspoging was slechts de vooraankondiging van de echte invasie. Er was geen moment meer te verliezen. De Atlantikwall moest er nu echt komen.

Stelsel van versperringen

De bouw werd gegund aan hét aannemersbedrijf van het Derde Rijk: de Organisation Todt. Eigenaar was Fritz Todt, die ook minister van Bewapening en Munitie was. Nadat Todt in februari 1942 was omgekomen bij een vliegtuigongeluk, droeg Hitler beide functies over aan zijn favoriete architect Albert Speer. De Führer beval dat de Atlantikwall moest bestaan uit betonnen bunkers. Liever twintig bunkers die een bomaanval konden doorstaan dan tweehonderd die dat niet konden, doceerde hij zijn militaire staf.

In 1943 waren 6000 bunkers klaar, 9000 minder dan gepland

De meest strategische punten, zoals havens en riviermondingen, moesten het eerst en het zwaarst worden versterkt. In Nederland waren dat Den Helder, IJmuiden, Hoek van Holland en Vlissingen. Ook in de duinen bij Den Haag kwam een uitgebreid stelsel van bunkers en tankversperringen. Pas later kwamen tussenliggende kustgedeelten aan de beurt.

In mei 1943 waren 6000 bunkers klaar. Volgens de planning waren dat er 9000 te weinig. In Nederland waren van de 39 geplande batterijen geschut nog maar achttien gerealiseerd. De Duitsers kampten met een gebrek aan materiaal en arbeidskrachten, ondanks de inzet van dwangarbeiders.

Pessimisme

Om het bouwtempo op te voeren benoemde Hitler in november veldmaarschalk Erwin Rommel tot inspecteur van de Atlantikwall. Rommel had furore gemaakt in Noord-Afrika en was populair bij de manschappen. Zelf vond Rommel dat Hitler hem had gedegradeerd tot een legeraanvoerder zonder soldaten. Bovendien twijfelde hij steeds sterker aan een voor Duitsland gunstige afloop van de oorlog. Met een zwaar gemoed begon hij aan zijn inspectietocht langs de Franse kust.

Rommel stond zeer pessimistisch tegenover de kustversterking

Rommels pessimisme werd nog versterkt toen hij de kustversterkingen zag. Volgens hem waren die niet opgewassen tegen de geallieerde invasie, die zeker zou komen. Anders dan Von Rundstedt en de militaire staf in Berlijn was hij ervan overtuigd dat de Britten en Amerikanen zouden landen op een afgelegen strand in plaats van in een havenplaats.

Ook geloofde hij niet dat een Duitse tegenaanval de invasie kon keren, omdat de geallieerden beschikten over veel meer soldaten en materieel. Als de vijand niet direct op het strand werd vernietigd, dan was de strijd verloren. Op Rommels bevel werden daarom haastig mijnenvelden en allerhande ijzeren obstakels langs de vloedlijn geplaatst.

Propaganda

Maar ook deze aanpassingen waren onvoldoende, wist Rommel. De soldaten die de Atlantikwall bemanden, waren meestal tijdelijk van het oostfront weggehaald om uit te rusten. De in hun geschutkoepels zo indrukwekkend ogende kanonnen waren tweedehandsjes uit de overwonnen landen, waarvoor in beperkte mate reserveonderdelen en munitie voorradig waren. Bovenal maakte Rommel zich zorgen over het luchtoverwicht van de geallieerden. Hij wist uit ervaring hoe demoraliserend een vliegtuigbombardement was.

De Atlantikwall was nooit de onneembare vesting zoals de propaganda wilde doen geloven

In het Duitse bioscoopjournaal speelde Rommel het spelletje nog mee. ‘Gezien onze sterke stellingen, gelet op de voortreffelijke moraal van de troepen, op de nieuwe wapens en strijdmiddelen die ons ter beschikking staan, kunnen we wat komen gaat met vertrouwen tegemoet zien, en hoeven we ons geen moment af te vragen of het goed of fout zal gaan. Het komt zeker goed,’ sprak de veldmaarschalk zelfverzekerd.

Hij wist wel beter. De Atlantikwall was nooit een onneembare vesting, zoals de propaganda wilde doen geloven. Het bewijs leverden de geallieerden op 6 juni 1944: D-day.