Uit dossiers in het Bundesarchiv en de Stasi-archieven in Berlijn blijkt dat Angela Davis nog nauwer met de Oost-Duitse communistische partij SED samenwerkte dan de Amerikaanse inlichtingendiensten dachten.
Meteen na haar vrijlating in september 1972 vloog Angela Davis naar de DDR. Dat was haar ‘kadootje’ als dank voor alle steunbetuigingen die ze tijdens haar gevangenschap van de Oost-Duitse jeugd had ontvangen. Op het vliegveld Schönefeld veroorzaakte ze een ware crisis. Uit Stasi-dossiers blijkt dat Davis zo populair was onder de leden van de Junge Pioniere en de Freie Deutsche Jugend, dat de menigte van 50.000 kinderen niet meer in bedwang te houden was.
Wilt u meer geschiedenisverhalen lezen? Schrijf u dan in voor onze gratis nieuwsbrief.
De geënsceneerde inhuldiging liep uit op een enorme chaos. Het gehele Junge Pioniere-koor raakte zoek, de kinderen stormden de landingsbaan van het vliegtuig op en niemand hield zich meer aan de ingestudeerde marsorde. Stasi-officieren – verantwoordelijk voor de openbare orde en de voortgang van het bezoek – schoven elkaar woedend de zwartepiet toe.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Tijdens dit bezoek genoten Davis en haar begeleiders alle luxe. Auto’s stonden tot hun beschikking, ze mochten dag en nacht hun boodschappen opgeven en telegrammen versturen. Ook speldde Honecker Davis de Großer Stern der Völkerfreundschaft op, voor haar ‘außerordentliche Verdienste um die Deutsche Demokratische Republik, um die Verständigung und die Freundschaft der Völker und um die Erhaltung des Friedens’.
Daarnaast werden structurelere plannen gesmeed. Davis hoopte namelijk in de DDR te kunnen promoveren, op een onderwerp uit de marxistisch-leninistische filosofie (‘de rol van het Duitse idealisme bij de ontwikkeling van het marxisme vanuit esthetisch perspectief’). De SED ging graag op haar verzoek in en accepteerde alle eisen van Davis. Zo wenste ze vrijgesteld te worden van het Duitse promotiereglement: ze wilde haar studie niet in het Duits verrichten, en was ook niet van plan nog een diploma Duitse taalvaardigheid voor te leggen.
De SED was zo blij met alle publiciteit die ze genereerde, alsmede met de materiële solidariteitsbijdragen die de Davis-acties voor de partijkas hadden opgeleverd, dat men daar niet moeilijk over deed. Davis mocht op kosten van de SED doen wat ze wilde.
De eerste interviews met leden van het politbureau werden gepland en Davis kreeg alle medewerking. Als dank zegde ze in een gesprek met Herman Axen, lid van het politbureau en architect van de Oost-Duitse buitenlandse politiek, toe geen openlijke kritiek op de communistische regimes te zullen uitoefenen. Davis hield zich aan die afspraak. Ze kwam meerdere keren in de DDR op bezoek, en hield haar SED-begeleiders keurig op de hoogte van interne wetenswaardigheden uit de Amerikaanse communistische partij, de zwarte, vrouwen- en vredesbeweging.
Haar onderzoek sleepte zich echter voort. Elk jaar informeerde de Oost-Duitse ambassadeur in de Verenigde Staten trouwhartig wanneer mevrouw Davis van plan was stukken in te leveren. Volgens Davis had de FBI echter al haar papieren en werk van de afgelopen jaren in beslag genomen, waardoor ze weer helemaal opnieuw moest beginnen. Als kandidaat voor het vicepresidentschap namens de Communistische Partij had ze na 1981 echter steeds minder tijd voor haar onderzoekswerkzaamheden. Na 1985 liepen de contacten met de DDR dood. Davis schreef vele boeken, maar van een proefschrift is het niet meer gekomen.