Home Dossiers Martin Luther King King verwachtte de aanslag al lang

King verwachtte de aanslag al lang

  • Gepubliceerd op: 15 augustus 2023
  • Laatste update 23 aug 2023
  • Auteur:
    Eric Palmen
  • 3 minuten leestijd
Medewerkers van King wijzen na de aanslag waar het schot vandaan kwam, Memphis, 4 april 1968.
Martin Luther King zwaait naar zijn toehoorders.
Dossier Martin Luther King Bekijk dossier

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot HN Actueel? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

De laatste jaren van zijn leven stond burgerrechtenactivist Martin Luther King onder grote druk. Veel witte liberalen vonden hem te radicaal, maar de Black Panthers meenden juist dat hij niet ver genoeg ging.

Kings biograaf, de Amerikaanse journalist Jonathan Eig, schreef eerder een boek over Muhammad Ali. Het contrast kan niet groter zijn. De bokser tegenover de dominee, de spraakwaterval die meende dat de duivel wit was tegenover de verzoening prekende burgerrechtenactivist. Islam versus christendom. Tegenover de pers beweerde Ali dat ze vrienden waren, ‘net als Chroesjtsjov en Kennedy’.

Meer recensies lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Eig laat zien hoe dynamisch Kings strategie van geweldloosheid was. Hij begon in 1955, met de busboycot in Montgomery. En zette die voort met de sit-ins in etablissementen die weigerden kleurlingen te bedienen, de mars op Washington in 1963 en die op Selma twee jaar later. King wilde het ‘noodzakelijke bewustzijnsverbond’ tussen wit en zwart tot stand brengen. Zolang er in Amerika nog rassensegregatie bestond, was het geen vanzelfsprekende waarheid dat alle mensen gelijk geschapen waren, zoals de Onafhankelijkheidsverklaring verkondigde. Hij steunde op de ideeën van Gandhi en op de Amerikaanse traditie, zoals die van Henri David Thoreau met zijn oproep tot burgerlijke ongehoorzaamheid in 1849.

King was ervan overtuigd dat hij vroeg of laat vermoord zou worden. De eerste aanslag op zijn leven vond in 1958 plaats, toen een gestoorde vrouw een briefopener in zijn linkerborst boorde. Zijn woningen waren het doelwit van verschillende bomaanslagen. Menig witte liberaal meende dat King radicaliseerde toen hij ook armoede en sociale deprivatie bij de burgerrechtenbeweging begon te betrekken. Maar het was vooral zijn uitgesproken weerzin tegen de oorlog in Vietnam waardoor zijn populariteit daalde. Sommigen vonden King juist niet radicaal genoeg. De Black Panthers riepen op ‘een guerrillaoorlog te beginnen tegen de bleekscheten’.

In dat klimaat vond op 4 april 1968 de fatale aanslag plaats op het balkon van het Lorraine Hotel in Memphis. Eigs epiloog is het verslag van een desillusie. De Black Lives Matter-beweging bewijst dat er van de droom van Martin Luther King nog weinig is terechtgekomen.

King. Een leven
Jonathan Eig
768 p. Hollands Diep, € 29,99

Openingsbeeld: Medewerkers van King wijzen na de aanslag waar het schot vandaan kwam, Memphis, 4 april 1968. Bron: ANP.