Meiden met en zonder hoofddoek, families met kinderen, hip geklede studenten en in djellaba’s gestoken grijsaards: het lijkt wel of heel Algerije hier bij de Grande Poste, hartje Algiers, is samengekomen. Het is vrijdag 14 juni 2019 en ik sta te midden van duizenden demonstranten bij dit emblematische gebouw uit de Franse tijd. De sfeer is ontspannen. Her en der wordt gediscussieerd, kleuters houden borden omhoog waarop hun ouders slogans tegen het regime hebben geschreven, groepjes trekken zingend door de menigte. Sinds 22 februari 2019 is het land in de ban van de revolutie, hirak genaamd. De oude president Bouteflika is verjaagd en de hoop is nu gevestigd op een nieuwe, waarachtig democratische republiek.
Niet voor het eerst is Algiers de hoofdstad van revolutie. Nadat de Franse bezetter in 1962 was verjaagd, kroonde de jonge staat onder leiding van Ahmed Ben Bella zich tot vaandeldrager van het internationale socialisme. Antikolonialisten en toonaangevende leiders uit de derde wereld werden graag geziene gasten. Ze waren allemaal welkom in Alger la blanche, van Che Guevara en Malcolm X tot Abdel Nasser en Yasser Arafat. De radicale Black Panthers openden zelfs een kantoor in de centrale winkelstraat rue Didouche Mourad.
Elaine Mokhtefi was erbij en heeft haar herinneringen aan deze enerverende periode opgetekend. De activiste, in 1928 in New York geboren als Elaine Klein, streek begin jaren zestig in Algiers neer en huwde verzetsstrijder en schrijver Mokhtar Mokhtefi. Haar memoires zijn een indringend verslag van die wervelende jaren zestig. Maar de revolutie verzandde in een dictatuur en in 1974 werd Elaine het land uit gezet. Twee generaties later hoopt het Algerijnse volk middels hirak de progressieve agenda uit de jaren zestig alsnog in te kleuren.
Alger, capitale de la révolution. De Fanon aux Black Panthers
Elaine Mokhtefi
La Fabrique Éditions, 287 p.
Dit artikel is exclusief voor abonnees