Home BOEKEN: Engeland won de oorlog, de zwarten verloren de vrede

BOEKEN: Engeland won de oorlog, de zwarten verloren de vrede

  • Gepubliceerd op: 29 jan 2013
  • Update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Jos Palm

Het was de eerste keer dat het Britse imperium verslagen werd, althans de eerste keer in de negentiende eeuw. Bij Bronkhorstspruit en even later bij Majuba moest de British army in 1880 haar meerdere erkennen in een stelletje Boeren. Het zou de Engelsen nog een keer overkomen in 1899. In de zogenoemde Black Week werden ze drie keer vernederd: bij Stormberg, Magersfontein en bij Colenso in Natal.


De Eerste (1880-1881) en de Tweede Boerenoorlog (1899-1902), de tweestrijd tussen de blanke nazaten van Jan van Riebeeck en het perfide Albion, was in vele opzichten een scharnierpunt in de moderne geschiedenis. Engeland zou de oorlog uiteindelijk winnen, maar moest, net als later Amerika in Vietnam, de fictie van imperiale almachtigheid opgeven.

De oorlog was ook de eerste moderne oorlog. Beschoten worden vanuit loopgraven, beslopen worden door als guerrillastrijders uitgedoste Boeren – het was nieuw voor Engeland en de wereld, waar men nog gewend was aan Napoleontische veldslagen.

Nieuw was ook de complete mediaoorlog en de tactiek van massavernietiging die de Engelsen toepasten om de koppige Boeren eronder te krijgen. Het verdrijven en opsluiten van de burgerbevolking, van vrouwen, kinderen en grijsaards in concentratiekampen, zou in de twintigste eeuw een veelbeproefd oorlogsmiddel worden, maar rond 1900 was het nog niet op massale schaal vertoond.

En er was nog iets wat de strijd van de ultramodern bewapende oudtestamentische krijgers tegen het Britse leger verbond met de moderne tijd. De kiem voor een van de grote koloniale drama’s van de twintigste eeuw – het apartheidssysteem – werd hier gelegd. Engeland won de oorlog, maar de zwarten en kleurlingen die met de Britten meevochten verloren de vrede. Ze werden bij het Verdrag van Vereeniging, dat in 1902 de strijd besloot, uitgeleverd aan de nukken van de rasbewuste Boeren.

De Boerenoorlog was, kortom, een tragisch ongeval dat vooruitliep op de grote ongelukken van de twintigste eeuw. Er is al veel over geschreven. Het stereotiepe beeld van de onverschrokken godvrezende pioniers die het opnamen tegen de verraderlijke ‘Rooineks’ is te lezen in talloze jongensboeken die, als illustratie van onze onversneden sympathie, tot in de jaren vijftig in Nederland verschenen. De harde werkelijkheid is te vinden in standaardwerken als The Boer War van Thomas Pakenham (1979), dat vooral de oorlogshandelingen beschrijft, en in De Boerenoorlog van Bill Nassan (1999), dat meer oog heeft voor oorzaken, gevolgen en beeldvorming van de oorlog.

Sinds kort is er aan de Boerenoorlogboeken een nieuw werk toegevoegd: De Boerenoorlog van Martin Bossenbroek. En het moet meteen gezegd: de historicus die in Holland op zijn breedst al eerder publiceerde over de Nederlandse begaanheid met de Boerenzaak, heeft een bijzonder boek geschreven.

In zijn inleiding praat hij ons vanuit het ‘openluchtmuseum’ van de Boerenoorlog Bloemfontein bij over de blanke gemonumentaliseerde herinnering, en over het nieuwste, multiculturele perspectief op de oorlog. In het Zuid-Afrika van nu wordt de Boerenoorlog steeds meer gepresenteerd als een oorlog van allen tegen allen die nooit meer herhaald mag worden.

Een dergelijke politiek correcte invalshoek is Bossenbroek vreemd. Hij vertelt de klassieke geschiedenis van ‘de worsteling van een klein volkie om onzelf te handhaven’, maar doet dat als een eigentijds historicus, met gevoel voor understatement, menselijk tekort en met empathie voor alle deelnemende partijen.

Wat zijn boek vooral zo geslaagd maakt, is dat hij kiest voor het persoonlijke verhaal, zonder de grote lijn uit het oog te verliezen. Bossenbroek herschrijft als het ware de historie van de Boerenoorlog vanuit de beleving van drie deelnemers. De Nederlandse betrokkenheid zien we door de ogen van de Hollandse jurist Willem Leyds, naaste medewerker en algauw vertrouweling van de president van Transvaal Paul Kruger; Engelands wedervaren wordt verteld aan de hand van de belevenissen van de jonge, af en toe meevechtende oorlogsverslaggever Winston Churchill; de Boeren hebben hun vertegenwoordiger in de jonge strijder Deneys Reitz.

Dankzij Leyds, cum laude gepromoveerd en overgehaald om staatsprocureur en rechterhand te worden van Paul Kruger in Pretoria, maken we kennis met het leven in de Boerenrepublieken Transvaal en Oranje Vrijstaat. Het is er verschrikkelijk, oordeelt de vrouw van Leyds. Onderweg moet ze de stank en de aanblik van de ‘tenten der kaffers, walgelijk smerig en zoo klein’ doorstaan.

Eenmaal in Pretoria wordt het nog erger. Ze krijgt de president op bezoek, een eer die je geen vrouw gunt. ‘Ik lag in bed te jammeren over mijn kleed en stoelen, want u weet dat er niet alleen wijze woorden komen uit Oom Pauls mond, maar ook het noodige spuwsel.’ Bijbelse allure bleek heel goed samen te gaan met pioniersruwheid en ongeliktheid.

Wat bijblijft is de onverzettelijkheid van de Boeren en de identificatie met het oude volk van Israël, waarvan de lange baard – die Leyds uiteindelijk ook liet staan – het symbool was. En ook: de Boerennuchterheid. Johannesburg was sinds de ontdekking van een enorme goudader bij Witwatersrand in 1886 een booming city geworden. Een Sodom en Gomorra – ‘de hel’ noemde Kruger het –, dat van de winsten moderne wapens kocht om de Britten te weerstaan. Van dit Boerenvolk was een oorlog niet zomaar te winnen.

Dat was ook precies wat Churchill tot zijn eigen verbazing en die van heel Engeland ondervond. Hij was weggevaren, begeleid door een vaderlandslievende klassiekers zingende menigte. ‘Rule, Britannia’, ‘God Save the Queen’, had het geklonken, en: ‘Give it to the Boers’ en ‘Remember Majuba’. Maar al snel schreef Churchill zijn moeder: ‘We have greatly underestimated the military strenght and spirit of the Boers.’

Pas toen de Engelsen hun ouderwetse veldslagtactiek inruilden voor een totale oorlog tegen alles en iedereen wat Boer was, keerden de kansen. Dat ervoer op zijn beurt Bossenbroeks derde hoofdpersoon, de Boerensoldaat Deneys Reitz. Hij was een zogenoemde ‘Bittereinder’, die – het woord zegt het al – doorvocht tot het allerhopelooste allerlaatste slotakkoord.

Opmerkelijk genoeg droeg hij niet de gecultiveerde mozesbaard. Evenmin leek Reitz op de onderontwikkelde halfmens waar oom Paul zoveel van weg had. Bij een van de laatste door de Boeren gewonnen gevechten, de Slag bij Nooitgedacht, vroegen twee gewonde Engelse officieren hem waarom de Boeren nooit opgeven, terwijl het duidelijk was dat ze zouden verliezen. ‘Oh, well, you see, we’re like Mr. Micawber, we are waiting for something to turn up,’ antwoordde Reitz hun in keurig Engels, citerend uit Dickens’ David Copperfield.

De conversatie tussen de vijanden was illustratief voor de Boerenoorlog. Het bleek een binnen-Europese oorlog op vreemde bodem, zo wordt nog eens duidelijk uit het overtuigende boek van Bossenbroek.

Zo bot, koppig en hard als de Boeren en Engelsen waren geweest in het heetst van de strijd, zo begripvol waren ze voor de noden van de ander tijdens de vredesbesprekingen. Zwart en gekleurd kreeg zo goed als geen recht. Zuid-Afrika bleef in feite van Paul Kruger en de zijnen. De lange arm van oom Paul zou reiken tot aan 1990, het jaar dat het apartheidsregime viel. Pas toen begon de dekolonisatie.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Nieuwste berichten

Een boer rijdt vloeibare mest uit over het land
Een boer rijdt vloeibare mest uit over het land
Interview

De politiek kiest al zestig jaar dezelfde tactiek bij het mestprobleem: vertragen

Landbouwminister Femke Wiersma wil de uitzonderingspositie voor Nederlandse boeren verlengen. Door deze zogeheten derogatie mogen ze meer mest uitrijden dan eigenlijk is toegestaan. Maar volgens de Financial Times gaat de EU haar verzoek om verlenging weigeren. Ondertussen ruziet ze met een andere BBB-minister over de mestplannen van het demissionaire kabinet. Wiersma’s opstelling past in een...

Lees meer
Gebouw Federal Reserve
Gebouw Federal Reserve
Artikel

Opheffing van de Amerikaanse Federale Bank veroorzaakte economische rampspoed

President Donald Trump heeft een afkeer van de Federal Reserve Bank (FED), de Amerikaanse centrale bank. Daarin staat hij niet alleen. Zijn verre voorganger Andrew Jackson hief de bank in 1836 zelfs op. Dat leidde tot een diepe economische crisis. Van oudsher hebben Amerikanen een hekel aan centrale overheidsinstellingen. En aan bankiers. Het verklaart waarom...

Lees meer
Het hof van Karel de Stoute, vijftiende-eeuwse manuscript-illustratie
Het hof van Karel de Stoute, vijftiende-eeuwse manuscript-illustratie
Artikel

De Bourgondiërs voerden een financieel schrikbewind

Bourgondische vorsten hieven belastingen om hun oorlogen en dynastieke ambities te financieren. De Belgische historicus Marc Boone belicht hun plannen via het leven van een van hun paladijnen. Dit artikel krijgt u van ons cadeau Wilt u ook toegang tot HN Actueel? Hiermee leest u dagelijks geschiedenisverhalen met een actuele aanleiding op onze website en...

Lees meer
Marie, gravin van Bylandt door Alies Pegtel
Marie, gravin van Bylandt door Alies Pegtel
Interview

Gravin Marie van Bylandt koos een verrassend zelfstandig leven

Gravin Marie van Bylandt groeide eind negentiende eeuw op in luxe op het Haagse landgoed Oostduin, omringd door natuur, personeel en talloze huisdieren. Toch koos ze daarna een verrassend zelfstandig leven: ongehuwd, onafhankelijk en samenwonend met dierenactiviste Elisabeth des Tombe. In De vervlogen wereld van Marie, gravin van Bylandt schetst historicus Alies Pegtel hoe de...

Lees meer
Loginmenu afsluiten