Home De opkomst van de telefoon

De opkomst van de telefoon

  • Gepubliceerd op: 22 mrt 2016
  • Update 15 jan 2024
  • Auteur:
    Annegreet van Bergen
De opkomst van de telefoon

Bijna een eeuw lang was de telefoon alleen weggelegd voor de elite. Voor de gewone man was bellen onbetaalbaar. Maar niet iedereen vond dat een punt: je kon best zonder.

Op de middelbare school waar een vriend van mij leraar is gelden strikte regels voor het gebruik van mobiele telefoons. Bij overtreding daarvan neemt de docent het toestel in beslag. Tijdelijk. Het is een getrapt systeem; na een aantal overtredingen is de leerling zijn mobiel een etmaal kwijt. De heftigste protesten hiertegen kwamen niet van leerlingen, maar van hun ouders. ‘Er kan die kinderen van alles overkomen, zonder dat zij het weten. Dat vinden zij onbestaanbaar,’ aldus mijn vriend.

Het is een van de vele voorbeelden die laten zien dat mobiele telefonie de wereld onherkenbaar heeft veranderd. En het is snel gegaan: in 1995 had slechts een enkeling een mobiel, nu zijn er in Nederland méér mobieltjes (ruim 20 miljoen) dan inwoners (bijna 17 miljoen). In diezelfde periode daalde het aantal vaste aansluitingen van 8 tot 6 miljoen. Mobiel of vast? Je koopt je telefoon bij de belwinkel bijna net zo gemakkelijk als een halfje volkoren bij de bakker.

Bijna een eeuw lang was de telefoon alleen weggelegd voor de elite. In 1876 vroeg Alexander Graham Bell patent aan voor het apparaat dat toen nog volop aan kabels, lijnen en snoeren gebonden was. In de beginjaren, toen er nog helemaal geen sprake was van schaalvoordelen, was het bezit van een telefoon een rib uit je lijf. In 1881 kostte een jaarabonnement evenveel als twee inwonende dienstmeisjes.

Na de Tweede Wereldoorlog daalde de prijs van telefonie weliswaar (en werden dienstmeisjes steeds duurder), toch bleef bellen een prijzige aangelegenheid. Wie in 1956 tegen het allergoedkoopste internationale tarief (dat wil zeggen ’s nachts in de zogeheten ‘daluren’) met België belde, was na een uur en een kwartier al een bruto minimumweekloon kwijt.
In dat jaar had slechts 16 procent van de Nederlandse huishoudens een telefoonaansluiting. In 1970 had nog steeds de helft (55 procent) geen telefoon. Toen Ben (1950) en Marion (1952) in 1975 trouwden, hadden zij ook geen telefoon. ‘Waarom zouden we? Wij hebben allebei telefoon op het werk, daar kunnen we bellen,’ zo redeneerden zij. Pas in 1981 kregen ze thuis hun eigen aansluiting.

Veel te duur. In 1956 had maar 16 procent van de Nederlanders een aansluiting

In de jaren zestig was, met de welvaart, ook het aantal mensen dat een telefoon wilde gestegen. Maar er waren lange wachtlijsten, de capaciteit van het telefoonnetwerk bleef achter. De deviezen voor de import van Amerikaanse centrales moesten eerst worden verdiend. Andere bottleneck was de aanleg van kabels naar woonhuizen. In 1966 was de lijst met 156.000 wachtenden op z’n langst.

Met de nodige inventiviteit omzeilde een enkeling het probleem. Arnold (1936) werkte begin jaren zestig voor de buitendienst van Shell Nederland. Hij verkocht onder andere huisbrandolie aan instellingen en particulieren. Voor dat werk had hij thuis telefoon nodig, en Shell had geregeld dat er bij hem in het Twentse Losser een aansluiting was. In 1963 kwam er een man bij hem in de straat wonen die bij een dochteronderneming van Shell, de NAM, werkte. Ook hij wilde graag een aansluiting, maar daar kwam hij voorlopig niet voor in aanmerking en daarom adviseerde zijn baas hem contact op te nemen met die andere Shell-man. Arnold: ‘Hij belde bij ons aan en vroeg of hij op de een of andere manier ook van onze telefoon gebruik kon maken.’

Na enig gepuzzel en een heleboel gedoe kwamen ze tot de volgende oplossing: er werd over een afstand van meer dan honderd meter van Arnolds huis naar dat van de NAM-man bovengronds een kabel gespannen, van de ene lantaarnpaal naar de andere. Zo zaten ze samen op die ene aansluiting. Als er werd gebeld ging in beide huizen de telefoon over. ‘Wie als eerste oppakte, had het gesprek. Wanneer het niet voor jou was, drukte je op het knopje rechtsonder op de telefoon. Dan klonk er bij de ander een zoemertje en wist die dat het gesprek voor hem was. Zo hebben we dat een halfjaar gedaan.’

Nu is dat onvoorstelbaar. Ook andere dingen zijn ondenkbaar. Hoe vertel je als leraar Nederlands een nieuwe generatie over Harry Mulisch, over wie het verhaal gaat dat hij naar het American liet bellen zodat er daar ‘Telefoon voor de heer Mulisch!’ werd omgeroepen? In de ogen van de leerlingen van nu is Mulisch geen ijdeltuit, maar een loser. Welke sukkel gaat er tegenwoordig nog zonder mobiel op stap?

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 4 - 2016

Nieuwste berichten

Een demonstratie van de Nederlandse Volks-Unie
Een demonstratie van de Nederlandse Volks-Unie
Artikel

Extreem-rechtse partijen bleven na de oorlog lang rommelen in de marge

Tot ver in de jaren zestig hielden Nederlandse oud-nazi’s zich vooral in het geheim bezig met onderlinge hulp en eerherstel. Daarna traden rechts-extremisten steeds openlijker naar buiten. Ze pleitten voor een ‘blank en veilig’ Nederland.  In de nacht van 20 op 21 augustus 1983 werd de 15-jarige Antilliaanse Kerwin Duinmeijer in Amsterdam met een knipmes doodgestoken. De dader was de 16-jarige skinhead Nico Bodemeijer. De reden: Kerwins huidskleur. ‘Jij moet terug naar je...

Lees meer
Dienstplichtigen melden zich voor een mobilisatieoefening
Dienstplichtigen melden zich voor een mobilisatieoefening
Beeldessay

De invoering van de dienstplicht: jongemannen moesten naar het front

Militaire dienst was tijdens de Koude Oorlog vooral een vervelende onderbreking van een studie of carrière. Maar in vroeger tijden moesten tienduizenden dienstplichtige Nederlanders echt hun leven wagen aan het front. Vóór het bestaan van een algemene dienstplicht waren oorlogvoerende regeringen en landheren vooral afhankelijk van betaalde beroepssoldaten. Na een verloren slag konden ze niet...

Lees meer
Piraat Henry Every
Piraat Henry Every
Artikel

Amerikaanse piraten maakten de Rode Zee onveilig en werden schatrijk

Eind zeventiende eeuw was een carrière als piraat in steden als New York en Boston breed geaccepteerd. De Britse regering liet dat toe – tot haar eigen handelsbelangen in het gedrang kwamen. Maar tegen die tijd hadden piraten al hun stempel op de samenleving gedrukt.   In oktober 1694 verscheen in de ruw geplaveide straten van New York, dat toen nog amper 4000 zielen herbergde, een...

Lees meer
Voorbijgangers passeren een doodgehongerde man Charkov
Voorbijgangers passeren een doodgehongerde man Charkov
Artikel

Stalin hongerde de Oekraïners uit om hun verzet te breken

In 1932 wilde Jozef Stalin het tegendraadse Oekraïne voor eens en voor altijd omvormen tot voorbeeldige Sovjetrepubliek. Zijn methode? Een combinatie van zuiveringen en een door mensenhanden veroorzaakte hongersnood. ‘Ik herinner me een moeder die meer op een schaduw leek dan op een mens. Ze stond langs de kant van de weg en haar broodmagere...

Lees meer
Loginmenu afsluiten