Home Column Annegreet van Bergen: fietsen in oorlogstijd

Column Annegreet van Bergen: fietsen in oorlogstijd

  • Gepubliceerd op: 19 apr 2019
  • Update 11 apr 2023
  • Auteur:
    Annegreet van Bergen
Column Annegreet van Bergen: fietsen in oorlogstijd

Tijdens de Tweede Wereldoorlog vorderden de Duitsers duizenden fietsen, zodat ze zich tijdens een landing van de geallieerden per rijwiel naar de kust konden spoeden. Een zinloze actie, constateert Annegreet van Bergen, die grote woede opriep.

In augustus 2018 fietste een groep jonge Duitsers naar Nederland, zogenaamd om fietsen terug te geven die door hun grootvaders in de Tweede Wereldoorlog in beslag waren genomen. Het idee kwam van Jochen Baier (1969). Nadat Baier herhaaldelijk van Nederlandse vrienden te horen had gekregen ‘Ik wil mijn fiets terug’, had hij zich verdiept in het Nederlandse oorlogstrauma waaruit deze gevleugelde woorden voortsproten. Hij schreef een roman, Fahrräder für Utrecht, over een oude Duitse man die op zijn sterfbed zijn kleinzoon vraagt een door hem gestolen fiets naar Nederland terug te brengen. Dat deed Baier vervolgens met een aantal mensen in het echt.

Anno 2018 zitten Nederlanders niet meer te wachten op oude fietsen. Alleen al in dat jaar werden er meer dan een miljoen nieuwe exemplaren verkocht. Maar hier belande vluchtelingen kunnen ze goed gebruiken. Voor hen waren de ‘teruggebrachte’ Duitse fietsen dan ook bestemd.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Anno 2018 zitten Nederlanders niet meer te wachten op oude fietsen.

Door het te pas en te onpas gebruikte ‘Ik wil mijn fiets terug’ is in de loop der jaren een vertekend beeld ontstaan van de omvang van de fietsenroof door de Duitsers. In 1991 schreef het RIOD (voorloper van het NIOD) dat het om hooguit tussen de 100.000 en 150.000 fietsen ging. ‘Op de 4 miljoen fietsen die bij het uitbreken van de oorlog in gebruik waren, betekent dit “slechts” zo’n 3,5 procent. Het is dan ook niet zozeer het aantal geroofde fietsen dat zoveel commotie veroorzaakte als wel het feit dat iedereen de kans liep zijn zo geliefde vervoermiddel kwijt te raken. Het Parool gaf uiting aan de algehele verontwaardiging door op 25 juli 1942 te melden dat vrijwel geen andere daad van de bezetter “een zoo wilde woede, een zoo grote verbittering veroorzaakt had als deze massale rijwieldiefstal”.’

Je kunt je nu bijna niet meer voorstellen dat de Duitsers ooit dachten ze met Nederlandse fietsen de oorlog konden winnen. Het idee was dat hun soldaten, in geval van een landing van de geallieerden bij Scheveningen, zich daar op de fiets naartoe konden spoeden. Door gebrek aan benzine was een snelle, massale troepenverplaatsing per legerauto namelijk niet meer mogelijk. Die invasie kwam er niet en los daarvan verkeerde het merendeel van de gevorderde fietsen in zo’n slechte staat dat slechts een fractie bruikbaar was. Het eveneens nijpende gebrek aan rubber werd opgelost door fietsen houten banden te geven. Dit gebeurde zo vaak dat in juni 1943 hout voor fietsbanden niet meer onder het ‘Rijksbureau voor Hout’, maar onder het ‘Rijksbureau voor Rubber’ viel.

Je kunt je nu bijna niet meer voorstellen dat de Duitsers ooit dachten ze met Nederlandse fietsen de oorlog konden winnen.

Al sinds pakweg 1880 bestond er in diverse landen belangstelling voor fietsen in het leger. Fietsende manschappen konden bijvoorbeeld de cavalerie vervangen. Maar eind negentiende eeuw was alleen de elite in staat zo’n ‘ijzeren ros’ te berijden. In Nederland schoot in 1886 daarom de overkoepelende organisatie van fietsclubs, ANWB, de minister van Oorlog te hulp en bood aan te helpen bij de introductie van de ‘snelwieler’ in het leger. Die hulp werd dankbaar aanvaard en gedurende een aantal jaren maakten door de ANWB geronselde vrijwilligers een bliksemcarrière in het leger. Daar kwam een eind aan toen het leger midden jaren negentig zelf soldaten leerde fietsen. Dat was best moeilijk. ‘Bij ’t opstijgen en rijden mag men nooit naar zijn rijwiel zien en dit is zeer belangrijk, want men zou al spoedig zijn nevenmenschen aanrijden,’ werd er gewaarschuwd.

De fiets werd in de loop der jaren aan de militaire eisen aangepast. Zo had een tandem als voordeel dat de man achterop de kaart kon raadplegen, zijn veldkijker kon gebruiken en naar onraad kon speuren. Ook kwamen er fietsen met een laag frame. Dan hoefden soldaten niet meer af te stappen voordat ze gingen schieten, maar konden dat zittend op het zadel doen, met beide benen op de grond.

De vouwfiets, destijds ‘plooifiets’ genaamd, kon op de rug worden meegenomen. In het fietsenmuseum Velorama in Nijmegen hangt zo’n fiets, vervaardigd door de in Deventer gevestigde Burgers ENR, Eerste Nederlandse Rijwielfabriek, opgericht in 1869 en in 1961 ter ziele gegaan. Naast de fiets hangt een foto van soldaten die, een kepie op het hoofd en polsstok in de hand, met hun fiets op de rug over een sloot springen. Een mission impossible.

Niet ver over de grens bij Nijmegen, in de voormalige Romeinse stad Xanten, wordt verteld hoe slagvaardige Bataafse strijders het de Romeinen moeilijk maakten, omdat ze gezeten op hun paarden met volle wapenrusting door rivieren konden waden. Daaraan konden vouwfietsen niet tippen. Maar uiteraard is dat niet de belangrijkste reden waarom soldaten nooit meer fietsen zullen vorderen.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 5 - 2019

Nieuwste berichten

Patiënten in een inrichting in Soerakarta
Patiënten in een inrichting in Soerakarta
Recensie

Koloniale psychiaters oordeelden dat Javanen kinderlijk en oversekst waren

Javanen zijn kinderlijk, emotioneel en fantasierijk. En niet klaar voor zelfbestuur, oordeelden koloniale psychiaters in de jaren 1920. Marens Engelhard gaat in Indonesië op zoek naar zo’n psychiater: zijn grootvader Chris Engelhard. Dit artikel krijgt u van ons cadeau Wilt u ook toegang tot HN Actueel? Hiermee leest u dagelijks geschiedenisverhalen met een actuele aanleiding...

Lees meer
Michaël Zeeman in 1998
Michaël Zeeman in 1998
Recensie

Boek over Michaël Zeeman begon als verwondering over een vriend

De Leidse historicus Willem Otterspeer wilde zijn overleden vriend Michaël Zeeman begrijpen en schreef een boek over hem. Het blijkt een raadsel zonder oplossing. Waar begint een historicus aan als hij een biografie wil schrijven over een van zijn beste vrienden? Een complexe, omstreden en begaafde vriend bovendien. Willem Otterspeer besloot een biografie van journalist...

Lees meer
Franse militair gebruikt een drone
Franse militair gebruikt een drone
Artikel

Uitvinder Nikola Tesla voorspelde de drone als oorlogswapen

De komst van drones op het slagveld is al in 1907 voorzien door uitvinder en natuurkundige Nikola Tesla. Zijn experimenten met radiografische besturing legden mede de basis voor de ontwikkeling van onbemande oorlogsvliegtuigen. Nikola Tesla wordt gezien als een van de belangrijkste uitvinders op het vlak van elektrotechniek en radiocommunicatie. Hij werd in 1854 geboren...

Lees meer
Een vrouwelijke soldaat van de Rode Khmer
Een vrouwelijke soldaat van de Rode Khmer
Artikel

In Cambodja is de Rode Khmer nog steeds een open wond

In de jaren zeventig voerde de Rode Khmer een schrikbewind in Cambodja. Deze communisten joegen een kwart van de bevolking de dood in en traumatiseerden de rest. Toch zijn de daders nauwelijks vervolgd.   Voor toeristen die naar Cambodja komen staat het betoverende tempelcomplex Angkor Wat bovenaan het verlanglijstje. Dat ligt nu in de jungle, maar...

Lees meer
Loginmenu afsluiten