Home De politiek kiest al zestig jaar dezelfde tactiek bij het mestprobleem: vertragen

De politiek kiest al zestig jaar dezelfde tactiek bij het mestprobleem: vertragen

  • Gepubliceerd op: 12 dec 2025
  • Update 12 dec 2025
  • Auteur:
    Maud Boot
Een boer rijdt vloeibare mest uit over het land

Landbouwminister Femke Wiersma wil de uitzonderingspositie voor Nederlandse boeren verlengen. Door deze zogeheten derogatie mogen ze meer mest uitrijden dan eigenlijk is toegestaan. Maar volgens de Financial Times gaat de EU haar verzoek om verlenging weigeren. Ondertussen ruziet ze met een andere BBB-minister over de mestplannen van het demissionaire kabinet. Wiersma’s opstelling past in een lange traditie, constateert historicus Amber Striekwold. ‘De Nederlandse overheid heeft beslissingen over het mestbeleid vooral uitgesteld en vertraagd.’

Wat verstaan we onder het mestprobleem?

‘Het is ten eerste een probleem voor boeren: te veel vee zorgt voor te veel mest. De boeren kunnen nergens heen met de mest. Vanuit milieuoogpunt is het ook problematisch: de bodem kan bijvoorbeeld niet zoveel voedingsstoffen opnemen waardoor er vervuiling ontstaat. Zo vervuilt het bijvoorbeeld drinkwater.’

Meer historische context bij het nieuws van vandaag?

Meld u aan voor de gratis nieuwsbrief van Historisch Nieuwsblad.
Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

‘Maar het mestprobleem heeft ook grote sociaal-maatschappelijke gevolgen: hierdoor zitten we sneller aan de stikstofnorm waardoor delen van het land op slot zitten. En het raakt de gezondheid van burgers. In het politieke debat zie je pogingen om het mestprobleem steeds opnieuw te definiëren, vaak om het kleiner te maken of te framen als een technisch probleem. Zo hoeft het beleid niet echt te veranderen: een technisch probleem vraagt om een technische oplossing. Innovaties bieden dan de uitkomst.’

Hoe is dit mestprobleem ontstaan?

‘Allereerst doordat Nederland te veel vee heeft. En door het ontstaan van “grondloze” veehouderijen en landbouwbedrijven. Je zou kunnen zeggen dat tot ongeveer 1930 mest een hoofdproduct was van de veehouderij, dat werd gebruikt voor de akkerbouw. Met de komst van kunstmest werd het een bijproduct, en vanaf de jaren zeventig gold mest als afval. Stichting Natuur en Milieu kwam in 1972 met een rapport over de bio-industrie, waarin ze al wees op grondwatervervuiling. Door de intensivering van landbouw, de opkomst van de bio-industrie en kunstmest werd het systeem van circulaire landbouw doorbroken: mest kon nergens meer heen of worden gebruikt.’ 

Besefte Nederland toen al dat er een mestprobleem was?

‘Er gaan al heel lang stemmen op uit de landbouwkundige hoek, niet alleen uit de milieubeweging. In de jaren zestig waren er grote zorgen over overbemesting van het land en het niveau van fosfaat en nitraat. Een artikel uit landbouwtijdschrift De Boerderij in 1964 is een goed voorbeeld. In ingezonden brieven schreven boeren dat ze niet wisten wat ze aan moesten met alle stalmest en gier. Ze hadden er te veel van en bodemonderzoek liet zien dat de hoeveelheden fosfaat, kalium en kalk in hun grond veel te hoog waren. De bodem raakte uit balans en dat had effect op dieren en grondwater. In de jaren zestig waren er dus al een sterk vermoedens en cijfermatig bewijs dat zoveel mest niet goed was voor het land en de dieren.’ 

Hoe reageerden beleidsmakers op die kritieken?

‘Het rapport van Stichting Natuur en Milieu in 1972 zorgde ervoor dat de problematiek meer milieutechnisch werd geframed. De bredere opkomst van de milieubeweging en bewustzijn van milieuproblematiek hielpen hier ook bij. Pas later, in 1984, werd mest daadwerkelijk erkend als politiek probleem. Toenmalig landbouwminister Gerrit Braks kwam met de Interimwet beperking varkens- en pluimveehouderijen en zei zelfs: “Er komt geen varken en kip meer bij in Nederland.” Dat was een directe reactie op de mestproblematiek.’ 

‘De politiek hoopt nog steeds op technische oplossingen, waardoor het systeem niet echt hoeft te veranderen’

‘Tussendoor is er wel iets gedaan, maar de overheid heeft beslissingen over het mestbeleid vooral uitgesteld en vertraagd. Het probleem is pas na lange tijd erkend, en de politiek hoopt nog steeds op technische oplossingen, waardoor het systeem niet echt hoeft te veranderen. Daarmee wil Nederland vooral zijn internationale handelspositie waarborgen.’ 

Wat betekent het als Nederland zijn uitzonderingspositie verliest?

‘Voor zover ik weet is het nog niet definitief, dus het is lastig te zeggen wat het effect zal zijn. Maar de huidige reactie van Wiersma past goed bij de manier waarop Nederland al zo’n zestig jaar met de mestproblematiek omgaat. Ze benadrukt dat er nog onderhandeld wordt, terwijl vrijwel alle signalen erop wijzen dat de derogatie niet verlengd gaat worden. Mocht dat het geval zijn, dan zullen milieuorganisaties blij zijn, maar veel boeren niet. Tegelijk kan het andere sectoren lucht geven, omdat een lagere mestuitstoot ook stikstofruimte oplevert.’ 

Loginmenu afsluiten