Is het een erfenis van de VOC-mentaliteit dat minister Vincent Karremans van Economische Zaken in oktober de topman van het Nijmeegse chipbedrijf Nexperia op non-actief zette? Mag een Nederlandse regering zo maar een Chinese CEO ontslaan vanwege ‘wanbestuur’?
China vond van niet. Dit was een eenzijdige schending van de belangen en een ongehoorde inmenging in de zaken van China. Nederland had er niets mee te maken wat de topman met zijn chipfabriek in China wilde doen. Als tegenmaatregel kondigde Beijing aan de hele export van chips uit de Chinese Nexperia-fabriek stop te zetten, waardoor de toelevering aan autofabrikanten wereldwijd in de knel kwam en Nederland onderwerp van internationale verontwaardiging is geworden.
Nu heb ik al vaker gezegd en geschreven dat we terug zijn in de negentiende eeuw. Maar deze rel rondom in- en export van al dan niet gewenste producten lijkt letterlijk uit het script van die imperialistische en protectionistische periode te zijn weggelopen. Ook toen was er een product waar mensen in China en Europa letterlijk verslaafd aan waren. Dat waren niet de onderdelen voor auto’s, wapens of zonnepanelen, maar een goedje dat minstens zo sterk op consumentenverlangens inspeelde: opium.
De Nederlandse VOC en de Britse Oost-Indische Compagnie exporteerden, legaal dan wel illegaal, sinds de achttiende eeuw vanuit hun koloniën opium naar China, als ruilmiddel voor zijde, porselein en thee. Al snel waren miljoenen Chinezen verslaafd. Hoewel de autoriteiten in Beijing de import rond 1800 verboden, ging de smokkel van de geliefde papavervrucht in de eeuw daarna gewoon door. China zette daarom in 1838 Britse handelaren het land uit, daarop opende Her Majesty’s vloot het vuur en zo startte de Eerste Opiumoorlog.
De Chinezen verloren jammerlijk. Een smeekbede aan koningin Victoria, waarin zij appelleerden aan het Britse gevoel voor fatsoen en moraal – opium was toch een verfoeilijk product – mocht niet baten. China moest Hong Kong afstaan, werd gedwongen alle eigen tarieven en blokkades af te schaffen en vernederende vrijhandelsverdragen te sluiten met Groot-Brittannië, andere Europese landen – waaronder Nederland – en de VS.
Op de korte termijn waren de Opiumoorlogen voor de Europeanen een groot succes. Op de lange termijn was het een Pyrrhusoverwinning. Want de les die China trok uit deze immense vernedering was duidelijk. Voortaan moest China zorgen dat het technologisch en militair superieur was aan de Europese mogendheden. Het zou door westerse landen immers nooit fair worden behandeld. Alleen op grond van keiharde soevereiniteit en superioriteit kon China zaken doen met het Westen. Handelsrelaties konden alleen op basis van strikte transactionaliteit en een lik-op-stukbeleid onderhouden worden.
Dat is precies hoe we de Chinese reactie op Karremans’ ondoordachte actie moeten zien. En dit keer gaan niet de Chinezen, maar de Europeanen deze opiumoorlog verliezen.
