Home Mijn Verhaal

Mijn Verhaal

  • Gepubliceerd op: 18 mei 2004
  • Update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Martine Postma

In ‘Mijn verhaal’ vertellen lezers over een historische gebeurtenis waarbij zij betrokken waren. Willemina Mas Cabré (97) maakte als jonge vrouw de Spaanse burgeroorlog (1936-1939) mee.

 
‘Mijn ouders vonden het natuurlijk niet leuk dat ik naar een oorlogsgebied ging. Maar wat konden ze doen? Ik was verliefd, ik wilde bij mijn man zijn. Dus vertrok ik in 1936 naar Barcelona.

Ik had mijn man een paar jaar eerder ontmoet op een Esperanto-congres in Valencia. Esperanto – de universele taal – was toen in opkomst. Mijn vader zei: “Ik zou het maar leren, want straks spreekt iedereen het.”

Mijn man was aanvankelijk stoffenverver in de textielindustrie. Maar in de roerige periode die aan de burgeroorlog voorafging, was hij ontslagen omdat hij aan een linkse staking had meegedaan. Zo ging dat toen. Tijdens de oorlog werd hij omroeper bij Radio Barcelona. Ook ik heb daar twee keer ingevallen, maar het was niks voor mij; ik moest een bericht voorlezen over een bombardement op Malaga. Ik wilde erom huilen, maar dat kon niet; ik moest práten.

De eerste tijd ging het leven in Barcelona redelijk normaal door. Wel was er steeds minder eten; elke dag bombardeerden vliegtuigen van Franco de haven, waar schepen met hulpgoederen binnenkwamen. Alle buitenlandse hulp werd zo de grond in geboord.

Eén keer lag er een Nederlands schip in de haven. Hoewel we bang waren voor de bombardementen, zijn mijn man en ik daar toch naartoe gegaan. Zoals mijn moeder altijd zei: “Honger is een scherp zwaard.” Ik heb de matrozen aangesproken en toen hebben we daar aan boord een heerlijke maaltijd genuttigd. Allemachtig! We kregen allebei een half pond biefstuk en na afloop stopten ze ons stiekem nog een plunjezak met eten toe.

     
Begin 1939 werd het echt gevaarlijk. We konden de kanonnen van Franco’s oprukkende leger horen. Ik heb nog geprobeerd om via het Nederlandse consulaat een visum voor Nederland te krijgen voor mijn man en mij, maar de vice-consul zei: “Jij moest toch zo nodig met een Spanjaard trouwen?” Hij gaf het ons niet. De volgende ochtend vroeg zijn we toen maar gaan lopen, richting Franse grens. Net op tijd: de stad viel een dag nadat wij waren vertrokken. Alle radiocollega’s van mijn man hebben de kogel gekregen, hoorden we naderhand. 
     
Ook bij de grens hebben we weer geboft. Mijn man had onderweg een stok opgeraapt om onze bagage aan vast te binden; dat was gemakkelijker dragen. Maar in Port Bou dacht een Franse politieman dat hij die stok gebruikte omdat hij gewond was. “Blessé?” vroeg hij. Ik knikte direct van ja. Toen werden we niet van elkaar gescheiden en mochten we samen verder. 
     
In een trein werden we, samen met andere vluchtelingen, naar Poitiers gebracht. We zaten als varkens op elkaar gepakt en hadden zo lang niets gegeten dat mijn mond kapotging van het heerlijke Franse brood dat we kregen. Veel mensen waren bang dat de trein de verkeerde kant op zou rijden. “Ze brengen ons weer terug naar Franco,” zeiden ze angstig – we vertrouwden niemand meer. Maar de trein reed naar het noorden. 
     
In Poitiers hebben we negen maanden in een kamp gezeten, een voormalig krankzinnigengesticht, waar we op strozakken op de grond sliepen. In september 1939 kon mijn man aan het werk in Tours, meer naar het noorden. Ook ik kon daar een baan krijgen, als naaister in een atelier voor haute couture. Tours lag in het deel van Frankrijk dat niet door de Duitsers was bezet. We hadden natuurlijk daar moeten blijven. Maar toen ik in 1940 mijn dochter verwachtte, wilde ik naar mijn moeder in Nederland. Dus zijn we gegaan. Zo ben ik twee keer in mijn leven een oorlog in gevlucht.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Nieuwste berichten

Michaël Zeeman in 1998
Michaël Zeeman in 1998
Recensie

Boek over Michaël Zeeman begon als verwondering over een vriend

De Leidse historicus Willem Otterspeer wilde zijn overleden vriend Michaël Zeeman begrijpen en schreef een boek over hem. Het blijkt een raadsel zonder oplossing. Waar begint een historicus aan als hij een biografie wil schrijven over een van zijn beste vrienden? Een complexe, omstreden en begaafde vriend bovendien. Willem Otterspeer besloot een biografie van journalist...

Lees meer
Franse militair gebruikt een drone
Franse militair gebruikt een drone
Artikel

Uitvinder Nikola Tesla voorspelde de drone als oorlogswapen

De komst van drones op het slagveld is al in 1907 voorzien door uitvinder en natuurkundige Nikola Tesla. Zijn experimenten met radiografische besturing legden mede de basis voor de ontwikkeling van onbemande oorlogsvliegtuigen. Nikola Tesla wordt gezien als een van de belangrijkste uitvinders op het vlak van elektrotechniek en radiocommunicatie. Hij werd in 1854 geboren...

Lees meer
Een vrouwelijke soldaat van de Rode Khmer
Een vrouwelijke soldaat van de Rode Khmer
Artikel

In Cambodja is de Rode Khmer nog steeds een open wond

In de jaren zeventig voerde de Rode Khmer een schrikbewind in Cambodja. Deze communisten joegen een kwart van de bevolking de dood in en traumatiseerden de rest. Toch zijn de daders nauwelijks vervolgd.   Voor toeristen die naar Cambodja komen staat het betoverende tempelcomplex Angkor Wat bovenaan het verlanglijstje. Dat ligt nu in de jungle, maar...

Lees meer
Chinese moeder met zoontje
Chinese moeder met zoontje
Artikel

Nederlandse wiskundige bracht China op het idee van eenkindpolitiek

Eind jaren zeventig bepaalde de Chinese overheid dat ouders niet meer dan één kind mochten krijgen. Dat beleid was gebaseerd op wiskundige projecties. Een van de onderzoekers die de Chinezen daarmee liet kennismaken was de Nederlander Geert Jan Olsder. In het voorjaar van 1975 meldde zich een Chinese delegatie bij de Technische Hogeschool Twente. Het...

Lees meer
Loginmenu afsluiten