Terwijl de rest van Europa probeert met euro en grondwet dichterbij elkaar te komen, viert Noorwegen dat het land zich een eeuw geleden losrukte van de unie met Zweden.
Een klein Noors jongetje ziet de sabel van zijn opa en roept enthousiast dat hij soldaat wordt ”om de hoofden van de Zweden af te hakken”. Het verhaal staat in een onschuldig Noors schoolboekje uit 1892. Kinderen leerden er mee lezen en niemand die zich druk maakte om de inhoud. Tot dat in 1905 leden van de Noors-Zweedse broederschapvereniging in de kranten het debat over deze ’Zwedenhaat’ aanzwengelen. Maar dan is het al te laat: Noorwegen besluit onafhankelijk te worden.
Het verhaal van een zelfstandig Noorwegen is buiten Scandinavië niet erg bekend. Uit een onderzoek van een Europees researchbureau blijkt dat het land vooral te boek staat als mooi, koud, duur en steenrijk. Er is vrijwel niemand die weet dat Noorwegen niet eens zo lang geleden een van de armste landen van Europa was en deel uitmaakte van het Zweedse rijk. En de Noren zelf zijn juist zo trots op hun honderdjarige onafhankelijkheid. Dit punt wordt in het land vaak aangestipt in discussies over wel of geen lidmaatschap van de Europese Unie: we zijn net honderd jaar van Zweden af!
Straf
Noorwegen werd in januari 1814 bij de Vrede van Kiel door Denemarken aan Zweden beloofd als compensatie voor het verlies van Finland een paar jaar eerder. Zweden had zich aangesloten bij Engeland en Rusland en omdat Denemarken tussen 1807 en 1814 aan de kant van Napoleon stond, was het verlies van Noorwegen de opgelegde straf.
Ondertussen dachten de Noren er onder uit te komen door vol optimisme een eigen grondwet, gebaseerd op de Franse, te ontwerpen. Niet alleen burgers, maar ook de boeren kregen stemrecht en politieke invloed. Als koning wilden de Noren de jonge prins Kristian Frederik van Denemarken.
Toen de oorlog met Napoleon een paar maanden later echt voorbij was, moesten de Denen echter de in Kiel gemaakte afspraken nakomen. In een laatste stuiptrek probeerde Kristian Frederik zijn rijk met 30.000 slecht getrainde soldaten te verdedigen. Een maand later werd Noorwegen alsnog ingelijfd bij Zweden.
Bij de onderhandelingen over hoe de unie tussen de twee landen er uit moest komen te zien, hielden de Zweden rekening met de wind van Noors nationalisme die de laatste jaren was opgestoken. Om de pijn te verzachten, of om verdere escalatie te voorkomen. In de onderhandelingen die volgden, gaven de Zweden aan dat de Noren best hun eigen parlement, de Storting, mochten hebben. De leden waren echter verantwoording verschuldigd aan de Zweedse koning Karl II die zijn zetel had in Stockholm. Hij heette overigens zodra hij zich op Noors grondgebied bevond, ’koning van Noorwegen’.
De Noorse ’regering’ kreeg verder een afdeling in Stockholm en een in Kristiania, zoals Oslo toen nog heette. Verder mochten de Noren een eigen vlag, volkslied en bank hebben.
Van de andere kant werd er op gehamerd dat de twee landen eigenlijk geografisch gezien samen hoorden. De Zweedse koning kon bovendien ingrijpen in wetgevende kwesties. Daarnaast betekende de Unie dat Noorwegen geen eigen buitenlandpolitiek mocht voeren, maar werd behandeld als het ’kleine broertje’. En het was precies die buitenlandse dienst die de Noren uiteindelijk dwars begon te zitten.
Consulaatscrisis
Aan het einde van de negentiende eeuw verklaarde de toenmalige Zweedse koning Oscar II regelmatig Duitsland als zijn ’natuurlijke en nauwste bondgenoot’ te zien. Dat terwijl Noorwegen in zeevaart en handelskwesties altijd meer op Groot-Britannië was gericht. Toen Zweden in 1895 het vrijhandelsverdrag binnen de unie opzegde, waren er ineens ook economische redenen om eigen Noorse representanten in het buitenland te hebben. Zweden wilde dit op zich wel toestaan, maar alleen als de Noren zich verantwoordden tegenover een Zweedse minister van buitenlandse zaken.
De Noorse Storting bedankte hiervoor en maakte toch een eigen wet met betrekking tot de buitenlandse politiek. Oscar II weigerde deze op zijn beurt te ondertekenen, waarop de Noorse regering aftrad.
Op 7 juni 1905 verklaarde het parlement dat ”De vereniging met Zweden onder een koning opgehouden heeft te bestaan omdat de koning gestopt is te fungeren als Noorse koning”. Het argument was dat Oscar II er niet in slaagde om Noorwegen een regering te geven en dus zijn rol als staatshoofd niet goed uitvoerde.
Net als negentig jaar eerder trokken militairen zich samen in de grensstreken. Dat het niet tot een explosie kwam, is onder meer te danken aan Oscar II die aangaf dat er geen geweld tegen het broedervolk gebruikt mocht worden. Taalkundig, religieus en cultureel waren de landen te gelijk. Een steunbetuiging van de Zweedse vakbeweging voor de Noorse kameraden deed de meeste Zweden bovendien inzien dat Noorwegen een oorlog niet waard was.
Een andere sterke kracht was de ontdekkingsreiziger en latere Nobelvredesprijswinnaar Fridtjof Nansen. Hij werd in de jaren negentig wereldberoemd door zijn noordpoolexpeditie met het schip de Fram. Nog nooit eerder was iemand zo dicht bij het topje van de wereld geweest. Nansen gebruikte zijn internationale bekendheid ’in naam van rechtvaardigheid’ voor de Noorse zaak. Zijn artikelen over de Unie in The Times en Duitse en Franse kranten brachten de rest van Europa op de hoogte van de situatie in Scandinavië. Niemand wilde zijn vingers branden aan het conflict, maar de grootmachten oefenden wel voorzichtige druk uit op Zweden om een vreedzame oplossing te vinden voor het unie-probleem.
Nationalisme
Hoewel de ’consulaatcrisis’ de Noren losmaakte van de Zweden, werd het begin van het einde van de Unie eigenlijk al veel eerder ingeluid. De Noren gebruikten de jaren onder Zweden namelijk voor de ontwikkeling van een nationaal bewustzijn, waar ook vandaag de dag nog vaak naar verwezen wordt. In Fridtjof Nansen vonden de Noren bijvoorbeeld een eigentijdse held die ook nog eens wereldberoemd was. Daarnaast maakte het land een periode van culturele, nationaalromantische bloei door met bijvoorbeeld de componist Edvard Grieg en de dichter Henrik Ibsen.
Ook de taal ontkwam niet aan nationalisme. Al die eeuwen dat Noorwegen deel uitmaakten van het Deense rijk, was de schrijftaal Deens. Tijdens de unie met Zweden ontstond er een vernoorsing die tot op de dag van vandaag door de meeste mensen in Noorwegen wordt gebruikt. Veel boeren vonden de vernoorsing echter niet ver genoeg gaan. Dus trok plattelandsjongen Ivar Aasen er op uit om in de regio’s en uithoeken van het uitgestrekte land dialecten te verzamelen. Hieruit ontstond het zogehete nynorsk, nieuwe Noors. Deze schrifttaal wordt nog steeds naast het gewone Noors onderwezen en iedereen werkzaam in de publieke sector moet vloeiend nynorsk kunnen schrijven.
Referenda
Niet alleen op het gebied van propaganda en taal was het duidelijk dat de moderne tijd was aangebroken. Op zichzelf was het al revolutionair dat een staat in die tijd zonder bloedvergieten zijn zelfstandigheid kon verwerven. En helemaal nieuwerwets was dat er hierbij gebruik werd gemaakt van democratische middelen. In plaats van overgaan tot oorlog stelden de Zweden in de zomer van 1905 voor het Noorse volk zelf over de toekomst te laten beslissen en een referendum te houden. Slechts 184 mannen, want vrouwen kregen pas in 1913 kiesrecht, stemden tégen zelfstandigheid.
Na de officiele ontbinding van de Unie was Rusland het eerste land dat het nieuwe Noorwegen erkende. Nederland volgde negen dagen later, op 8 november 1905.
Omdat men de smaak goed te pakken had werd er een paar maanden na het eerste referendum ook meteen een volksraadpleging gehouden over de te kiezen staatsvorm: republiek of monarchie. De Storting wilde namelijk weer een Deen als koning vragen, maar de kandidaat, prins Carl, wilde zeker weten of het Noorse volk hem ook wilde hebben. Tachtig procent van de Noren heette de koning welkom, twintig procent had liever een republiek gehad. Import-koning Carl nam bij zijn aankomst in Noorwegen een oude vikingnaam aan en regeerde als koning Haakon VII tot zijn dood in 1957.
Homo Nordicus
”Een nieuwe werkdag is aangebroken”, verklaarde de Noorse premier Michelsen
na de zelfstandigheid. Zijn doel was van het ’kleine broer-syndroom’ af te komen en de jonge natie een plaats te geven tussen andere Europese staten. In de speelfilm Alt for Norge (Alles voor Noorwegen) die dit jaar ter ere van het jubileum is uitgebracht, wordt de draak gestoken met deze worsteling. ”De Homo Nordicus is klein en wil misschien daarom in alles de beste zijn. Hij moet iets doen om gezien te worden door de rest van de wereld.”
Poolreiziger en naties’ trots Roald Amundsen trok daarom naar de zuidpool om, als een verlate kolonisatie, de Noorse vlag op wat ijsschotsen te planten. En algauw was het land het beste jongetje van de klas in ontwikkelingshulp, het begeleiden van vredesprocessen en deelname aan Volkenbond en later VN en NAVO. In de Duitse bezetter vond de bevolking tijdens de Tweede Wereldoorlog een gemeenschappelijke vijand, iets dat de vaderlandsliefde alleen maar aanwakkerde.
De vondst van olie binnen de Noorse territoriale wateren in 1970 hielp het land ook een handje in de opbouw van de staat zoals deze er vandaag de dag uitziet. In een klap was Noorwegen rijk. Met een oliefondsspaarpot van 12.500.000.000 euro heeft de overheid de komende jaren in ieder geval een buffer voor het uitbetalen van de pensioenen.
Een andere ’boost’ voor het ego van de Noren waren de geslaagde Olympische Winterspelen van Lillehammer in 1994. ”Het is typisch Noors om goed te zijn”, zei toenmalige premier en landsmoeder Gro Harlem Brundtland trots. In dat geval was het niet zo slim om meteen hierna een referendum te houden over het wel of niet toetreden tot de Europese Unie. Net als in 1972 meenden een meerderheid van de bevolking heel goed haar eigen boontjes te kunnen doppen. En ook al leren de Noorse schoolkinderen honderd jaar later niet meer over afhakken van (Zweedse) hoofden, de scepsis over het deel uitmaken van een unie blijft bestaan.
Voor dit artikel is gebruikt gemaakt van o.a. Norges historie fra istid til oljealder, Nasjonal Bibliotekets database, Levende Historie, ’Alt for Norge’ en diverse artikelen in Noorse kranten.
Dit artikel is exclusief voor abonnees