Home Zelfingenomen Franse intellectueel

Zelfingenomen Franse intellectueel

  • Gepubliceerd op: 30 mei 2011
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Rob Hartmans

Bij wie hen ooit gezien heeft staan ze eeuwig op het netvlies gebrand: Henryk Gawkoski, de machinist die opnieuw een stoomlocomotief het zijspoor van station Treblinka op rijdt; Abraham Bomba, die in een kapperszaak in Tel Aviv met tranen in zijn ogen laat zien hoe hij het haar afknipte van de naakte vrouwen die op het punt stonden de gaskamer binnen te gaan; Simon Srebnik, die in een bootje op de rivier de Ner het lied ten gehore brengt dat hij als dertienjarige voor een SS’er moest zingen. De negenenhalf uur durende film Shoah (1985) van Claude Lanzmann is een onvergetelijk monument voor de doden en overlevenden van dat wat in het Hebreeuws aangeduid wordt als ‘de catastrofe’, ‘de vernietiging’ of ook ‘dat Iets’.

De film, waar Lanzmann twaalf jaar aan werkte, laat geen archiefbeelden of foto’s zien, maar uitsluitend de plekken waar het onuitsprekelijke zich afspeelde en de mensen die erbij betrokken waren – overlevenden, daders en omstanders. Dat was een heel bewuste keuze, omdat Lanzmann primair een film over de doden wilde maken en er van hun laatste ogenblikken, tussen de kale muren van de gaskamers terwijl zij vochten voor een laatste ademteug om enkele seconden langer te leven, geen beelden zijn.

Felle kritiek heeft Lanzmann geuit op pogingen het onverbeeldbare op de een of andere manier wel te verbeelden, zoals Schindler’s List van Spielberg en La vita è bella van Benigni. Pure pornografie vond hij dat, waardoor hij het verwijt kreeg dat hij zijn eigen werkwijze verhief tot onwankelbaar dogma.

Buiten Frankrijk is Lanzmann niet meer dan de maker van Shoah, maar in zijn vaderland geldt hij als vooraanstaand intellectueel. Sinds de dood van Simone de Beauvoir in 1986 geeft hij leiding aan het door haar en Sartre in 1945 opgerichte tijdschrift Les Temps Modernes. Lanzmann is een typische representant van de Parijse linkse intelligentsia, die de Sovjet-Unie heel lang heeft gezien als ‘de hemel boven mijn hoofd’ en zich heeft ingezet voor de Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd en bevrijdingsbewegingen in de rest van de wereld.

In de jaren vijftig was Lanzmann, die filosofie gestudeerd had en de kost verdiende als journalist, de minnaar van Simone de Beauvoir, terwijl zijn zuster een relatie had met Sartre. Onlangs haalde hij nog het nieuws doordat hij eerst pleitte voor internationale interventie in Libië, terwijl hij enkele weken later kritiek had op de technologische en ‘risicoloze’ wijze waarop dat gebeurde, die te weinig ‘mannelijk’ zou zijn. Hierop werd hij fel aangevallen door zijn vriend Bernard-Henri Levi.

Dat Lanzmann zijn memoires zou schrijven was welhaast onvermijdelijk, en dat het boek enthousiast ontvangen zou worden wellicht ook. Maar is het ook een goed boek? De in 1925 geboren Lanzmann – die als Jood niet wachtte tot hij gedeporteerd zou worden, maar toetrad tot het communistische verzet, die buitengewoon opmerkelijke ouders had, bevriend was met beroemde intellectuelen en in tegenstelling tot zijn progressieve vriendenkring pal achter de staat Israël bleef staan – heeft beslist veel te vertellen. Alleen doet hij dat vaak van de hak op de tak, zodat je in een hoofdstuk over de oorlog ineens van alles te horen krijgt over zijn passie voor zweefvliegen en de omstreden documentaire die hij maakte over het Israëlische leger.

Daarnaast heeft hij wel bijzonder met zichzelf getroffen en komt hij regelmatig over als opschepper. Als hij op zee een hevige storm meemaakt, is hij met de kapitein degene die het schip redt. Een Noord-Koreaanse verpleegster die hem behandelt slaat geld of westerse kleding af en wil slechts met hem naar bed. Uiteraard stelde hij al in de jaren vijftig in China het lot van de dissidenten ter discussie, als hij zijn activiteiten als tv-journalist beschrijft blijkt hij zo’n beetje de beste te zijn die er ooit geweest is, en dingen die misgaan zijn vrijwel altijd de schuld van anderen.

Hoewel het deel over het maken van Shoah bijzonder spannend en informatief is, zou het boek er zeker bij gewonnen hebben als het met straffe handwas geredigeerd en ingekort. Overigens zou het uitleggen van de merkwaardige titel erg veel ruimte kosten. De belangstellende lezer kan daarvoor meteen doorbladeren naar bladzijde 197.

Claude Lanzmann
De Patagonische haas. Memoires
577 p. Arbeiderspers, 39,95 euro

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.