Tegen de achtergrond van een rommelige Brexit laait het geweld op in Noord-Ierland.
Op 19 januari ontplofte er een autobom in Londonderry (Iers: Derry), de verdeelde stad in Noord-Ierland. In hetzelfde weekend gijzelden gemaskerde mannen twee bestelbusjes. Een groep die zichzelf de ‘nieuwe IRA’ noemt, heeft de acties opgeëist.
Het is niet de eerste keer in de geschiedenis dat er een ‘nieuwe IRA’ opstaat. In 2012 dook er ook een ‘nieuwe IRA’ op, en vergelijkbare zelfverklaarde herrijzenissen vonden eveneens plaats in de jaren tachtig, zeventig en zestig. Dit gaat een eeuw terug. Tegenwoordig associëren we de IRA namelijk met de gemaskerde terroristen van de tijd van de Troubles in de jaren tachtig, maar oorspronkelijk bestond het Ierse Republikeinse Leger uit Ierse soldaten die in de Eerste Wereldoorlog weigerden voor Engeland te vechten in de loopgraven van Noord-Frankrijk. Een min of meer officiële status kreeg de IRA toen Ierse revolutionairen in januari 1919 de onafhankelijkheid uitriepen, en een eigen parlement: de Dáil. Daarmee begon de Ierse burgeroorlog (1919-1921), waarin de IRA vocht tegen Engelse legers en hun sympathisanten. Direct nadat Ierland en Groot-Brittannië in 1922 een vredesakkoord hadden getekend ontstond er al een strijd tussen de ‘nieuwe IRA’ en de ‘oude IRA’, respectievelijk tegenstanders en voorstanders van het akkoord. Bij vrijwel alle akkoorden sindsdien hebben zich nieuwe groeperingen gepositioneerd die claimen de ‘ware’ of ‘nieuwe’ IRA te zijn. Tot nu toe dus.
Dit artikel is exclusief voor abonnees