Home Website: Übernostalgie

Website: Übernostalgie

  • Gepubliceerd op: 14 december 2009
  • Laatste update 05 apr 2023
  • Auteur:
    Bas Broekhuizen
  • 4 minuten leestijd

‘Stem Provo, ken je lachen!’ Het is 1 juni 1966 en de anti-autoritaire beweging van Robert Jasper Grootveld en Roel van Duijn doet mee aan de gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam. Meer dan 13.000 stemmen op ‘het radikale alternatief’ bezorgen provo’s een zetel in de raad van hun ‘magies centrum’.

Het is het begin van het einde van de tegenbeweging. Nog geen jaar later is het afgelopen. Op 13 mei 1967 heffen de provo’s zichzelf op in het Vondelpark, omgeven door een schare meelopers.

Het Provo van onze tijd heet GeenStijl. De website die zichzelf heeft uitgeroepen tot de voorhoede van een heuse culturele revolutie ageert tegen alles wat riekt naar establishment en is altijd uit op een relletje. Net als de provo’s van weleer bedient GeenStijl zich van een heel eigen jargon – Lutser, Hakbar, Ga eens deaud! – waaraan de meelopers elkaar herkennen. Net zomin als Grootveld en Van Duijn representatief waren voor hun provotariaat, is stijlloos opperhoofd Dominique Weesie dat voor zijn achterban van reaguurders.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

De belangrijkste overeenkomst: net als Provo zal GeenStijl ten onder gaan aan repressieve tolerantie. Met de toetreding tot het publieke bestel van PowNed, de omroep voortgekomen uit de populaire site, verliezen de stijllozen hun bestaansrecht. De grijns waarmee minister Plasterk hen welkom heette in Hilversum sprak boekdelen; naar goed vaderlands gebruik zullen Weesie en de zijnen worden ingekapseld in de bestaande structuren.

Had Plasterk werkelijk de tijdgeest aangevoeld, dan had hij zendtijd ingeruimd voor een ander op internet geboren initiatief: NostalgieNet. Pardon, zult u zeggen, NostalgieNet? Dat is toch dat commerciële themakanaal dat het verleden enkel ziet als iets om naar terug te verlangen? De van elke historische relevantie verstoken tegenhanger van het publieke themakanaal Geschiedenis 24? Precies, dat kanaal. Als je de cijfers van de Stichting KijkOnderzoek mag geloven, kijken er per week gemiddeld meer mensen naar NostalgieNet dan naar de verantwoorde publieke tegenhanger.

Logisch, want nostalgie scoort. Natuurlijk, wie het verleden niet kent, kent zichzelf niet. Om de problemen van vandaag te begrijpen, moet je kennis hebben van de geschiedenis. Daarom kijkt u naar televisieseries als De Oorlog en De Beagle, en leest u dit tijdschrift.

Maar zelfs de meest verantwoorde lezer van Historisch Nieuwsblad weet ook dat het verleden troost kan bieden, dat niet álles vroeger beter was, maar veel toch stiekem wel. We verlangen allemaal weleens naar een tijdmachine. Daarom kijken we graag naar nostalgische beelden, desnoods in de vorm van een kostuumdrama. Of stemt u straks niet af op De Troon, de televisieserie over Willem I, II en III?

Nostalgie doet het niet alleen goed op televisie. Wie de troostrijke werking van het verleden wil ervaren, klikt eens wat rond op het web. Retro is het nieuwe hip. Of het nu gaat om kleding, muziek of speelgoed. En retro is er in alle soorten en maten. Zo richt Club Interbellum zich op de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw. En denk maar niet dat nostalgie gespeend is van politieke idealen. Op zijn site laat de club weten ook een thuis te bieden aan ‘Nostalgisten en Neo Traditionalisten’, lieden die vinden ‘dat we als samenleving soms een stapje terug moeten doen om vooruitgang te boeken’. De omgekeerde wet van de remmende voorsprong.

Maar het kan altijd beter. Übernostalgie vind je in de steampunk, een on- en offline welig tierende subcultuur die het opgewonden vooruitgangsdenken van de negentiende eeuw combineert met de liefde voor hedendaagse techniek. Denk aan Jules Verne in cyberspace. Fanatieke steampunkers nemen hun nostalgische verlangens serieus, kleden zich als victoriaanse wetenschappers en omringen zich met zelfgemaakte fantasieapparaten. Die zijn zo kunstig gemaakt dat ze zelfs tentoon worden gesteld in het prestigieuze Museum of the History of Science in Oxford.

Wie op Flickr.com zoekt naar foto’s kan niet anders dan onder de indruk raken van deze creatieve subcultuur. Het verschil met de provo’s en reaguurders is evident: steampunkers hebben geen grote mond en geen pretenties. Maar wel stijl.

Via www.historischnieuwsblad.nl zijn de in dit stuk genoemde sites te bezoeken. Reageren? basbroekhuizen.nl/hn