Wagner-leider Jevgeni Prigozjin is omgekomen bij een vliegtuigongeluk in Rusland. Weinig mensen zijn verbaasd over de dood van de man die eerder dit jaar in opstand kwam tegen Poetin. De Wagner-baas is namelijk niet de eerste prominente figuur wiens vliegtuig onder verdachte omstandigheden is neergestort.
Fritz Todt
Op 8 februari 1942 kwam Fritz Todt, een vertrouweling van Hitler, om het leven bij een vliegtuigongeluk in Duitsland. Todt was ingenieur en rijksminister voor Bewapening en Munitie. Hij bevond zich aan boord van een vliegtuig onderweg van Hitlers militair hoofdkwartier nabij Rastenburg naar Berlijn toen het toestel vlak na het opstijgen tot ontploffing kwam. Alle inzittenden kwamen om het leven. Er zijn verschillende theorieën over wie er verantwoordelijk was voor de ramp. Eén theorie wijst naar Albert Speer. Hij volgde Todt op als rijksminister, en zou zijn zinnen al op deze functie hebben gezet voor het vliegtuigongeluk plaatsvond. Volgens sommigen zat Hitler zelf achter de aanslag op Todt, die kritiek uitte op het verloop van de Tweede Wereldoorlog en zijn vertrouwen verloor in een goede afloop. Weer een andere theorie stelt dat Todt het ongeluk zelf veroorzaakte door een explosief in het vliegtuig per ongeluk af te laten gaan.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Dag Hammarskjöld
Op 18 september 1961 overleed de Zweedse Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties Dag Hammarskjöld bij een vliegtuigongeluk in het toenmalige Noord-Rhodesië (nu Zambia). Hammarskjöld was in de regio om te bemiddelen in een conflict tussen de Congolese regering en separatisten. Maar niet iedereen was blij met die bemiddeling. Westerse landen hoopten dat ze dankzij het Congolese conflict invloed konden blijven uitoefenen in de regio. Een van de theorieën is dat het vliegtuig van Hammarskjöld werd neergehaald in opdracht van een Belgisch mijnbedrijf. België had veel invloed in de regio verloren nadat Congo de onafhankelijkheid had uitgeroepen, en mogelijk wilde het bedrijf verdere beperkingen tegengaan. Ook gingen er geluiden op dat het toestel was neergehaald door de CIA om belangen in de regio te beschermen. De CIA zelf wees naar de Russische KGB als verantwoordelijke.
Lin Biao
De Chinese politicus Lin Biao overleed op 13 september 1971 bij een vliegtuigongeluk in Mongolië. Volgens het officiële Chinese rapport stortte het vliegtuig waarin Biao en zijn familie zaten neer als gevolg van een brandstoftekort. In dit rapport – dat pas een jaar na het incident werd uitgebracht – beschuldigde de Chinese overheid Biao van een mislukte moordpoging op Mao Zedong. Tijdens Biao’s vluchtpoging week zijn vliegtuig om onbekende redenen af van de originele koers, met een brandstoftekort en een crash tot gevolg. Russische en Mongolische onderzoekers vonden echter tegenstrijdig bewijs: de lichamen van de slachtoffers waren zowel ernstig verbrand als doorzeefd met kogels. Biao’s zoon – die niet in het vliegtuig had gezeten – stelde later dat Mao zijn vader liet ombrengen vanwege hun ideologische verschillen. Mao zou namelijk al vóór Biao’s zogenaamde moordpoging hebben besloten hem uit zijn functie te ontheffen.
De lichamen van de slachtoffers waren zowel ernstig verbrand als doorzeefd met kogels
Juvénal Habyarimana
In de vroege jaren negentig nam de spanning tussen twee bevolkingsgroepen in Rwanda toe. De Tutsi’s waren verdreven door de Hutu’s, en aan het begin van de jaren negentig viel een politieke organisatie van Tutsi’s Rwanda binnen om het Rwandese regime omver te werpen. Wat volgde was een periode vol geweld. Op 6 april 1994 stortte het vliegtuig van de toenmalige Rwandese president Juvénal Habyarimana neer. Het vliegtuig was neergeschoten, maar het is nog altijd onduidelijk wie daarvoor de opdracht gaf. Na de dood van de president deed het Rwandese leger een machtsgreep en zette het de jacht in op de Tutsi’s. Zo vormde het vliegtuigongeluk van Habyarimana het startschot van de Rwandese genocide.
Lech Kaczynski
Op 10 april 2010 kwam de Poolse president Lech Kaczynski om het leven bij een vliegtuigongeluk nabij Smolensk in Rusland. Kaczynski was onderweg naar een herdenking van het Bloedbad van Katyn in 1940, waarbij duizenden Polen waren vermoord door Sovjet-troepen en vervolgens waren begraven in een massagraf bij Smolensk. De gezamenlijke Pools-Russische herdenking had een teken van wederzijdse verzoening moeten zijn, maar dat werd het niet. De problemen hingen al in de lucht bij het vertrek van het Poolse regeringsvliegtuig. Het toestel moest landen op een vliegbasis die daar eigenlijk niet geschikt voor was, de weersomstandigheden waren slecht, de piloten waren onervaren en ze kregen ook nog eens foute instructies van de verkeersleiding. Het vliegtuig vloog te laag voordat het de landingsbaan bereikte, kwam in aanraking met begroeiing en stortte neer. Het ongeluk leidde tot talloze speculaties over een vooropgezet plan. In Polen deed zelf het gerucht de ronde dat het vliegtuig was neergehaald door een bom, maar bewijs om die bewering te onderbouwen ontbrak.