De allereerste zin in het boek 80’s dilemma van de jonge Amsterdamse historicus Jouke Tur-pijn luidt: ‘Mensen hebben een versterkte behoefte aan geschiedenis als zij ervaren dat hun samenleving aan grote veranderingen onderhevig is.’ Als mens (en als lezer) staat men zo ogenblikkelijk voor een raadsel: welke mensen worden hier bedoeld? Romeinse mensen? Middeleeuwse mensen? Universitaire mensen in de eenentwintigste eeuw? Alle mensen in alle tijden? Over deze mens (en lezer) kan het alvast niet gaan, want die heeft nimmer ‘een versterkte behoefte aan geschiedenis’.
Waarschijnlijk bedoelt Turpijn met dat laatste begrip ‘geschiedschrijving’ en niet ‘ver-leden’, maar men mag in een boek dat begint met het woord ‘mensen’ wellicht niet al te hoge eisen stellen aan verbale nauwkeurigheid. Het wekt dan ook weinig verwondering dat in 80’s dilemma de woorden na die eerste zin vooral ordeloos over elkaar heen tuimelen of op z’n best samenklonteren tot anakoloeten dan wel onbegrijpelijke metaforen.
Zo had deze mens een versterkte behoefte aan uitleg bij de beeldspraak dat dit boek ‘een touwbrug tussen twee kloven’ wil zijn, en bij de mededeling dat de jaren tachtig ‘een zwart gat’ zijn, maar tegelijk ‘een integraal deel blijven uitmaken van maatschappelijke ver-werking en publieke herinneringen die het lastig maken om de periode afstandelijk te analyseren’.
Belangwekkender is de vraag waarover dit boek gaat. Het antwoord ligt verborgen te midden van opmerkingen over ‘collectieve trauma’s’ en ‘de jaren-tachtig-mensch’ en ‘pro-gressieve linkse mensen’ en ‘ivorentorenpolitiekhistorici’. Hier stuit men eerst op een metho-dologische intentieverklaring van Turpijn: ‘Ik wil de herinnering aan de jaren tachtig als de jaren zestig met coke confronteren met een politiek historische duiding.’ Zulks ‘omdat er een belangrijk deel van de geschiedenis van de jaren tachtig in het zwarte gat verdwijnt als op de huidige voet verder wordt herinnerd’.
Dan volgt de probleemstelling. De jaren tachtig liggen ‘in het hart van een politieke transformatie in Nederland’, en wel ‘de transformatie van het kokende naar het onderkoelde land’. Die transformatie vormt ‘de achtergrond van het eighties en het ethisch dilemma dat in dit boek centraal staat’ (spreek de titel op z’n Engels uit en je hebt de woordspeling ‘ethisch dilemma’ te pakken).
Om welk ethisch dilemma het precies gaat, werd deze mens (en lezer) helaas niet dui-delijk. In het boek komen talrijke ‘dilemma’s’ voorbij, maar dan als alledaagse kwesties, zoals wanneer de auteur stelt dat zijn boek ‘gaat over macht en het dilemma wie deze wanneer op welke manier moest hebben’. Daarbij helpt het niet dat Turpijn houvast zoekt bij twee be-grippen van Max Weber: Gesinnungspolitik en Verantwortungspolitik. In zijn ogen zijn deze termen van toepassing op de jaren tachtig, omdat toen de ‘Grote Verhalen’ werden afgezwo-ren en aan het einde van het decennium ‘iedereen’ de politiek pragmatisch benaderde.
Aldus beoogt 80’s dilemma het beeld bij te stellen van het ‘verwarrende’ tijdperk van krakers en doemdenkers, en van marktfundamentalisten en yuppies. Waarom deze jaren ‘ver-warrender’ zouden zijn dan de jaren van Attilla de Hun of de jaren veertig van de negentiende eeuw blijft helaas onduidelijk, zoals evenzeer onduidelijk blijft waarom de uitgever de tekst niet redigeerde, of collega’s de auteur niet waarschuwden dat dit boek onrijp was voor publi-catie.
Jouke Turpijn is vijfendertig jaar en universitair docent Nederlandse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. In 2008 promoveerde hij in Groningen op zijn studie Mannen van gezag. De uitvinding van de Tweede Kamer 1848-1888, over het ontstaan van de parle-mentaire cultuur van de Tweede Kamer. In de media positioneert hij zichzelf regelmatig als een ‘bevlogen jongere’. Zijn nieuwe boek leidt echter tot allerlei gedachten over bevlogen jongeren in ons tijdsgewricht, en over de staat van academische geschiedschrijving in Nederland, maar zover laat ik het niet komen.
Zelf ben ik altijd op de hand van jonge historici die de hemel willen bestormen. Turpijn heeft de energie, hij heeft de daadkracht en hij heeft de ambitie – vooral die ambitie. Nu alleen nog leren dat kroegpraat niet hetzelfde is als een geschiedkundig betoog.
Jouke Turpijn
80’s dilemma. Nederland in de jaren tachtig
304 p. Bert Bakker, € 19,95
Dit artikel is exclusief voor abonnees