Emeritus hoogleraar A.Th. Van Deursen schreef een geschiedenis van ‘zijn’ Vrije Universiteit in Amsterdam. De laatste decennia verwaterde het christelijke karakter van de VU, al is levensbeschouwing er nog steeds belangrijk.
‘Jubileumboeken moeten niet te dik zijn, anders worden ze niet gelezen.’ Emeritus hoogleraar Arie van Deursen (1931) heeft desondanks een lijvig jubileumboek geschreven over de geschiedenis van de Vrije Universiteit, in opdracht van de Historische Commissie van de VU. In meer dan 400 bladzijden vertelt Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005 over de VU als bijzondere, want christelijke universiteit. Het boek werd gepresenteerd op de Dies Natalis van de universiteit, donderdag 20 oktober jongstleden.
Negenentwintig jaar werkte Van Deursen aan de Vrije Universiteit, tot zijn emeritaat in 1996. De laatste vijfentwintig jaar was hij hoogleraar Nieuwe Tijd bij de opleiding geschiedenis. In die tijd verwaterde het christelijke karakter van de VU, al is levensbeschouwing er nog steeds belangrijk. Van Deursen: ‘Na mijn studie geschiedenis in Groningen kwam ik in 1967 terecht op de VU. In die tijd moesten werknemers de doelstellingen van de VU nog onderschrijven; dat betekende dat je gereformeerd moest zijn. De omschrijving is een aantal keer verruimd, en toen konden ook katholieken en andere christenen er terecht.’
Van Deursen vindt het lastig te zeggen wat de VU nog bijzonder maakt nu de christelijke grondslag praktisch is losgelaten. ‘Misschien heeft men een lichte voorkeur voor een levensbeschouwelijke achtergrond. En er zijn nog steeds veel christelijke studenten.’ Toen universiteitsblad Ad Valvas in 2002 een karikatuur afdrukte waarin de naam van Jezus spottend werd gebruikt, leidde dat dan ook tot veel commotie. Van Deursen noemt Ad Valvas in zijn boek een blad waarin ‘godslastering niet incidenteel is maar structureel’.
Vier jaar heeft de VU-coryfee aan het boek gewerkt. Hij raadpleegde jaarverslagen, almanakken, tijdschriftartikelen, archiefstukken en particuliere archieven, zoals die van politicus De Gaay Fortman. Jan Peter Balkenende, die hij ook noemt in zijn boek, kwam hij vier jaar geleden nog tegen in de gang. ‘We herkenden elkaar, maar hebben elkaar niet gesproken.’ Van Deursen vindt Balkenende ‘een echte VU-jongen’, maar hij herinnert zich niets van de student Balkenende, die hij als eerstejaars waarschijnlijk hoorcollege sociaal-economische geschiedenis heeft gegeven.
Dit artikel is exclusief voor abonnees