Precies vijftig jaar na een pogrom tegen de Grieken waarde de geest van het verleden weer rond in het centrum van Istanbul. Extreem-nationalistische Turken verstoorden op brute wijze een foto-expositie die de gebeurtenissen van 6 en 7 september 1955 herdacht.
Terwijl de intellectuele elite van Istanbul rustig stond te keuvelen, begonnen acht mannen vanuit het niets met eieren te gooien en foto’s van de muren te rukken. ‘Turkije is Turks en het zal altijd Turks blijven!’ riepen ze door de zaal. Even later werden ze door de politie overmeesterd.
‘Dit viel te verwachten,’ verzuchtte de aanwezige Turkse historicus Ahmet Kuyas. ‘De nationalisten hebben de laatste tijd nogal wat te verwerken gehad. De eerder afgelaste conferentie over de Armeense kwestie gaat bijvoorbeeld toch door. Dit was een mooie gelegenheid voor de nationalisten om hun punt te maken.’
De expositie vond begin september plaats in de drukke winkelstraat Istiklal Caddesi, waar zich vijftig jaar geleden de grootste rellen voltrokken. In de avond van 6 september werden toen Griekse winkels, huizen, kerken en scholen aangevallen. Na de pogrom trokken de Grieken massaal weg uit de stad. In 1955 telde de Griekse gemeenschap nog 80.000 zielen, nu slechts 1500.
Volgens de toenmalige Turkse autoriteiten was de volkswoede spontaan opgelaaid naar aanleiding van het gerucht dat Grieken het geboortehuis van Mustafa Kemal Atatürk in Thessaloniki in brand hadden gestoken.
Later bleek dat de rellen waren gepland. Het gerucht over Atatürks huis was bewust verspreid en lijsten van Griekse bezittingen lagen klaar. Na de militaire coup van 1960 werd premier Adnan Menderes als verantwoordelijke aangewezen, maar zeer waarschijnlijk waren ook geheime diensten betrokken.
De Turkse kranten schreven rond 6 en 7 september van dit jaar uitvoerig over de rellen bij de herdenking. ‘Turkijes avond van de schande,’ kopte de linkse krant Radikal bijvoorbeeld.
Net als de reacties in de kranten is de tentoonstelling zelf – met nog niet eerder vertoonde foto’s – een teken dat veel Turken in het reine willen komen met hun verleden. Tot woede van de nationalisten. ‘Dat zijn echter maar acht mannen,’ aldus historicus Kuyas. ‘Zij mogen niet het beeld van een heel land bepalen.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees