Home ‘Thorbecke was tegen kledingverbod’

‘Thorbecke was tegen kledingverbod’

  • Gepubliceerd op: 28 februari 2012
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Bas Kromhout

Het kabinet-Rutte heeft een boerkaverbod aangekondigd. Volgens de Raad van State valt het dragen van gelaatsbedekkende kleding echter onder de vrijheid van godsdienst. In Nederland zijn bepaalde religieuze uitingen op straat al eerder verboden geweest, vertelt Peter Jan Margry, onderzoeker aan het Meertens Instituut en schrijver van de dissertatie Teedere Quaesties. Religieuze Rituelen in conflict (2000).



‘In de Grondwet van 1848 stond een bepaling dat godsdienstoefeningen alleen waren toegestaan op besloten plekken. De belangrijkste schrijver van de Grondwet, de liberaal Johan Rudolph Thorbecke, was ertegen dat dit artikel werd opgenomen, omdat het indruiste tegen de vrijheid van godsdienst. Die was in 1798 in Nederland ingevoerd.

De bepaling was een concessie van Thorbecke aan de “protestantse natie”. Veel protestanten vreesden op straat te worden geconfronteerd met uitingen van de roomse kerk – vooral processies en bedevaarten –, die in hun ogen inbreuk maakten op hun identiteit. De angst voor katholieke overheersing ging heel ver. De antirevolutionaire voorman Guillaume Groen van Prinsterer heeft zelfs voorgesteld van Noord-Brabant en Limburg een soort katholieke thuislanden te maken.

In 1853 werd de wetgeving tegen katholieke uitingen op straat nog aangescherpt. In reactie op de hernieuwde aanstelling van bisschoppen in Nederland ging er een golf van antipaapse protesten door Nederland: de Aprilbeweging. Dat leidde ertoe dat in een nieuwe Wet op de Kerkgenootschappen overtreding van het processieverbod strafbaar werd gesteld. En dat in zijn algemeenheid het dragen van kerkelijke kleding op straat werd verboden – en tot verrassing van protestanten ook dus die van hun eigen dominees.

In de praktijk werd er veel gedoogd. De autoriteiten traden alleen op wanneer ze vanuit protestantse kring klachten ontvingen. In enkele tientallen gevallen heeft de marechaussee ingegrepen en processies verhinderd of doen stoppen. Meestal bonden de processiegangers in zodra de gezagshandhavers verschenen en werden er geen straffen uitgedeeld. Dan gooiden de gelovigen snel een doek over hun processievaandels en verborgen geestelijken hun kledij onder een lange jas.

De enige casus waarbij mensen in de gevangenis zijn gekomen vond plaats in 1878, toen katholieken een bedevaart hielden van Haaren in Duitsland naar Roermond. Er zijn toen flinke schermutselingen geweest.

De meeste katholieken en hun leidsmannen wilden de zaken niet op de spits drijven. De kerk moedigde grassroots- initiatieven om processies te houden zelfs af, om geen aanstoot te geven. Ook werden er een soort gedoogzones in het leven geroepen. Op kerkhoven of speciale processieparken, die door bomen waren omrand zodat ze niet zichtbaar waren vanaf de openbare weg, mochten katholieken hun gang gaan.

De laatste keer dat het processieverbod tot conflicten leidde was in 1957. De parochie in het overwegend protestantse Geertruidenberg besloot een processie te houden om een rechtszaak uit te lokken, waarbij het verbod ultiem zou worden getoetst aan het Europese Verdrag van Rome, waarin de vrijheid van meningsuiting was geregeld. Het proces kwam er inderdaad, maar de rechter stelde de parochie in het ongelijk.

In hetzelfde jaar 1957 sloot Nederland een vriendschapsverdrag met de Verenigde Staten, waarin stond dat men over en weer in elkaars landen openbare godsdienstoefeningen mocht houden. Dat leidde nog tot bezwaren van orthodoxe protestanten, die vreesden dat Amerikaanse katholieken in Nederland processies gingen organiseren. Dit waren echter achterhoedegevechten. Protestanten en katholieken ontmoetten elkaar steeds vaker in oecumenisch verband en steeds minder Nederlandse katholieken hechtten eraan processies te houden, terwijl protestanten er minder om maalden.

In de politiek gingen al langer stemmen op om het processieverbod uit de Grondwet te schrappen. Pas bij de grote grondwetsherziening van 1983 sneuvelde het artikel uiteindelijk, omdat de meeste partijen het processieverbod beschouwden als een ontoelaatbare inperking van de burgerlijke vrijheden.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.