Home TENTOONSTELLING: Een tsaar met eelt op zijn handen

TENTOONSTELLING: Een tsaar met eelt op zijn handen

  • Gepubliceerd op: 28 maart 2013
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Marchien den Hertog

‘Warm, maar ook snoeihard’: de persoonlijkheid van Peter de Grote (1672-1725) was gespleten, blijkt in de tentoonstelling in het kader van het Nederland-Rusland-jaar. Als vorst was hij grillig en rücksichtslos; hij liet zijn zoon doden en voerde onafgebroken oorlog. Maar wij kennen hem vooral als de bevlogen tsaar die de westerse Verlichting naar Rusland wilde brengen, niet maalde om afkomst en zich zij aan zij met Nederlandse timmerlieden veertien ambachten eigen maakte.

Peters harde kant komt aan bod op de benedenverdieping van de tentoonstelling. Daar wordt – summier – beschreven hoe Peter de macht overnam van zijn halfzus Sofja en haar opstandige lijfwachten eigenhandig executeerde. Gravures memoreren zijn veldslagen tegen Zweden om toegang tot de Oostzee te krijgen. Zijn legerwambuis en zadel met holsters laten zien dat hij zelf meevocht.

Dan volgen de reizen naar het westen, waar Peter bevriende vorsten bezocht; hun geschenken staan in vitrines. Het vormt de overgang naar zijn ‘verlichte’ regime, dat boven behandeld wordt. Na zijn bezoek aan de Republiek stichtte Peter in het moeras een tweede Amsterdam, zijn nieuwe hoofdstad Sint-Petersburg. Met Frans en Italiaans geïnspireerde paleizen, maar gebouwd op palen en met Hollandse interieurs.

Peters befaamde bezoeken aan Nederland vormen het aardigste deel van de tentoonstelling. ‘Zie je, vriendje, ik ben de tsaar en ik heb eelt op mijn handen,’ wordt hij geciteerd. Hier werkte ‘Pieterbaas’ drie maanden op een Amsterdamse scheepswerf, bewonderde hij de slangbrandspuit van Jan van der Heijden en leerde hij kiezen trekken van een rondreizende tandarts op het Rembrandtplein; niemand durfde te bekennen dat hij kiespijn had, want de keizer greep meteen naar zijn tang.

De bovenverdieping is verder gevuld met zijn wetenschappelijke activiteiten en verzamelingen, die hij aanlegde van – ja eigenlijk van bijna alles, geïnspireerd door de Amsterdamse burgemeester Nicolaas Witsen.
Een intrigerende figuur dus, Peter de Grote. Jammer dat de tentoonstelling wat plichtmatig is, je zou bijna zeggen saai. Het hangt er allemaal keurig hoor: de portretten van zijn vertrouwelingen, de ontwerptekeningen van Sint-Petersburg – met de begeleidende teksten en audiotour is niets mis.

Gimmicks die tien jaar geleden hip waren in museumland maken het niet spannender. Peters nagemaakte jas wordt alleen aangetrokken door giechelende Italianen. Volstrekt overbodig zijn video’s met bekende Nederlanders die een verband moeten leggen met de actualiteit: wie wil hier nou van Fashion Week-directeur Carlo Wijnands (‘Hofkleding’) horen over het Zara-jurkje van Kate Middleton?

Peter de Grote is zelf interessant genoeg. Maar helaas wil de opstelling niet sprankelen, zoals de tsaar dat wel deed. Dan moet je het hebben van de spullen. En die zijn geweldig. Zo’n beetje alles is bewaard gebleven: van Peters opgezette hondje tot zijn matrozenkleding en mobiele wc-pot voor op reis.

Het meest aansprekend zijn de voorwerpen die de persoonlijkheid van de verlichte tsaar tot leven wekken: het gereedschap dat hij gebruikte op de werf en zijn favoriete wandelstok met ingebouwde duimstok. Zijn persoonlijke amputatiezaag, het koperen officiersteken met kogelinslag uit de Slag bij Poltava in 1709, de draaibank waaraan Peter zich ’s avond placht te ontspannen.

Leuk is ook een portretje van Lodewijk XV. Peter schijnt de Franse hovelingen geschokt te hebben toen hij het zevenjarige koninkje spontaan op de arm nam. Hilarisch zijn de voorschriften voor de drankgelagen in de Petersburgse paleizen: ‘Men dient degenen die vol gezopen zijn zorgvuldig weg te leggen, zonder ze te beschadigen, zodat ze bij de dans geen hindernis vormen.’

De prent waarop poortwachters de kleding van bezoekers inkorten om te voldoen aan de nieuwe mode die Peter had afgekeken van het westen, geeft een indruk van zijn dwingende kant; de baarden van zijn hovelingen had hij al eigenhandig afgeknipt. Maar waar zijn hard- en wispelturigheid vandaan kwamen, wordt niet helemaal duidelijk.
Gelukkig kan de bezoeker terecht in de enorme museumwinkel, waar werkelijk alles wordt verkocht wat met het onderwerp te maken heeft: van biografieën, reisgidsen en de boeken van Orlando Figes tot matroesjka’s en Pluk van de Petteflet in het Russisch.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.