Home Tentoonstelling: Café Tante Stien en een Turkenpension

Tentoonstelling: Café Tante Stien en een Turkenpension

  • Gepubliceerd op: 23 april 2012
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Marieke Prins

Café Tante Stien is klein en bruin. Op de tafel ligt een perzisch tapijtje. De kroonluchter heeft kaarsvormige lampjes. In de afwas degelijke witte kopjes, op de muur versleten bruinleren behang. Er hangt een doordringende lucht van sigaretten en verschaald bier. Of is dat verbeelding, want de sigaretten in de volle asbakken zijn nep, net als het bier en de koffie in de halfvolle glazen en kopjes.

Maar de prijzenkast zit vol bekers, de vitrine vol pakjes shag, en ‘Geef mij maar Amsterdam’ en andere Jordanese liederen galmen door de ruimte, gemengd met Amsterdams geroezemoes. En dus is het hartstikke gezellig bij Tante Stien.

Het Openluchtmuseum bestaat honderd jaar en gaf zichzelf een verjaarscadeau. Wat kies je dan? Twee Amsterdamse panden natuurlijk, uit de Westerstraat, hartje Jordaan. Daarin zitten Café Tante Stien, een Turkenpension, krotwoninkjes, een postkantoor en een educatief centrum met filmpjes over migratie.

Sprookjesachtig torenen de stadspanden uit boven een weitje, boerderijtjes en lammetjes, maar verder klopt het helemaal. Ervoor ligt een straatje met een bakfiets vol groente en fruit. Je hoort het geklingel van de Westertoren, en paardenhoeven. Op een reclamezuil affiches voor het Shaffy-toneel en een kraakactie in de Bijlmer. De ene gevel is mooi versierd met bakstenen motieven; de andere is armoediger, maar die heeft dan weer wel het ronde Amstel-uithangbord dat de bezoeker lokt naar de veilige haven van Tante Stiens bruine kroeg.

Kraken, krotten, crisis – alle periodes horen bij Amsterdam. Welke kies je? Het Openluchtmuseum legt het zwaartepunt in de jaren zeventig. Het cafeetje is uit die tijd; er was al heel lang niets aan de inrichting gedaan. Ook het Turkenpension ernaast is tegelijk ‘jaren zeventig’ en tijdloos. Het is een voormalige behangwinkel. Een paar rollen liggen nog in de etalage. Mannen met dik zwart haar slapen in stapelbedden. Zouden ze heimwee hebben?

Als bezoeker krijg je dat wel een beetje. Je kunt hier heerlijk rondneuzen, net als in het postkantoortje uit de jaren vijftig, vol emaillen bordjes en degelijk beukenhout.

Het Openluchtmuseum is niet alleen kampioen van de nostalgie en de smetteloze groen-met-wit geverfde duiventillen. Al eerder waagde het zich met de exposities Nieuwe Buren en Hollandse Nieuwe aan het onderwerp migratie. Als je maar niet denkt dat het vroeger rustiger of veiliger was.

In de krotwoningen, gelegen tussen café en pension, moesten ooit arme weduwen zichzelf en hun kinderen redden. Ook Amsterdam was toen heus niet ‘van ons’, is nu de boodschap. Een filmpje in het educatiecentrum presenteert migratiecijfers via poppetjes en pijlen. Een paar eeuwen geleden woonden er relatief meer allochtonen in Amsterdam dan nu, zo blijkt.

Tussen de filmportretten van emi- en immigranten staan ze daar opeens: Henk en Ingrid. Henk is een no-nonsense hovenier, Ingrid een knappe vrouw met rood haar en een Oost-Nederlandse tongval. Sinds kort wonen ze in Hongarije. In 2005 laadden ze kinderen en hond in de auto, om bureaucratie en hoge vaste lasten te ontvluchten. Nu kweken ze planten, maken de kachel aan en kletsen met de Roma-buren. Heel tevreden zijn ze in hun nieuwe land. Leuk om ze van die kant te leren kennen.

Westerstraat Amsterdam Nieuw onderdeel Nederlands Openluchtmuseum, Schelmseweg 89, Arnhem. Open: ma-zo 10-17 uur. Info: 026-357 61 11 of www.openluchtmuseum.nl

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.