Home Sultan verbood ‘grote neus’

Sultan verbood ‘grote neus’

  • Gepubliceerd op: 8 november 2011
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Jessica Maas

Bijna 70 journalisten in Turkije zitten momenteel in de cel – meer dan in Iran en China. Tegen 4000 journalisten lopen rechtszaken en de zelfcensuur is wijdverspreid. Kortom, het is bedroevend gesteld met de persvrijheid in Turkije. En dat is niet iets van vandaag de dag.

In het Ottomaanse Rijk werd in 1858 al bij wet vastgelegd dat uitgeverijen die negatief over de sultan of ambtenaren publiceerden – al dan niet tijdelijk – gesloten zouden worden. Ze riskeerden ook een boete van tussen de 10 en 50 gouden munten. Sultan Abdülhamit II maakte het helemaal bont. In de ruim dertig jaar tussen 1876 en 1909 dat hij de scepter zwaaide, hield hij de pers volledig onder zijn controle. Tientallen ambtenaren waren dagelijks aan het werk om alle publicaties door te nemen. Woorden als ‘anarchie’, ‘bom’, ‘aanslag’ en ‘vrijheid’ waren per decreet verboden. Evenals ‘grote neus’ – omdat dat kon verwijzen naar de sultans eigen haviksneus.

Na de val van het Ottomaanse Rijk werd deze geïnstitutionaliseerde censuur opgeheven. Mustafa Kemal Atatürk was zich terdege bewust van de macht van de media. Hij begon zelf drie jaar voor de oprichting van de republiek met een eigen krant die de ‘waarheid’ publiceerde over de Turkse onafhankelijkheidsoorlog.

Met de overstap van het Ottomaanse naar het Latijnse alfabet in 1928 kreeg de staat een nieuw pressiemiddel in handen. Uitgeverijen die de republiek welgezind waren kregen staatshulp om de technische overstap naar het Latijnse schrift te financieren. Die financiële afhankelijkheid gaf de staat controle over de inhoud. Voor kritische stemmen was geen plaats. Ook na de invoering van het meerpartijenstelsel in 1950 kwam daar weinig verandering in.

Tot op de dag van vandaag worstelen Turkse regeringen met de persvrijheid. En ook het leger, dat tot vier keer toe een coup pleegde, heeft lange tenen. Na de privatisering en het ontstaan van de grote holdings – waar veel mediabedrijven deel van uitmaken – kwamen de journalisten onder nog grotere druk te staan. De bedrijfstop is er veel aangelegen de zittende regering te vriend te houden.
Ook de grondwet, een overblijfsel van de coup van 1980, beperkt de persvrijheid ernstig. In de strafwet komen maar liefst 25 artikelen voor die de pers kortwieken. De taboes zijn talrijk. Schrijven over Atatürk, de PKK of religieuze bewegingen is in Turkije nog steeds vragen om problemen.

Jessica Maas is correspondent in Istanbul.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.