Home Stille Getuigen

Stille Getuigen

  • Gepubliceerd op: 22 juni 2004
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Marcel Broersma

De geschiedenis laat haar sporen na. Monumenten, voorwerpen en graven herinneren aan bijna vergeten personen. Hun verhaal wordt hier verteld. Deze keer het monument voor de schilder Jozef Israëls (1824-1911) aan het Hereplein in Groningen.


Bij zijn dood in 1911 was de schilder Jozef Israëls wereldberoemd. Kranten in binnen- en buitenland stonden vol loftuitingen, winkels maakten rouwetalages en stapels kransen sierden de ‘groeve van den grootste schilder van de 19e eeuw’. Zijn geboortestad Groningen kon hierbij niet achterblijven, al had de schilder er maar zestien jaar gewoond. Want was Israëls niet in belangrijke mate verantwoordelijk voor ‘de goede meening, die men van Noorderlingen in de rest van ons vaderland koestert’? Een monument was wel het minste wat de stad terug kon doen.

De opdracht werd gegund aan de beeldhouwer Abraham Hesselink. Hij maakte geen portret van Israëls, zoals voor de hand lag, maar verbeeldde diens belangrijkste schilderij: Langs moeders graf (1856). Dit was zo diep in het collectieve geheugen gegrift dat iedereen het voetstoots zou herkennen. Op de sokkel onder het bronzen beeld plaatste Hesselink een bas-reliëf van Israëls en diens naam.

Langs moeders graf markeerde niet alleen een ommekeer in Israëls carrière, maar introduceerde ook het realisme in Nederland. De schilder maakte op de wereldtentoonstelling van 1855 in Parijs kennis met de metershoge schilderijen van Scandinavische en Duitse kunstenaars. Hun dramatische, maar ingetogen geschilderde scènes uit het volksleven werden alom geprezen.

De lof stond in schril contrast met de reacties op Israëls eigen inzending: een historiestuk over het verzet van Willem van Oranje tegen landvoogdes Margaretha van Parma. Eenmaal thuis besloot Israëls zich ook aan een realistisch genrestuk te wagen. Hij schilderde in sobere kleuren een visser die terugkeert van de vangst. Op de arm heeft hij zijn dochtertje en aan de hand zijn zoontje. Dat kijkt vragend naar hem op als ze het graf passeren waarin hun moeder ligt. De visser kijkt strak naar de grond.

Israëls speelde volgens kunsthistorica Dieuwertje Dekkers met twee bekende motieven: dat van de thuiskomst van de visser en dat van de weduwe aan het graf. Door ze om te draaien – de thuiskomst was hier niet vrolijk zoals gebruikelijk en het is de man die rouwt – werd het onderwerp spannend. Critici en toeschouwers vielen massaal voor het doek, dat het verdriet van het gezinnetje voelbaar maakte.

Nicolaas Beets leefde zich in het jongetje in: ‘Maar toen wij langs het kerkhof togen,/ zijn hand de mijne neep,/ zag ik hem aan met vochtige oogen,/ ten blijk dat ik ’t begreep./

“Had ik dien blik maar niet geslagen!”/ herhaal ik duizend keer:/ ’t gelaat, dat toen mijn oogen zagen,/ vergeet ik nimmermeer.’ Leed verkocht, en Israëls maakte van het vissersgenre zijn specialiteit. De ‘meester van het sentiment’ verviel net niet in kitsch, al was zijn werk door de vele bestellingen wisselend van kwaliteit.

Aan het eind van zijn leven herontdekte Israëls zijn wortels; steeds vaker koos hij voor joodse en bijbelse voorstellingen. Volgens de bekende criticus Albert Plasschaert uitten de kenmerken van ‘het joodsche ras’ zich in het dramatische en het romantische karakter van zijn werk. Zelf vond Israëls het maar onzin: ‘Is er verschil tussen een joodse en een niet-joodse zee?’ vroeg hij retorisch.
Volgens de nationaal-socialisten wel. In 1943 vernielden twee WA-mannen het monument met houwelen. Israëls portret werd uitgekapt; het bronzen kinderkopje rolde over de klinkers. Na de oorlog werden het teruggevonden in het kolenhok van het voormalige WA-hoofdkwartier. Bij de onthulling van het gerestaureerde beeld zei de burgemeester dat het in de oorlog aan betekenis had gewonnen. Het toonde dat ‘er toch nog waarden zijn, die uitgaan boven het tijdelijke, nl. dat de menschen broeders zijn’.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.