De laatste jaren is het oorlogsverleden van Duitse ‘morele autoriteiten’ als Günter Grass, Walter Jens en Erwin Strittmatter gecorrigeerd. Nu is dat van Luise Rinser aan de beurt, de grande dame van de Duitse naoorlogse literatuur, die zichzelf ‘antifascistisch’, ‘links-katholiek’, ‘feministisch’ en ‘socialistisch’ noemde.
In april zou de in 2002 gestorven schrijfster honderd jaar zijn geworden. Dan verschijnt een biografie, geschreven door een intieme vriend en geautoriseerd door haar zoon. Los daarvan deed schrijver Michael Kleeberg, ook enige tijd bevriend met Rinser, eigen onderzoek en publiceerde zijn verrassende bevindingen onlangs in Der Spiegel.
Rinser was tijdens de oorlog niet de antifascist voor wie ze zich in haar autobiografische geschriften uitgaf. Anders dan ze beweerde, heeft ze niet geweigerd lid te worden van de Reichsschrifttumskammer, had ze geen publicatieverbod, was er geen aanklacht tegen haar wegens hoogverraad en is ze niet aan een terdoodveroordeling ontsnapt.
Wel zat ze eind 1944 in de gevangenis, nadat een vriendin aan de Gestapo had verraden dat ze niet geloofde dat Hitler de oorlog kon winnen. Tijdens haar voorlopige hechtenis, die korter duurde dan ze later zei, was een aanklacht tegen haar in de maak wegens ‘ondermijning van de weerbaarheid’. Haar Dagboek uit de gevangenis is na de oorlog beroemd geworden.
Kleeberg ontdekte dat Rinser wel van de Reichsschrifttumskammer gebruikmaakte, maar geen lid mocht worden omdat ze nog te onbeduidend was. Verder loog ze dat haar man, die sneuvelde aan het oostfront, een antinazi was. Ook werd ze niet zijn weduwe, want toen hij stierf was het echtpaar al gescheiden.
Rinser was, concludeert Kleeberg, een meeloper zoals velen. In dat beeld past het al in de jaren tachtig opgedoken lofdicht op de ‘Führer’ (‘Wij jonge Duitsers, wij waken, zegevieren of sterven, want wij zijn trouw!’). Na aanvankelijke ontkenning gaf Rinser toe het voor een onserieuze prijsvraag te hebben geschreven.
Ook Rinsers naoorlogse levensloop vertoonde morele ongerijmdheden. Die kwamen voort uit haar enthousiasme voor grootse en meeslepende projecten. Tot haar intieme vrienden rekende ze niet alleen de Dalai Lama en Willy Brandt, maar ook de reactionaire katholieke theoloog Karl Rainer en de Noord-Koreaanse dictator Kim Il Sung.
Rinsers officiële biograaf heeft inmiddels Kleebergs bevindingen bevestigd. De gecorrigeerde biografie van Luise Risner leert ons ‘de grijstonen van het leven waar te nemen’, concludeert Kleeberg.
Dit artikel is exclusief voor abonnees