Home Scherpe sabels en harde stokken

Scherpe sabels en harde stokken

  • Gepubliceerd op: 29 maart 2022
  • Laatste update 08 feb 2023
  • Auteur:
    Teun Willemse
  • 4 minuten leestijd
Scherpe sabels en harde stokken

Naast een dienstpistool, pepperspray en wapenstok mogen Nederlandse agenten een taser gaan dragen. Om het toenemende geweld het hoofd te bieden traint de politie duizenden agenten in het gebruik van het stroomstootwapen. Ook bij boa’s klinkt de roep om bewapening steeds luider, en na gewelddadige rellen in zijn stad laat burgemeester Ahmed Aboutaleb uitzoeken of Rotterdamse agenten voortaan een paintballgeweer bij zich kunnen dragen. Socioloog Jaap Timmer doet onderzoek naar het gebruik van geweld van en tegen de Nederlandse politie. De afgelopen eeuw wisselden agenten hun sabels in voor wapenstokken en professionele pistolen, maar betere bewapening van de politie was niet onomstreden.

Waarom kozen agenten een eeuw geleden voor de sabel?
‘Dat was een wapen waar dreiging van uitging. Zo was het een beproefd concept om ’s avonds met een sabel over de straatstenen te vegen. De vonken spatten dan van de straat; dat maakte indruk. Tegelijkertijd waren sabels onhandige dingen: lopend konden de agenten het wapen wel meenemen, maar op de fiets niet.

Meer historische context bij het nieuws? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Voordat ze betere wapenstokken kregen, gebruikte de politie de sabel ook om mee te slaan. In de jaren zestig overleed er iemand aan een prik met het wapen. Een man die door een agent tegen zijn billen werd geslagen, liep een tetanusinfectie op en stierf. Dat betekende het einde van de sabel.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Wat veranderde er de afgelopen eeuw aan de politiebewapening?
‘Aan het eind van de negentiende eeuw ging Europa steeds meer naar een onordelijke samenleving toe, waarin de bewapening van de politie belangrijker werd. Europese landen kregen het gevoel dat ze door revolutionaire bewegingen, stakingen en opstanden hun gemoedelijke karakter aan het verliezen waren.

De Eerste Wereldoorlog was een belangrijk omslagpunt. Vanaf dat moment werden Nederlandse agenten standaard bewapend met een pistool. Na de Tweede Wereldoorlog veranderde de bewapening opnieuw: de politie ging de Garand-karabijnen gebruiken die de geallieerden na de oorlog achterlieten. Tot de jaren tachtig bleven agenten rondlopen met schietwapens van soms tientallen jaren oud. Pas toen kwam er één pistool voor de hele Nederlandse politie: de Walther P5.’

‘De politie schoot met karabijnen op demonstranten; er vielen twee gewonden’

Waarom moesten alle agenten hetzelfde wapen krijgen?
De uniformering en modernisering van de politie in de jaren tachtig waren een reactie op de georganiseerde misdaad. In Nederland was het geboefte lange tijd net zo kneuterig als de politie, maar toen de criminelen professioneler werden, kon de politie niet achterblijven.’

Zorgde die politiebewapening voor maatschappelijke discussie?
‘Het debat over de verhouding tussen politie, burger en samenleving werd vooral in de jaren zestig gevoerd. De provo’s speelden daarin een belangrijke rol: ze lokten agenten uit de tent, die vaak overreageerden door met sabels te slaan. Die confrontaties bereikten in 1966 een hoogtepunt tijdens het huwelijk van prinses Beatrix en Claus, toen de politie hard optrad nadat provo’s een rookbom naar de Gouden Koets hadden gegooid.

De zogenoemde Bouwvakkersrellen in Amsterdam vormden in datzelfde jaar een kantelpunt in de discussie over politiebewapening en -geweld. Toen een demonstratie op de Dam uit de hand liep, moest de karabijnbrigade eraan te pas te komen. Dat was de voorloper van de Mobiele Eenheid: agenten die waren uitgerust met stalen helmen, leren laarzen en een geweer. In de hoofdstad schoot de karabijnbrigade op demonstranten, waarbij er twee gewonden vielen.

Het maakte een enorme maatschappelijke discussie los. Premier Piet de Jong was woedend dat er in vredestijd met geweren op demonstrerende burgers was geschoten. Hij ontsloeg de burgemeester en politiechef van Amsterdam en stelde een regeringscommissie in die het geweld moest onderzoeken. De taakopvatting en wapenuitrusting van de Nederlandse politie werden binnenstebuiten gekeerd: de politie moest zichzelf opnieuw uitvinden. De slogan “De politie is je beste vriend” hebben we aan die veranderingen te danken.’

Jaap Timmer is als socioloog verbonden aan de afdeling Bestuurswetenschap & Politicologie van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij doet sinds 1991 onderzoek naar politie- en veiligheidskwesties en in het bijzonder naar vraagstukken van geweld in politiewerk.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 4 - 2022