Het Rijksmuseum in Amsterdam wil een nevenvestiging beginnen in het hart van Den Haag. Dit wordt een laagdrempelig centrum waarin bezoekers kennis kunnen maken met de Nederlandse democratie.
door Annemarie Lavèn
Het ‘stokske van Oldenbarnevelt’, het bureau van Willem Drees met de buste van de Franse socialist Jean Jaurès en de portretten van de gebroeders De Witt in de Vergaderzaal. Deze pronkstukken uit het Amsterdamse Rijksmuseum zijn wellicht binnenkort te zien in Den Haag. ‘Het is beslist niet de bedoeling dat het nieuwe centrum alleen tweedehandsjes uit Amsterdam krijgt,’ zegt hoofdconservator Nederlandse geschiedenis Kees Zandvliet.
Naast museumstukken zullen foto’s en historische films de geschiedenis van de Nederlandse democratie tot leven brengen. Het centrum biedt verder ruimte voor actuele debatten en lezingen en samenwerkingsprojecten met diverse media, en wil actieve deelname van de bezoeker stimuleren. De verwachting is dat wie inzicht verwerft in geschiedenis en democratie, zich beter bewust is van zijn eigen maatschappelijke positie. Zo wordt de kloof tussen burgers en politiek verkleind.
Omdat de plannen voor dit Haagse Rijksmuseum nog in de kinderschoenen staan, is het niet bekend op welke termijn het centrum gerealiseerd kan worden. Zakelijk directeur van het Rijksmuseum Jan Willem Sieburgh is optimistisch. Hij hoopt dat als alle betrokkenen snel tot een akkoord komen, de opening in 2008, misschien zelfs al in 2007 gaat plaatsvinden.
De onderhandelingen over de locatiemogelijkheden van de vaste expositie zijn nog aan de gang, maar Sieburgh noemt als ideale expositieruimte de oude vergaderzaal van de Tweede Kamer, vroeger de balzaal van stadhouder Willem V. Hier kwamen de grondwetten van 1798 en 1848 tot stand en werden belangrijke besluiten zoals de afschaffing van de slavernij genomen. Het museum wil daarnaast de omgeving van het Binnenhof betrekken bij de expositie, door bijvoorbeeld historische wandelingen te organiseren.
Dit artikel is exclusief voor abonnees